23 oktober 1991 - 4 - opmerkingen Wethouder MENNEVoorzitter, er waren nog enkele vragen in tweede instantie bij de raadsleden. Ik begin dan maar bij mevrouw Blommers, die heeft geantwoord dat inderdaad het niet de bedoeling is dat de externe commissie van deskundigen met betrekking tot de planschade een groep is van externe adviseurs die bepaalt wat er zal gebeuren, maar dat zij een bindend advies afgeven. Dat zou dan gelijk zijn aan een methode zoals die bij de gemeente Amersfoort geldt. Zoals u weet geeft artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de mogelijkheid tot het vergoeden van schade door een overheid. Ik moet u zeggen, wij hebben dat nagegaan bij de gemeente Amersfoort, maar daar is het dus niet zo dat het een bindend advies is. Dat is dus niet het geval. Vandaar dat wat dat betreft het college toch niet achter dit voorstel van de WD kan staan. Wat betreft de inrichting van winkelcentra zegt mevrouw Blommers: we begrijpen wel dat we natuurlijk niet van structurele aard daar wijzigingen moeten aanbrengen in winkelcentra, vooruitlopend op de structuurvisie, maar er is toch wel wat mogelijk. Nou, het college is van mening dat datgene wat duidelijk niet in strijd is met nog eventueel te nemen beslissingen, dat we daar natuurlijk wel soepel in moeten zijn. We moeten niet star zijn en in kleine dingen zoals fietsklemmen of wat in de weg staat of te kort is of wat dan ook, soepel zijn. Maar we vinden toch dat we vast moeten houden aan al die wijzigingen waarvan de mogelijkheid bestaat dat het tot kapitaal vernietiging leidt of op teleurstelling daarna zou moeten uitlopen, Vandaar dat we daar toch voorzichtig mee zijn. Ik ben overigens wel van mening dat we zo spoedig mogelijk nadat het licht op groen is gezet, daar natuurlijk wel dan aan het werk moeten. De heer Jansen heeft gezegd: mij is nog niet geheel duidelijk wat nu bij de verschillende bedrijfsvoorzieningen het plafond is. Ik dacht toch dat ik dat goed had uitgelegd, maar ik zeg u toe daar in de commissie nader op terug te komen. We verdelen dus in drie groepen en iedere groep heeft een bepaald plafond. Ik vind dat u daarin een constructieve bijdrage hebt geleverd, eerder ook al. Dus wat dat betreft, voorzitter, denk ik dat we dat in de commissie goed kunnen doorspreken, de desbetreffende bedragen. Ik begrijp dat ook bij andere commissieleden daar belangstelling voor bestaat. Voor wat betreft het bedrag van nieuw beleid. U bent daar even op terug gekomen. Ik heb gewezen op het bedrag dat we u ook al hebben toegezonden op bladzijde 5 van de tweede nota van wijziging, daar staat dat wij ten behoeve van milieu en sociale vernieuwing ook een bedrag -dat is dan structureel- van 80.000,= hebben toegevoegd. Dus wat dat betreft zitten we al boven de 561.000,=. Heer JANSEN (D66) -. Het is daar niet als nieuw beleid aangemerkt. Wethouder MENNE: Nee, maar dat kunt u als zodanig dan beschouwen. Het is namelijk een onderdeel van het speerpunt en heeft wat dat betreft een wat andere kleur, maar het is wel nieuw. Wat de differentiatie betreft, daar is ook de heer Boerkoel in tweede instantie nog op ingegaan. Wij menen toch bij ons standpunt te moeten blijven. Wat is namelijk het geval? Wij hebben gemerkt,-eerder al, dat bij differentiatie, dus wanneer voor alleenstaanden een apart bedrag aan afvalstoffenheffing in rekening wordt gebracht, dat zeer fraudegevoelig is. Het is bovendien nog zo dat het zeer arbeidsintensief is, indien we dat splitsen. We hebben dat destijds ook gehad, het is twee, tweeëneenhalf jaar geleden gebeurd dat we van die differentiatie zijn afgestapt, juist ook vanwege het arbeidsintensieve. Het is nog maar -dat is dan een derde punt- de vraag, bijvoorbeeld als je alleenstaanden een lager bedrag per jaar zou

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 323