21 oktober 1991
- 10 -
Toch moeten wij op onze hoede zijn, want aan de horizon dreigen weer nieuwe
uitgaven. De Partij van de Arbeid zegt terecht: wie nu leeft, die nu zorgt.
Het zal anders onze tijd niet duren. Dat is in Nederland overigens wel eens
anders geweest, toen de dynamische kostprijstheorie voor de volkshuis
vesting werd uitgevonden, of in Soest toen met verve werd verdedigd dat
rioolgelden ook later wel konden worden betaald. Het zal anders onze tijd
niet duren. Naar de tijden veranderen en dat maakt de politiek zo
interessant
D66 vraagt de soorten reserves inzichtelijker te maken, met herkomst en
bestemming, de rente te onderbouwen en afschrijvingen te beargumenteren.
Daarvoor zeggen wij toe een notitie te behandelen in de commissie
financiën
Zowel het CDA als D66 hebben gevraagd de plafonds van de bedrijfs-
voorzieningen aan te geven. Daarop wil ik hier vanavond kort samengevat
ingaan, omdat ik elk begin van schijn van potjesvorming van betekenis wil
voorkomen. De b%drijfsvoorzieningen zijn per sector ingedeeld en bestaan
per bedrijfsvoorziening uit een drietal componenten, 1) de beïnvloedbare
personeelskosten, 2) de geoormerkte beleidsuitgaven en 3) vrij besteedbaar
deelHet grootste gedeelte van de toevoeging wegens beïnvloedbare
personeelskosten ontstaat bij vacatures. De begrote salarislasten worden
tijdens de vacature toegevoegd aan de bedrijfsvoorzieningHier tegenover
staat de besteding van gelden in verband met de ontstane vacature. Deze
bestedingen moeten onttrokken worden aan de bedrijfsvoering. Om een en
ander binnen redelijke marges te houden is afgesproken dat het saldo van
dit onderdeel in de bedrijfsvoorziening aan het eind van een bepaald jaar
niet meer mag bedragen dan 2% van de begrote personeelslasten. Voor alle
sectoren bij elkaar gaat het dan om een maximum bedrag van circa
400.000,=. Ter indicatie: eind 1990 was het saldo in totaal circa
200.000,=. De toevoeging wegens geoormerkte beleidsuitgaven, het tweede
onderdeel, ontstaat omdat werkzaamheden wegens bepaalde redenen niet in het
onderhavige jaar kunnen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld wegens weers
omstandigheden. Via een besluit van het college van B&W om tot reservering
over te gaan, is er gedurende twee jaar de gelegenheid om deze uitgave te
doen. Indien het niet wordt besteed binnen twee jaar, vallen de gelden vrij
ten gunste van de algemene middelen. Het vrij besteedbare deel, het derde
onderdeel, is zoals de omschrijving aangeeft, bestemd voor de sector
directeuren om knelpunten binnen de sector op te lossen. Dit bestanddeel is
ontstaan door een startdotatie ten laste van een routinefonds en wordt
jaarlijks gevoed door de rente over het saldo van de totale bedrijfs-
voorziening. Ultimo 1990 bedroeg het saldo in totaal circa 200.000,=. De
verwachting is dat dit saldo in de komende jaren zal dalen.
Voorzitter, verscheidene sprekers hebben voorstellen in de vorm van moties
of anderszins gedaan. Het college wacht uw uitgewerkte voorstellen in
tweede instantie graag af. In concreto hebben we er juist enkele alweer
nader toegelicht gekregen en genoteerd. Wij willen wel, voordat de
definitieve moties woensdag aan de orde komen, u nu reeds zeggen dat niet
887.000,= -het overschot van de algemene reserve minus de noodzakelijke
buffer van zes miljoen- beschikbaar is, maar slechts 460.000,=. Dat is
een kleine tegenvaller, zij het dat we dan wel rekening hebben gehouden met
het tekort dat voorzien is in 1992, 133.000,=, zoals u weet en met
enkele reeds door de raad vastgestelde uitgaven die ten laste van de
algemene reserve zouden komen. Ik heb daarvan een lijstje, dat zal ik ook
ter inzage leggen.
Heer BOERKOEL (PvdA)Legt u het maar niet ter inzage, geeft u het maar
gewoon aan de raad. Dat is beter, dan kunnen we het op ons gemak
beoordelen