21 februari 1991 - 4 - Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Voorzitter, ten aanzien van punt II ben ik blij dat mijn bloembollenvoorstel overgenomen is. Het heeft wel iets heel aparts, vind ik, dat we in de vergadering ruimtelijke ordening daarover spreken en daar wordt dan toch wel met vrij grote stelligheid beweerd de onmogelijkheid van formuleringen in de richting zoals ik ze dan voorstel. Dan vind ik het altijd buitengewoon boeiend ze in het echte voorstel gewoon letterlijk tegen te komen zoals ik het voorgesteld heb. Kennelijk is het dan toch heel goed mogelijk. Heel bijzonder! Ten aanzien van punt III, die schuttinghoogte. Daar zit ik een beetje mee. Ik zou zelf denken dat het beter is om in zo'n bestemmingsplan ten aanzien van zo'n zaak geen veranderingen aan te brengen, omdat het bestemmingsplan een algemene aard heeft. Om dan een uitzondering te maken op deze zaak omdat het een heel specifiek gelegen tuin is waarbij de hele tuin in zijn volle lengte aan de weg ligt, ik weet niet in hoeverre dat reëel is en in hoeverre dat juridisch ook verstandig is om het in de vorm van een uitzonderingsbepaling te doen. Op zich zou ik er vóór zijn om die mogelijkheid wel te geven, maar in welke vorm: in de zaak van de beroep schriften of in deze vorm? Ik weet niet wat juridisch het meest zuiver is. Daarover verwacht ik een advies van de wethouder. Heer VAN DEN BREEMER (CDA): Mijnheer de voorzitter, mede met de heer Meilof zijn wij ook van mening dat zijn wijzigingsvoorstel, dat wij ondersteund hebben in de commissie ruimtelijke ordening, wat betreft die wijziging tot het mogelijk maken van het telen van bloembollen en dergelijke, ondersteuning verdient. Dat het gewijzigd is, doet ons ook goed. Voorts hebben wij een amendement ingediend ten aanzien van het speelveld. VOORZITTERU heeft het nog niet ingediend. Ik heb het hier wel, maar het is nog niet ingediend. Het moet nog even openbaar gemaakt worden. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Dan zal ik het bij deze toelichten en voorlezen. Amendement op raadsvoorstel 91-17: vaststellen van bestemmingsplan Lazarusberg. De fracties van CDA en Gemeentebelangen Groen Soest stellen voor om: - de geprojecteerde speelgelegenheid niet als zodanig te bestemmen - de situatie te laten zoals die is - en de algemene bestemming openbaar groen te geven. Namens het CDA ingediend door A.W. van den Breemer en R.W. Krol. Namens Gemeentebelangen Groen Soest ingediend door H.L. Witte. Voorzitter, wij zijn tot dit amendement gekomen om de volgende redenen. We praten hier over een deel van de Eng-gronden die gezien moeten worden vanuit het verleden als vanaf de Enghenberg tot aan de Lazarusberg. Dat is de as van de Eng-gronden zoals wij die hier in Soest van oudsher kennen. We hebben ten aanzien van het bestemmingsplan Zuider-Eng niet al te lang geleden een heel nieuw bestemmingsplan vastgesteld waarin de zaken naar onze opvattingen zeer goed zijn vastgelegd. Op een ander deel van de Eng zitten we nu. Ook daar zijn bestemmingen voor in de maak en gedeeltelijk vastgesteld. Het derde deel van de Eng, daar praten we vanavond over, dat betreft de Lazarusberg. In het verleden is er een commissie ingesteld, de werkgroep beheer Soester Eng, die zich met name bezighoudt met het kijken of er op ecologische wijze gronden op de Eng kunnen worden gebruikt en geëxploiteerd. Tot nog toe heeft die commissie bij mijn weten zich voornamelijk toegelegd op het bekijken of dat mogelijk is bij gronden in beheer bij particulieren. Hier gaat het om een stuk grond gelegen op de Eng dat in eigendom is van de gemeente. Wij menen dan ook dat het zinvol is om dit stuk grond nu juist te gebruiken om hier wat ecologisch groenbeheer te

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 11