11 juli 1991 - 4 - opgemaakt, omdat hier geen sprake was van "uiterlijk op de werkdag volgende op" donderdags was overleden en pas dinsdags was aan de weg gelegd. Tot zo ver de toelichting op onze vragen. Wethouder SWINKELS: Voorzitter, eerst het antwoord op de eerste vraag. De regeling voor dit destructiemateriaal is op landelijk en regionaal niveau vastgesteld. Er zijn dus afspraken gemaakt over de plaats waar het materiaal moet worden aangeboden en door het destructiebedrijf moet worden opgehaald. De afspraak is dat deze materialen door de agrariër of de betrokken bedrijfsvoerder op een zodanige plaats wordt gedeponeerd dat het door de vervoerder, in dit geval het destructiebedrijf, vanaf de openbare verharde weg kan worden opgeladen. Indien hiertoe geen mogelijkheden zijn, wordt het materiaal op een zodanige plaats gedeponeerd dat de wagen van de vervoerder, om te kunnen opladen, in principe niet verder dan één wagenlengte op het erf hoeft te komen. Zowel het destructiebedrijf als de op landelijk niveau opererende landbouworganisaties hebben aan deze regeling hun instemming gegeven. Overigens, na overleg met de gezondheids dienst en met bemiddeling van de VNG. Dat is het antwoord op vraag 1. Vraag 2, voorzitter. De regeling met betrekking tot het ophalen van destructiemateriaal is zodanig, dat het in de regel tijdig wordt opgehaald. Materiaal dat 's morgens vóór 5 uur is aangemeld, wordt dezelfde werkdag nog opgehaald. Na 5 uur aangemeld wordt het de werkdag daarop opgehaald. Dat zijn de regels. Op zon- en feestdagen wordt er niet opgehaald. Volgens de verordening geschiedt het ophalen uiterlijk op de werkdag volgende op die waarop het destructiemateriaal is aangemeld. Dus, de ene dag aangemeld, dan moet het de volgende dag opgehaald worden. Verder moet degene die het materiaal aanbiedt zorgen dat het afgedekt en onttrokken aan het oog van voorbijgangers wordt opgesteld, zodat het geen gevaar vormt voor de volksgezondheid. Dat zijn de voorschriften die aan de andere kant gelden. Als het nu zo is dat blijkt dat het destructiebedrijf zich niet zou houden aan de afspraken die wettelijk vastliggen en bij herhaling deze bepalingen zou overtreden, dan zijn wij natuurlijk bereid om het bedrijf op zijn verplichtingen te wijzen. VOORZITTER: Dank u wel. Dan komen we aan de tweede termijn. Eerst degene die de vragen gesteld heeft: heeft u nog behoefte om hierop terug te komen, of kunt u zich hierin vinden? Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik heb er zeker behoefte aan. Het antwoord op de eerste vraag, daar noteer ik van dat er een afspraak zou zijn dat indien het kadaver één wagenlengte vanaf de openbare weg gelegd wordt, het nog opgehaald wordt. De desbetreffende veehouder vertelde dat hij geen toestemming van Cebeson had om het binnen de criteria die de wethouder noemt achter een aantal coniferen te leggen. Overigens, wat betreft het afdekken: het was afgedekt met landbouwplastic, dus de veehouder had wel degelijk aan zijn deel van de verplichtingen voldaan. Blijft staan dat mij toch gesuggereerd werd dat het niet een incident was, maar dat er in ieder geval een afspraak bestaat tussen Cebeson en de veehouders dat ze tweemaal per week worden opgehaald -dat gaat dan om categorie A en is compleet in strijd met onze verordening- en dat er regelmatig problemen plaatsvinden dat het niet op dag afgehaald wordt die is afgesproken. Dat is, lijkt mij, toch aanleiding om van uw kant niet te wachten totdat er nog meer incidenten te melden zijn, maar om op dit moment gewoon contact op te nemen met Cebeson om duidelijk te maken dat er een aantal gevallen bij ons bekend is waarin niet voldaan wordt aan de verordening zoals die er ligt. Heer VERHEUS (CDA): Voorzitter, toen wij in de commissie a.b.z. de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 189