- 8 - 21 februari 1991 ze in orde in de o mag wij mmissie ord - het het het Meilof, lelemaal >r een ral is het :ting daar ïrende ir komen lan kijken Lle willen Dt een ste an dan 1 r illegaal elijken huttingen t- of dat het uttingen de k dat wij van plan lidelijk de bouwt nog in betoog: ;ren. Juist wij zelf iat andere Leke /an 1.80 te p een sen van de ft zag dat er burger die anier probeert tot een oplossing te komen, waarbij het zeker niet zo is dat wij willen suggereren dat iedereen die iets illegaals bouwt maar van de leges moet worden ontslagen, juist in dit specifieke geval, waarbij het een zaak is die toch al langer loopt, het een redelijke eis is om in dit geval de leges kwijt te schelden. De mensen zijn dan toch enigszins in hun rechtsgevoel bevredigd, mede omdat op een heel kleine afstand eenzelfde schutting is geplaatst. Wat dat betreft denk ik dat ik mij heel goed kan voorstellen dat die bewoners zeggen: mooie boel! daar wel en bij ons niet? Als we het dan zo op deze manier regelen, dan lijkt mij dat aan alle belangen is gedacht en dat je kunt spreken van een zorgvuldige afweging. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, ik kan mij toch niet aan de indruk onttrekken dat met name de heer Witte toch uitputtend agendapunt 28 aan de orde aan het stellen is, terwijl ik nog altijd hoop dat er informatie komt die ons misschien tot een juiste besluitvorming doet komen. De heer Witte spreekt zich nu definitief uit, dus wat dat betreft kan denk ik voor de heer Witte de heer Emmen nu wel naar huis toe gaan. Heer WITTE (GGS)Dat snap ik niet helemaal, want als er zometeen argumenten op tafel komen die ik ook niet zou hebben geweten, dan ben ik altijd bereid om nog eens te overwegen of ik het niet anders zou moeten beslissen. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Wij wachten altijd even af en dan besluiten we pas. Voorzitter, ik begrijp uit de woorden van de heer Visser -en ik wil daar toch geen misverstand over hebben- dat hij zegt: ik neem het amendement over omdat de raad enzovoorts. Te zijner tijd zien we dan wel even naar het speelveld hoe dat zit. Misschien dat de wethouder toch wat nadrukkelijker kan aangeven of hij nu het amendement uit wil voeren of het raadsvoorstel. Ik denk niet dat we een beslissing moeten nemen waar dan later weer misverstanden over komen. Wat betreft de hekken: wij zijn gewoon tegen hekken in de ruimste zin van het woord. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Voorzitter, een enkele opmerking. Als reactie naar de PvdA ten aanzien van de opmerking over het Van ArkelinstituutEr is ook iets gepubliceerd waaruit blijkt dat zij helemaal niet van plan zijn in te krimpen, maar dat zij een andere doelgroep voor een deel binnen krijgen of een groep uit een andere regio. Er is dus helemaal geen sprake van vermindering van aantal. Dus ook de inspreker die die informatie op die manier heeft gebruikt, heeft daarin enigszins misleidend gewerkt. Ik denk dat daar dus evenveel reden is om te kijken naar die mogelijkheid van speeltoestellen enzovoorts die daar zouden kunnen komen. Iets anders is -en dat brengt mij in deze zaak een beetje in gewetensnood- dat de gemeenteraad niet zolang geleden heeft besloten om een uitgebreid beleid ten aanzien van de hele gemeente uit te gaan voeren rond de hondepoepproblematiek. Wij gaan die hier bijna raadbreed overboord zetten. Dat verwondert mijDe partij van de heer Witte en ikzelf waren de enigen die tegenstanders waren van het beleid in die zin. De andere partijen gaan hier toch ontzettend makkelijk overstag in een vloeiende overgang tussen speelterreinen en hondepoep- /uitlaatterreinen, terwijl er juist expliciet gevraagd is om sterke afbakeningen. Inhoudelijk ben ik het helemaal met de argumenten eens van deze mensen, want ik vind een open speelterrein ook veel gezonder en ik geloof niet zo erg in die overlast, behalve dat een aantal mensen vast geïrriteerd is en vooral geïrriteerd is in dicht bewoonde wijken. Maar ik vind niet dat we voor heel Soest dit beleid hadden moeten afkondigen. Ik hoop dan ook dat we niet lang hierna misschien al in

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 16