21 november 1991 - 24 voorstellen: de heer Van Wuijckhuijse in de commissie a.b.z. de meest goede oplossing is, niet alleen voor de fractie van Gemeentebelangen Groen Soest, maar ook voor de rest van de gemeenteraad. Dat belang houden wij ook in het oog. Wij zouden u toch willen verzoeken om in ieder geval het respect op te brengen voor een andere partij wanneer die voorstelt om bepaalde personen in een bepaalde commissie te zetten en om daar dan niet vanuit de eigen fractie, zonder dat je daarover geïnformeerd bent, op deze manier mee om te gaan. Dat vind ik heel spijtig. Ik wil nog even ingaan op het argument met betrekking tot de commissie voor de beroepschriften. Het punt is dat in de commissie voor de beroepschriften in het verleden inderdaad ook ruimtelijke ordeningsbesluiten werden genomen, maar het wordt nu natuurlijk, nu de bouwbesluiten niet meer in die commissie behandeld worden, wel een moeilijke zaak om dan te gaan bepalen welke fractiegenoot daar in moet gaan zitten. Moet dat iemand uit welzijn zijn? Er komen ook subsidie-aanvragen waar beroep tegen aangetekend wordt aan de orde. Ik bedoel, zo zijn er diverse disciplines die naar commissies terugverwijzen die daar aan de orde worden gesteld. Als men dan zegt: het is dubbel, dan zal het dus moeten gaan betekenen dat we de commissie voor de beroepschriften zo gaan optuigen dat we per geval gaan bekijken wie daar dan mag zitten. Dat lijkt mij een beetje een onwerkbare situatie. Ik denk dat de kwestie dat ik in de commissie r.o. zit absoluut niet strijdig is of belangenverstrengeling oplevert of wat dan ook wanneer ik ook in de commissie voor de beroepschriften zit. Ik wil het hier in eerste instantie bij laten, voorzitter. Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, ik wil dit toch ondersteunen, hoor. Ik wil ervoor pleiten bij de rest van de raad. Ik zou het gewoon machtsmis bruik vinden als wij Gemeentebelangen Groen Soest op deze manier tegen zouden zitten en het onmogelijk zouden maken om op hun manier te werken. Zij hebben het samen besproken, het is hun zaak. Het zou heel unfair zijn als wij met een meerderheid door stemming het onmogelijk zouden maken. VOORZITTER: Ik wil er niet teveel over zeggen, het is een zaak primair van u zelf als raad. Reglementair is er niets fouts aan de hand, maar dat zegt ook geen van u. U zegt: maar er zijn ook ongeschreven regels. Dat is aan u om te beoordelen of dat hier toegepast moet worden. Voor het overige ben ik het ermee eens -dat is ook traditie- dat het een zaak is van iedere fractie zelf om de invulling te geven. Mevrouw Stekelenburg heeft het probleem dat zij hiermee had mij tijdig een aantal weken geleden kenbaar gemaakt. Ik heb dat met de heer Witte ook besproken. De heer Witte zag daar geen aanleiding in om er anders over te denken dan zoals door hem hier vanavond nog een keer verwoord is. Ik heb dat mevrouw Stekelenburg ook meegedeeld en ik heb haar in overweging gegeven rechtstreeks met de desbetreffende fractie voorzitter contact op te nemen, zodat het bilateraal besproken kon worden. Dat was het wat ik er eigenlijk over wilde zeggen. Ik vind dat het aan u is om te beslissen. Heer ZWAANENBURG (CDA) -. Mijnheer de voorzitter, ik zal het kort houden. Ik dacht dat de situatie duidelijk was. Heel even in reactie met betrekking tot de opmerking over de commissie voor de beroepschriften. Aanvankelijk hebben wij wel gedacht aan bezwaren daartegen, maar we hebben daar toch van afgezien om exact dezelfde reden als de heer Witte in zijn betoog naar voren heeft gebracht. Daarmee zijn wij het eens en dat was voor ons de reden om daartegen de bezwaren niet te uiten, omdat die er gewoon niet zijn, althans niet in de zin zoals bedoeld. Voorzitter, geen begrip hebben voor wensen van een fractie, dat kan. Dat kan zwaar wegen. Geen begrip hebben voor wat voelbaar en duidelijk een meerderheid van de raad wenst en ook niet zomaar van de ene dag op de andere... Ik heb gezegd: dat is gegroeid, dat is traditie, je brengt het op om dat te respecteren ja dan nee. Wat gevraagd wordt is een hele hoge uitzondering. Wel, het staat ons vrij om daar bezwaar tegen te maken. Maar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 417