21 oktober 1991
- 6 -
de nu beschikbare lokaties meer woningen gebouwd kunnen worden.
Daarenboven is de kans groot dat er in 2 005 enige honderden huizen niet
meer door Amerikanen bewoond zijn. Houden we daar voorzichtig rekening
mee, en brengen we zo'n beleid in stelling, dan zal veel minder groen tot
mogelijk zelfs -maar dat is niet echt waarschijnlijk- geen groen buiten de
huidige bebouwde kom geofferd moeten worden om een verantwoord volkshuis
vestingsbeleid te kunnen voeren. D66 vindt dat belangrijk, omdat een te
snel dalend aantal inwoners op allerlei gebied toch tot een voelbare
teruggang zal leiden, niet in het minst voor de harde kern van Soester
woningzoekenden, die bovendien overwegend niet tot de meest kansrijken
behoren. Dat moet voorkomen worden en daarom vraagt D66 de elementen in
deze beschouwing aangedragen, een rol te laten spelen in het B&W
structuurvisievoorstel en in de commissiebehandeling op weg daarnaar toe.
Dan wil ik tenslotte nog bedanken voor de constructieve medewerking van het
ambtelijk apparaat.
VOORZITTER: De heer Jansen heeft -dat heeft u misschien gemerkt- nogal luid
gesproken. Hij heeft mij bij de aanvang van de raadsvergadering verteld dat
hij vandaag wat gehandicapt is door gehoorstoornissen. Dan weet u dat
iemand die deze handicap heeft over het algemeen geneigd is wat harder te
gaan praten. In overleg met hem leek het mij goed u dat even mee te delen.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, deze begroting was weer een
stuk beter dan die van het jaar hiervoor, het gaf weer meer informatie en
inzicht in de gemeentelijke boekhouding. Aan de andere kant heb ik de
indruk dat er meer nota's worden gemaakt dan er beleid wordt uitgevoerd en
alleen aan uitgevoerd beleid kan een college beoordeeld worden. Het college
heeft nog twee jaar te gaan van de vier jaar en aan het eind van die vier
jaar zult u daarop beoordeeld worden. De afstand tussen de burgers en de
politiek lijkt steeds groter te worden. Zeer veel burgers vinden op de een
of andere manier dat er een bepaalde arrogantie van het gemeentebestuur
uitstraalt en dat is niet goed. Er zijn enkele recente voorbeelden en die
heb ik zelf ook als zeer hinderlijk ervaren. Ik zal u er een paar noemen.
Vorig jaar bij de begroting is ons toegezegd dat het klein chemisch afval
dit jaar op dezelfde manier zou worden opgehaald als het jaar daarvoor.
Niets is minder waar, we hebben een aantal nota's gekregen, maar verder is
er niets gehaald. Dezelfde opmerking zou gemaakt kunnen worden ten aanzien
van werkgelegenheidsbeleid. De kort geleden ontvangen brief over de
beleidsvoornemens, waar het geld aan kan worden uitgegeven, die kan die
indruk niet wegnemen. Vorig jaar is aangenomen dat 25% van het geld voor
onderhoud van wegen zou worden gereserveerd voor uitgaven ten behoeve van
het verkeersbeleidsplan. De beleidsbegroting geeft echter wat anders aan.
Op vragen van ons in de commissie gaf de directeur van die sector als
antwoord dat dit geld was opgegaan in de afdeling. Een antwoord, mijnheer
de voorzitter, dat nergens op slaat. In de notulen staat echter weer iets
heel anders, daar wordt geschreven alsof er nu plotseling wel gereserveerd
zou zijn. Het is niet waar, de cijfers geven iets anders aan. Dan lijkt
het, als je die notulen leest -iets heel anders dan gezegd is- dat je
gemanipuleerd wordt. Schriftelijk krijgen we nu antwoord van het college op
vragen van de commissie en daarin wordt plotseling gezegd dat er wel
gereserveerd zou zijn en dat u nu voorstelt dat te oormerken. College, u
moet gewoon uitvoeren de moties en amendementen die aangenomen zijn en niet
een jaar daarna weer op deze manier ermee omgaan.
Omgaan met insprekers is ook zoiets. Tijdens commissievergaderingen krijg
je de indruk dat het college weliswaar beter wil omgaan met de burgers,
maar de mensen krijgen soms geen, soms een te vaag antwoord en hebben soms
de indruk dat ze voor niets zijn geweest. Een voorbeeld daarvan: de