11 juli 1991 - 5 - gereviseerde Algemene Verordening van onze gemeente behandeld hebben, toen heb ik met name, behalve op een aantal andere punten, ook op dit punt gewezen. Toen is er van uw kant gezegd: dat wordt door de rijksoverheid geregeld. Dat blijkt overigens ook wel enigszins uit het antwoord van mevrouw Swinkels. Maar het is toch een zaak -dat ben ik met de heer Witte eens- die onze aandacht verdient, zeker nu het zo warm is. De verordening die wij toen vastgesteld hebben, die voorziet daar niet geheel in. Ik zou er toch wel bij u voor willen pleiten om dit probleem zo goed mogelijk aan te pakken, want dit kan natuurlijk niet. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Ik zou het zelf ook op prijs stellen als de wethouder kan toezeggen dat ze tenminste onderzoekt of het waar is dat vanuit de kant van deze instelling met ons een bepaalde afspraak gemaakt wordt, terwijl met de agrariër een andere afspraak gemaakt wordt: eens in de twee weken, terwijl met ons de afspraak gemaakt wordt dat het iedere dag gebeurt als het vóór 5 uur aangemeld wordt. Dat is een wezenlijk andere afspraak. Dat zijn natuurlijk aardige dingen die kunnen gebeuren, maar die wel ondermijnend werken ten aanzien van regelgeving. Dus het onderzoek daarnaar zou ik wel zeer op prijs stellen. Wethouder SWINKELS: Voorzitter, de afspraken met het destructiebedrijf worden dus kennelijk niet opgevolgd. Ik zou zeggen: dat bedrijf lijdt aan een gebrek aan kadaverdiscipline. Ik zal zeker nagaan of hetgeen hier door een van de raadsleden mede geconstateerd wordt ook te achterhalen is, wie nu werkelijk nalatig is. Je moet een verhaal ook van meer kanten horen. Het is zeker onze taak, ook via de A.P.V., mijnheer Verheusom hier op te letten. VOORZITTER: Dan gaan we naar de tweede vraag, die gesteld is door het CDA, de WD, de Partij van de Arbeid en D66. Aan de ondertekening te zien, mevrouw Stekelenburg, bent u de woordvoerder. Wilt u de vragen toelichten of kunt u ermee instemmen dat wij direct het antwoord geven? Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Ik wil de vraag niet toelichten in die zin, als ik het even voorlees, dan heb ik misschien dan nog wel behoefte. Geacht college, Naar aanleiding van de kwestie Den Blieklaan, willen de fracties van CDA, WD, PvdA en D66 u het volgende laten weten. In de commissie r.o. van 2 juli jl. werden de leden van genoemde commissie door de wethouder r.o. overvallen met suggesties van afsluitingen rondom de Den Bliek laan. Tevens was aanwezig -en naar wij begrepen hebben uitgenodigd- de heer Westeneng in verband met de aankoop van zijn woning. Deze kreeg maximaal de gelegenheid om in te spreken. Doel was ons te informeren en tot een uitspraak te verleiden. Niet uitgenodigd waren overig direct betrokkenen. Zij konden dus geen kennis nemen van uw voorstellen en dus ook geen inspraak leveren. Op zijn minst een vreemde procedure! Onaangekondigd een extra agendapunt opvoeren, inspraak toestaan op een onaangekondigd agendapunt in zo'n precaire zaak getuigt niet van zorgvuldig bestuur. Uiteindelijk adviseerde de commissie de wethouder de komende weken te benutten om in overleg met alle partijen -dat wil zeggen: ambtenaren, overige betrokkenen en de heer Westeneng- te komen tot een collegevoorstel waarin alle partijen zich zullen kunnen vinden. Hierbij moeten ook aan de orde komen: volkshuisvestelijkeverkeerskundige ruimtelijke en financiële kanten. In de commissie r.o. kan de politiek dan uiteindelijk een gefundeerd advies uitbrengen aan het college. Wij vragen u:

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 190