- 6 -
21 november 1991
- 7 -
een
ken
ort
r Witte
ingen in
eging
worden
en
Mijn
ijk. wel
ndpunt
lissing
nt 8
anavond
college
wil
ming zal
ng van
we bij u
plan. Wij hoeven een bestemmingsplan niet tot in detail te realiseren op
een bepaald moment. We zeggen: dat staat in het bestemmingsplan, het
bestemmingsplan laat het toe. Dus wat let ons om nu reeds niet die blokkade
op te werpen, opdat wij straks, wanneer wij weten wat de consequenties
zijn, onder andere van de structuurvisie, of en in welke mate een weg nodig
is van de Koningsweg naar de Den Blieklaan.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, u stelt mij voor om een keuze te maken
en het voorstel is dan vervolgens om geen keuze te maken! U kunt honderd
keer zeggen dat het waar is dat die notitie erbij betrokken is, maar in de
krant, het medium dat wij naar de burgers toe gebruiken, daar staat het
voorstel 8 van vanavond op de agenda als het maken van een keuze. Daar
staat niet het voorstel tot het niet maken van een keuze. Dat is mijn
probleem. Het is puur technisch, maar ik vind het onduidelijk.
Mevrouw TOMASSEN (PS)Ik kan dat helemaal ondersteunen, hoor.
Wethouder MENNEWij kiezen om geen blokkade op te werpen. Daar kiezen wij
voor
VOORZITTER: Als u het voorstel vanavond steunt, dan blijft de bestemming
zoals die in het bestemmingsplan is aangegeven, gehandhaafd. Net wat de
wethouder zegt, dat betekent niet dat je een plicht hebt tot realisering
van dit onderdeel. Geen plicht dus tot aanleg van die weg, want daarvoor
zullen we nader bij u terugkomen. Het enige wat we doen is de reservering
handhaven: wat in het bestemmingsplan staat, blijft gewoon voorlopig staan.
Daar vraagt mevrouw Blommers hoofdelijke stemming over. Daar gaan we dan nu
toe over.
et
k had
1 dan
u mag
en
t als u
sie van
jk
dan in
van de
et de
n in
dat ik
ede
r Witte
omst nog
lege
aar
n
vangen
eworden
turele
e
ings-
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, een punt van orde. Zou het
mogelijk zijn dat er een dusdanig amendement ingediend wordt dat er alsnog
gestemd wordt voor het niet-aanleggen van deze weg?
VOORZITTERNee, dat is nu voorbij. We hebben twee termijnen gehad, er is
nu hoofdelijke stemming gevraagd. De discussie is gesloten. Dan had u het
amendement eerder moeten indienen. De stemmingen vangen aan bij nummer 5.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, ik kan mij toch niet aan de indruk
onttrekken dat een belangrijk deel van deze raad zich gefrustreerd voelt in
de besluitvormingsprocedure.
VOORZITTERIk heb -maar ik kan mij vergissen- uit de eerste termijn, toen
u zich allen duidelijk heeft uitgesproken over wat uw fractie hiervan vond,
niet de indruk overgehouden dat het niet duidelijk was waarover het ging.
Aan de orde is het voorstel van het college zoals het nog eens verwoord
staat in de brief van 14 november onder agendapunt 8. Als u zich uitspreekt
met voor, dan geeft u daarmee aan dat u achter het college staat, spreekt u
zich uit met tegen, dan verwerpt u die gedachte.
heer Witte, tegen; heer Zwaanenburg, voor; mevrouw Tomassen, tegen; heer
Van Logtenstein, voor; heer Lokker, voor; mevrouw Blommers, tegen;
mevrouw Spijk, tegen; heer Verheus, voor; mevrouw Gerritse, voor; heer
Plomp, tegen; heer Krol, voor; heer Ebbers, tegen; mevrouw Van Eek,
voor; heer Van den Breemer, voor; heer Krijger, tegen; heer Jansen,
voor; heer Visser, voor; mevrouw Swinkels, voor; heer Kingma, voor;
heer Menne, voor; mevrouw Stekelenburg, tegen; heer Van den Deijssel,
tegen; heer Van Wuijckhuijse, tegen; heer Blaauw, tegen.
Het voorstel (RV 91-170) met inachtneming van hetgeen hierover geschreven
is in de brief van 14 november 1991, kenmerk dK/SV/9130001402 wordt met
13 stemmen voor en 11 stemmen tegen aangenomen.