19 septeaber 1991 - 9 - elkaar is gekomen. Het amendement op initiatief van de heer Van den Breemer, dat steunen wij van harte. Ook toen wij voor de vakantie de brief behandelden die Gemeentebelangen Groen Soest aan het college had gericht, hebben we daar al in gesteld dat het ons inziens mogelijk moet zijn om de kadavers op de bedrijven zelf te deponeren en daar ook af te halen. Inderdaad is er toen in de commissie gezegd dat dat onmogelijk was, maar inmiddels blijkt dat een zeer nabije gemeente, de gemeente Eemnes wel degelijk in haar verordening heeft opgenomen dat het destructiebedrijf de kadavers van het bedrijf zelf afhaalt. Dus lijkt het mij dat Soest dezelfde weg moet bewandelen. Het is ook zo dat op de bedrijven ruimte genoeg is voor de auto's van het destructiebedrijf om daar de zaken op te laden. Het is uiteraard voor geen enkele landbouwer erg prettig om met een hoop belangstelling de grote beesten langs de weg op zo'n wagen te zien takelen. Wij zouden dan ook deze motie van het CDA en de andere partijen van harte willen aanbevelen. Wethouder SWINKELSVoorzitter, de heer Van den Breemer stelt een wijziging van artikel 4 voor in zijn amendement. Ik denk dat dat voor de agrarische bedrijven zeer zeker een gunstige ontwikkeling kan zijn. De hygiënische, ethische, esthetische aspecten die hij noemt, die hierbij tevoorschijn komen, zijn helaas in mijn commissie allemaal niet zo aan de orde geweest. Voorzitter, ik moet ineens denken aan de notulen van de vergadering van juli, waarin bleek dat wethouders en raadsleden elkaar voortdurend overvielen. Ik hoop niet dat deze overval -als ik het zo mag noemen- in de toekomst voortgezet wordt, daar zijn de raadscommissies ook niet voor, om gepasseerd te worden. Ik kan eigenlijk met mevrouw Van Eek wel een beetje meegaan. Ik wil namelijk aan de raad hier uitleggen welke moeilijkheden ik op het eerste gezicht zie, hoewel ik denk dat ze niet onoverkomelijk zijn. Een afwijking van dit landelijk uitonderhandeld onderwerp -zo mag je het wel noemen, ze hebben er bijna anderhalf jaar over gedaan- wil je daarvan afwijken, dan moet je rekenen op een hele strenge controle achteraf van Gedeputeerde Staten. Ik zou dus graag daar wat meer duidelijkheid in hebben of we met deze afwijking ook ons boekje te buiten gaan. U weet dat ik onlangs nog op de vingers ben getikt voor zoiets. Dan zou ik ook eigenlijk graag willen dat de andere commissieleden, gehoord hebbend de reactie van B&W -ik heb toch het idee dat ik het echt nog moet bestuderen- in de raadscommissie de kans krijgen om er ook nog even mee over te praten. Ik zou namelijk niet graag hebben dat door deze afwijking de agrarische bedrijven er uiteindelijk aan tekort komen, want CeBeSon is een vrij harde organisatie, wijk je af van de landelijke voorschriften, dan heb je kans dat ze zeggen: nou agrarische bedrijven, zoek het maar uit, we gaan jullie deur voorbij Daar zijn noch de gemeente, noch de agrarische bedrijven mee gediend. Mijn voorstel is dus, voorzitter, om de zaak met dit amendement mee terug te nemen ter overweging. Ik zou de heer Van den Breemer misschien nog op het hart kunnen drukken dat hij de Aartsdiocesane R.K. Boeren- en Tuindersbond, kring Utrecht -wellicht geen vreemde organisatie voor hem- toch ook eens op het hart drukt in de landelijke overlegsituaties wat harder op te treden, want ze hebben meegepraat. VOORZITTER: Dit is het voorstel van orde van de wethouder. Ik stel voor dat we dat overnemen. Dat betekent dat we dit agendapunt aanhouden, de wethouder komt ermee terug in de commissie zoals ze dat net verwoord heeft. Wethouder SWINKELS: Voorzitter, de heer Witte heeft nog geen antwoord gehad. Hij vraagt erom en dan wil ik het hem wel zeggen: ik geloof dat zijn fractie niet zo goed onderling op elkaar afgestemd is. De heer Leeflang

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 220