23 oktober 1991 - 13 - aan het eind van dit jaar daar een overzicht over. Voor dit onderzoek hebben wij dus ook subsidie gehad van de rijksverkeersinspectie. De voorwaarde voor dit onderzoek was dat wij het gebruik van de auto met 20% zouden terugdringen. Gezien de resultaten die nu in statu nascendi zijn, die dus binnenkort bij u komen, ligt het in de verwachting dat wij meer dan die 20% halen. Dit om aan te geven dat wij dus echt bezig zijn eraan. Dan is het project zoals u dat aangeeft, om de automobiliteit nog verder terug te dringen, naar de mening van het college op dit moment niet zo opportuun omdat we denken, zoals mevrouw Tomassen terecht ook zei, dat iedereen persoonlijk zijn eigen inspanningsverplichting hier moet stellen en waar moet maken. Om u nog te illustreren dat wij ons ook echt op de hoogte houden, u heeft gezegd, mijnheer Boerkoel, dat in de provincie Gelderland er al iets dergelijks is en dat de gemeente Ede bezig is, ik kan u zeggen dat de gemeente Soest uitgenodigd is om in de gemeente Ede een toelichting te geven op de plannen die wij hier hebben met het vervoers management. Dus zover zijn ze daar nog niet, denk ik. Heer BOERKOEL (PvdA)Dat is waarschijnlijk om dat te kunnen aanvullen, want de ene maatregel kan heel erg goed de andere aanvullen. Wethouder SWINKELSJa, ik denk dat wij moeten zeggen: alle maatregelen die wij kunnen nemen -en het eerste aantal moties dat ik zal behandelen wijst daar ook op- die moeten we zo goed mogelijk nemen. Maar het college zegt dus van deze motie: op dit moment niet zo opportuun, graag dat iedereen -ook de ambtenaren zullen daartoe aangespoord worden door middel van de folders die u aanbevolen heeft- dat zelf ook voor zichzelf goed overdenkt en zich daar bewust van is. Dan kom ik bij de voorrang, zoals die geformuleerd wordt door verschillende partijen, voor langzaam verkeer. De motie die hierbij past is nummer 13. Ik wil dat even toelichten. Het is dus de bedoeling dat het fietsverkeer eigenlijk een beetje bevoordeeld wordt ten opzichte van het snelverkeer, het autoverkeer. Ook daar -u hebt dat terecht in uw motie gezegd- is wat meer onderzoektijd voor nodig. Deze motie is eigenlijk, als je het goed beschouwd achterhaald, want ik heb u maandag gezegd dat er een notitie klaarligt voor de raadscommissie milieu, waarin uitgebreid ingegaan wordt op de mogelijkheid om de voorrang voor het fietsverkeer waar te maken. Dan krijgt u dus ook meer technische details. Ik zou op dit moment zeggen namens het college: deze motie is niet meer nodig. Heer BOERKOEL (PvdA)U bedoelt dat u namens het college zegt dat u de motie overneemt, want het onderzoek waar wij om vragen is bijna afgerond. Dus u neemt de motie gewoon over. Wethouder SWINKELSDat kan ook. Dan kom ik aansluitend bij een aantal zaken over de wegen. Om te beginnen heb ik hier liggen motie nummer 9 van de WD, die betreft het fietspad Soest/Soesterberg westzijde. Dit voorstel past natuurlijk volledig in de ideeën van het college hierover, alleen is het zo, mevrouw Blommers, dat het gebruikelijk is dat de raadscommissie altijd eerst oordeelt over het wegonderhoud. Dit fietspad staat op de notitie wegonderhoud, die bij de eerstvolgende commissievergadering behandeld wordt in de raadscommissie verkeer, wegen, rioleringen, etc. De raad beslist maar, zou ik zeggen. Het college vindt het een prima voorstel, maar ik weet niet of de raads commissie of de raad het goed vindt dat we vooruit lopen op dat overzicht van het wegonderhoud dat we nog moeten behandelen. Dan kom ik aan het onderwijs. Daar zijn een paar vragen blijven liggen. Op de eerste plaats, het is ook niet de laatste keer denk ik, heeft mevrouw

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 332