nr. 07
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest op donderdag 11 juli 1991 te 19.30 uur.
Voorzitter: de heer J. de Widt, burgemeester;
Secretarisde heer W.P. de Kam.
Aanwezig de leden: W.A. Blaauw, mevr. A. Blommers - Biezeno,
C. Boerkoel, A.W. van den Breemer, mevr. G. van Eek - van Veelen,
mevr. B.M. Gerritse - van Ee, mevr. E. van Gorkum, F.L. Jansen,
F. Kingma, A.F.M. Krijger, R.W. Krol, G.D.F. Leeflang, R.A. van
Logtenstein, J.P.J. Lokker, W.R. Meilof, J.L. Menne, G.A.W.G.A.
Plomp, mevr. E. Spijk - Hubertsmevr. W.A.A. Stekelenburg -
Ruitenburg, mevr. J.M. Swinkels, mevr. A.D. Tomassen -Holsheimer,
C. Verheus, J. Visser en H.L. Witte.
Afwezig met kennisgeving de leden: J.J. EbbersJ.B. van Wuijckhuijse
en J.A. Zwaanenburg.
VOORZITTER: Ik open de raadsvergadering en heet u allen van harte welkom,
in het bijzonder de heer Van den Breemer. Het is plezierig dat u weer terug
bent in ons midden. We hebben het allemaal nabij gevolgd, regelmatig zijn
we op de hoogte gehouden van de vorderingen. Toch fijn dat u in zo'n goede
gezondheid weer hier bent en wij hopen dat u spoedig weer helemaal hersteld
zult zijn. We hebben bewondering voor de wijze waarop u het allemaal heeft
doorstaan en verwerkt. Zelfs vanaf het ziekbed hebt u zich bezig kunnen
houden met vragen stellen in de commissievergadering! Dat zal niet iedere
zieke u nadoen.
Bericht van verhindering heb ik ontvangen van de heer Van Wuijckhuijse, de
heer Zwaanenburg en de heer Ebbers
Beëdiging nieuw raadslid.
VOORZITTER: Op de agenda staat: beëindiging nieuw raadslid, terwijl het
juist gaat om de start van een nieuw raadslid. Maar dat had u inmiddels wel
begrepen. We heten van harte welkom de heer Jansen. Hij heeft mij
meegedeeld dat hij de verklaring en de belofte wil afleggen. Dan nodig ik u
allen uit te gaan staan.
Mijnheer Jansen wilt u mij straks nazeggen: "dat verklaar en beloof ik" en
bij het tweede deel: "dat beloof ik"? Artikel 45 van de gemeentewet geeft
de volgende tekst aan:
"Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raad te worden benoemd,
directelijk of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat naam of
voorwendsel ook, enige giften of gaven beloofd of gegeven heb. Ik
beloof dat ik om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te
laten, van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen
zal, directelijk of indirectelijk. Dat verklaar en beloof ik."
Heer JANSEN (D66)Dat verklaar en beloof ik.