20 juni 1991 - 21 - doorgang vindt. wg^hr»rter MENNE: Voorzitter, ik moet hier nog een madedeling vooraf doen. Wat hier staat over de provincie: zij verbindt de voorwaarde aan de garantie van de provincie dat bij de verkoop vooraf schriftelijke toestemming van de provincie nodig is. Ik heb nog met de provincie contact gehad en dit ook uitgelegd aan het college. Wij staan op het standpunt als college dat wij ook eenzelfde voorwaarde eraan verbinden. Daarmee komen we tegemoet aan vragen door u gesteld in de commissie financiën of de gemeente al of niet nog invloed zou hebben op de verkoop. Het is dus zo, wij stellen u voer akkoord te gaan met deze garantie van 50% cp voorwaarde dat de gemeente voordat de daadwerkelijke verkoop plaatsvindt -wanneer het allemaal niet door zou gaan en we onze garantie zouden moeten effectueren- schriftelijke toestemming tot de verkoop dient te geven. Heer BOEKKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de heer Menne zojuist heeft uitgesproken wat in de commissie als vrees is geopperd. Maar ik denk dat het niet alleen gaat cm de informatie met betrekking tot de verkoop van de panden. Het heeft veel meer ook betrekking cp de mogelijkheid die de stichting zou hebben bij eventuele sloep van de panden. Cp dat moment zouden het wel erge dure stukjes grond worden. Dus, ik zou willen voorstellen niet alleen de toevoeging te doen die de heer Menne gezegd heeft ten aanzien van verkoop, maar ook ten aanzien van sloop. Mevrouw PTrMMFRS (WD)Voorzitter, even een vraag naar aanleiding van een persbericht. Er was een kroonberoep op een perceel dat er net naast ligt. Heeft dat enige invloed op alle bouwplannen? Anders denk ik dat we misschien even ook dit punt toch maar moeten uitstellen totdat we weten wat de consequenties daarvan zijn. VOORZITTER: Het is misschien goed dat ik eerst deze vraag laat beantwoorden, want het geeft duidelijkheid, hoop ik. Wethouder MENNE: Ik ben daar eerlijk gezegd nog niet achter. Ik heb het ook gelezen. Misschien dat mijn collega Kingma het weet. Wethouder KINGMA: De situatie was zo dat degene waarmee nu het voorlopig koopcontract is gesloten door de stichting De Drie Eiken ook degene was die, als er alleen maar een verzergingsunit kwam, ernstige bezwaren had tegen de voorwaarden zoals die ook in het bestemmingsplan stonden. Dat betekent dus dat degene die nu gelijk heeft gekregen van de Raad van State tegelijkertijd haar woning heeft verkocht aan De Drie Eiken, zoals hier staat en maakt dus onderdeel van de situatie uit. Dat betekent dat bij het doorgaan van de verkoop er geen sprake meer is van een probleem. Mevrouw BDCMMERS (WD)Mag ik dan daarop aansluitend mijn verhaal verder afmaken, voorzitter? Dat nu wetende en ervan uitgaande dat het bouwplan ook voor ons cp een goed moment toch eens ter inzage komt -want ik denk dat als we dit soort garanties geven, we ook willen weten waar het over gaat- én met de opmerkingen die de heer Boerkoel heeft gemaakt, gaan wij uiteindelijk akkoord met het voorstel. Wethcxyfer MENNE: Met betrekking tot die sloop weet ik niet wat dat inhoudt. Bedoelt u wanneer bijvoorbeeld een gedeelte van het te bebouwen gebied, dus als er al een opstal is dat ze zelf hebben gebouwd, wordt gesloopt? Of bedoelt u het slopen dat nodig is cm de nieuwbouw te realiseren?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 174