23 oktober 1991
- 23 -
VOORZITTERAndere fracties ook? Uit uw zwijgen proef ik uw goedkeuring.
Dan is aldus besloten.
Dan heb ik op mijn tafel gekregen, maar ik vraag het maar even voor de
goede orde, een motie die ondertekend is door de Partij van de Arbeid, de
heer Boerkoel, Progressief Soest, mevrouw.Tomassen, het CDA, de heer
Verheus en Gemeentebelangen Groen Soest, de heer Van Wuijckhuijse
Officieel is deze motie nog niet ingediend, maar voor een goed verloop van
de vergadering moet ik even aan de indieners vragen of de motie nu is
ingediend. Dan is dat nummer 35.
De raad van Soest, in vergadering bijeen op 21/23 oktober 1991
gelet op
het belang van een zwemvoorziening die toegankelijk is voor de
gehele Soester bevolking
de hoge toegangsprijs van de nieuwe zwemvoorziening aan de Dalweg
de door de minima hieruit voortvloeiende problemen om gebruik te
maken van deze zwemvoorziening
draagt het college op
een regeling te ontwerpen om de minima een tegemoetkoming te doen
krijgen bij de aanschaf van een meerbadenkaart
en gaat over tot de orde van de dag.
VOORZITTER: Nu zijn er dus nog drie moties waarop u nog geen standpunt van
het college hebt gehad. Ik kan nu de vergadering schorsen, zodat u ook even
gelegenheid heeft om te overleggen naar aanleiding van onze reacties op de
moties. Ik denk dat dat voor een goed verloop van de vergadering goed is.
Wij kunnen dan nog even over de moties 28, 29 en 35 een standpunt formeren.
Kunt u daarmee instemmen? Dan schors ik de vergadering.
VOORZITTERIk heropen de vergadering.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, in de orde van de vergadering
denk ik dat ik nu moet aankondigen dat, gezien het antwoord van het college
in tweede termijn, dat er behoefte is bij een aantal partijen om een extra
motie in te dienen, met name over de differentiëring in de tarieven en
heffingen. De motie wordt op dit moment gekopieerd en misschien wilt u die
als ingediend beschouwen en bij de beraadslagingen over de moties meenemen.
VOORZITTER: Akkoord. Dan kunnen wij ondertussen nog even van de zijde van
het college een standpunt weergeven over de moties 28 en 29 en 35, waartoe
ik wethouder Menne als eerste het woord geef.
Wethouder MENNEDank u wel. Als ik dan. begin met motie nummer 28 van D66,
overschot algemene reserve 1990. Het college heeft inderdaad begrepen dat
D66 een bepaalde besteding voorstaat. Daar kan het college zich niet geheel
in vinden. Hier staat "gerechtvaardigde wensen", dat zijn dan
gerechtvaardigde wensen in de ogen van D66, waarvoor natuurlijk alle
begrip. Echter die totaliteit, dat is dan 260.000,= daar kunnen wij ons
niet in vinden, die maakt onlosmakelijk deel uit van de totaliteit van deze
motie. Vandaar dat wij niet hiermee akkoord kunnen gaan. 4 61.000,= is
inderdaad het bedrag dat dan overblijft. Wij zien het echter zo dat als D66
die 200.000,= bijvoorbeeld voor milieu-investeringen zoals aangegeven
wordt, voor wil stellen, dan kan dat zo natuurlijk in stemming worden
gebracht. Wij achten echter deze motie niet geschikt om als zodanig hier
over te nemen. Die 200.000,= zou bijvoorbeeld ook moeten concurreren met
bijvoorbeeld de wijkbus, zoals voorgesteld door de WD.