18 april 1991
- 42 -
gevolgen van dit ideetje van de vier partijen. We blijken voor dovemansoren
gesproken te hebben. En de rekening ligt thans voor ons. Ruim een half
miljoen te betalen en een investeringsmogelijkheid voor een half miljoen
wordt gedurende veertig jaar onmogelijk gemaakt, zodat wij 50.000,=
minder kunnen verrekenen. Een veel te hoge prijs, vinden wij. Wij bedanken
dan ook hartelijk voor dit geweldige initiatief.
De sport heeft ondanks alles besloten het hogere belang van de verenigingen
voor te laten gaan en heeft nadat zij zich herhaalde malen voor de oude
structuur heeft uitgesproken, besloten om toch om de tafel te gaan zitten.
Wij waarderen dit zeer. Het resultaat ligt voor ons. Wij hopen dat de
verenigingen op de nu voorgestelde wijze een net zo goed resultaat zullen
kunnen bereiken als met de Sportstichting. Hoewel -en dat moet nog even
gezegd worden- het beschamend was dat op de valreep het presentiegeld van
dit adviesorgaan moest worden geregeld, hopen wij toch dat de nieuwe
Vereniging Sportraad Soest dit niet als een slecht voorteken opvat en
wensen wij hen veel succes met hun nieuwe opdracht.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik zal niet zo uit de historie putten zoals
mevrouw Blommers dat heeft gedaan, want in die tijd was ik nog normaal
burger en zat ik nog niet in de raad. Ik heb dat van de buitenkant en uit
de kranten moeten meemaken. Ja, er zit toch nog wel enig verschil in, een
normaal burger zit niet in de raad, inderdaad.
VOORZITTER: Dat is een gevaarlijke uitspraak!
Heer WITTE (GGS): Dat is een gevaarlijke uitspraak, voorzitter, maar ik
denk dat het toch wel een beetje zo is.
Wethouder MENNE: U staat toch nog wel tussen het volk, mijnheer Witte?
Heer WITTE (GGS): Nog steeds wel. De wethouder vraagt of ik nog tussen het
volk sta, maar de wethouder van financiën, daar heb ik het toch wel een
beetje op voorzien met dit voorstel tot het sluiten van een convenant met
de Vereniging Sportraad Soest. We weten het allemaal, mevrouw Blommers
spreekt er al over, dat het een hele kostbare zaak is geweest dat de
Sportstichting opgeheven en het college daarvoor in de plaats is getreden.
Dat heeft nogal wat consequenties gehad op financieel terrein. Dan wil ik
even naar een notitie die verleden jaar mei is gepresenteerd door de heer
Van Empelen, een samenvatting van de resultaten doorlichting omzet
belasting, waarin staat onder punt 5: "Met betrekking tot de sport is het
advies duidelijk waarschuwend van aard. Ten aanzien van de Sportstichting
loopt de gemeente zeer aanzienlijke financiële risico's, immers, het
bestuur van de Sportstichting is het college zelf. Er kan dan gesproken
worden over Dan krijg je een heel technisch verhaal. Heel duidelijk
is dat de adviseur de instelling van een verhuurstichting aanbeveelt voor
de accommodaties. Voorzitter, toen ik dit voorstel las en de achterliggende
stukken over de hele omzetbelastingproblematiektoen dacht ik: hé,
wethouder Mennefinanciën, altijd genoemd "de ijzeren wethouder". Toen
dacht ik: dit voorstel kan eigenlijk alleen maar gezien worden als het
voorstel van een rubberen robbie, die echt zó elastiek is, dat hij, nu hij
financiën én sport in zijn portefeuille heeft, denkt het op alle manieren
kan. Ik denk dat het voorstel, zoals het er nu ligt, opgeschort zal moeten
worden. Ik beaam wat mevrouw Blommers zegt, dat ik het van de sport een
fantastisch gebaar vindt, dat ze daar nog steeds aan meedoen, dat ze niet
beledigd zijn over het feit dat er inderdaad op het laatste moment
presentiegeld moest worden toegewezen. Maar ik vind dat dit voorstel, zoals
het er nu ligt, de burgers in Soest goud gaat kosten. We kunnen op deze