20 juni 1991 - 19 - uit, dat hopen wij zelfs. Maar dat kunnen we alleen maar bereiken cp het manent dat we voldoende duidelijk maken als raad wat wij willen met deze gronden. Wat wij willen met deze gronden is sociale woningbouw. Dat willen wij als CDA-fractie heel duidelijk hier op tafel leggen. Dus wij steunen dit voorstel, alleen hopen we dat het uiteindelijk toch tot een schikking zal komen. K<=*yr BOERKPEL (PvdA)Dat was een lange interruptie. Het was interessant genoeg cm te luisteren en ik begrijp eruit, mijnheer de voorzitter, dat het CDA zegt in de volgende oenmissie financiën/grondbedrijf of in de commissie daarna zouden we graag toch van de wethouder willen horen wat voor pogingen hij gedaan heeft cm niet die onteigeningsprocedure in te zetten, maar te komen tot een minnelijke schikking. Als dat de intentie is van de woorden van het CDA, dan denk ik dat wij het daar gewoon mee eens zijn. Wethouder MENNE: Het lijkt moeilijk. Wij zetten de onteigeningsprocedure in, gesteld dat de raad akkoord is in meerderheid, maar dat wil niet zeggen dat wij met dat instrument onteigening juist sterker staan bij het overleg cm te kernen tot een prijs die de raad ook acceptabel vindt en waarmee je een exploitatieplan ook tot een goed einde kunt brengen. Het is dus beide eigenlijk, mijnheer Boerkoel, dat we én een onteigeningsprocedure inzetten, maar die gebruiken cm te kemen tot een overeenkomst zoals we die allen wensen. Dat is de bedoeling. Het is inderdaad zo, wat de heer Krol ook zeer terecht zegt, natuurlijk, een onteigeningsprocedure, als je die helemaal tot het einde volbrengt, vergt nogal wat tijd. Echter, in de praktijk in Nederland is het meestal het geval in de meeste gevallen dat het niet tot een uiteindelijke onteigening komt. Dat geef ik toe: het is een dreiging vanaf de zijde van de gemeente naar de eigenaren van de grond. Maar dat wil niet zeggen dat daarmee niet sneller tot een overeenkomst gekomen kan warden. Mevrouw Rtcwmers (WD)Voorzitter, kan er dan toch enige toelichting worden gegeven cp de zin in een briefje aan de leden van de commissie milieu waarin wordt gezegd -over iets in het vorige voorstel, waar we dan vanavond niet over praten- :het is noodzakelijk dat we ons nog eens bezinnen cp de aarpassing van de verkaveling, dit is des te meer nodig, daar het volkshuisvestingsprogranma in relatie tot de exploitatie-opzet ons daartoe noodzaakt. Dat geeft mij ideeën -en niet meer dan dat- dat er dus allerlei wijzigingen zijn, waardoor u zegt: ik moet het nog eens even goed bekijken, wat kan ik waar zetten? welke kavels? moet ik wat draaien? moet het wat meer? moet het wat minder? Dan denk ik: dat vind ik nou heel verstandig, dat we daar eerst eens rustig over gaan praten in plaats van, zoals de vorige keer, allerlei dingen te moeten terugdraaien. De volgende raad is in juli, dat is echt heel snel hierna. We begrijpen heel goed dat de wethouder ook nu al kan zeggen: denk eraan, als we niet tot overeenstemming komen, dan ga ik de raad in juli wel degelijk vragen cm een onteigeningsprocedure in te zetten. Dat dreigmiddel kunt u best gebruiken, maar het geeft mij tenminste de tijd, de rust en het inzicht cm te zien dat het werkelijk nodig is daar. Dat heeft u mij namelijk nog steeds, ondanks al die vragen, niet duidelijk kunnen maken. Heer VAN WUUCKHUUSE (GGS)Mijnheer de voorzitter, ik heb toch niet het gevoel dat als wij vanavond de beslissing rond dit agendapunt zouden aanhouden -dat is mijn voorstel aan u- dat we daarmee de druk zouden wegnemen cm inderdaad tot een minnelijke schikking te kernen. Ik denk dat het evident is, de gemeente voert al geruime tijd onderhandelingen. Er is dacht ik ook al een mooie prijs geboden. De raad denkt erover cm dit

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 172