19 december 1991 - 6 - over nadere plannen, zoals onder d. van het voorstel, nader te beslissen. Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, Met a. b. en c. hebben we weinig problemen. Maar ten aanzien van d. hebben we in het verleden besloten om alleen bij de voorjaarsnota en de begroting geld uit te geven. Nu hoeft het niet zo te zijn, maar het kan zijn dat de jaarrekening 1991 niet gelijk valt met de voorjaarsnota of met de begroting. Met dit punt geeft u zichzelf het recht om alsdan, als de jaarrekening vastgesteld wordt, geld uit te gaan geven of om met voorstellen te komen. Dat is niet juist, dat moeten we ook niet doen. We hebben dat niet afgesproken en ik stel u dan ook voor dit artikel te schrappen en op de juiste manier, zoals we afgesproken hebben, met voorstellen te komen. Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA)Voorzitter, het was een prima, gedegen overzicht van de stand van zaken per peildatum, september ongeveer. Er was een duidelijk overschot, de teneur was goed. We zijn erg blij met dit soort overzichten. Het is natuurlijk nu eind van het jaar, dus de verwachtiging van 1991 is binnenkort ook heel duidelijk bekend. Wat betreft het laatste punt, punt d. van de voorstellen, daar is denk ik de normale procedure van toepassing. Er zijn gelden en u hebt gedachten ten aanzien van de besteding van die gelden. Er is specifiek ten aanzien van kinderopvang iets in de pan. Daar zullen we op het moment dat u daarmee komt -ik denk dat dat het juiste moment zal zijn- onze mening over geven. Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, ook naar aanleiding van het laatste punt. Het stuk is geschreven op een moment dat er kennelijk nog helemaal geen duidelijkheid was over de financiële consequenties van kinderopvang. Ik betreur het dat we, al was het maar voorlopig, van u geen inzicht hebben gekregen in de gelden die op dit moment al beschikbaar zijn. Er zijn natuurlijk rijksgelden voor een gedeelte van deze zaak. Wij vinden het ook niet juist dat dit zo nadrukkelijk hier staat. We zijn het eens met de opvatting van de heer Boerkoel, dat je bij de voorjaarsnota alles tegen elkaar afweegt en op dat moment de vrije ruimte opnieuw besteedt. Anders krijgen we toch dat we elke maand iets vooruitschuiven, of iets dat we toch nog hebben staan en dat er nu net mooi uit kan. Daar voelen we niets voor. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, onze partijencombinatie is blij met dit stuk, de helderheid en de overzichtelijkheid en het adequaat erbij zijn hoe het er financieel voor staat. Dat is waar de raad eertijds regelmatig om gevraagd heeft. Ten aanzien van voorstel d. volgen wij de gedachtengang van de WD en de PvdA. Mevrouw TOMASSEN (PS)Progressief Soest ondersteunt ook, wat voorstel d. betreft, de Partij van de Arbeid. Wethouder MENNEVoorzitter, voorstel d. op bladzijde 13, dat hebben wij hier zo neergezet om de volgende reden, dat wij pas geld uitgeven als wij er zeker van zijn dat het er is. Nu is het zo dat wij voor wat betreft de voorjaarsnota en de begroting de momenten van afweging en besteding hebben bepaald, dus daar willen we aan vasthouden. Maar de redactie zou dan zo kunnen zijn, dat de jaarrekening in ieder geval bekend moet zijn, pas dan kan er op de afgesproken momenten worden afgewogen en besteed uit de jaarrekening 1991. Dus in deze zin zou ik het willen wijzigen, kunt u zich daar dan in vinden? Heer JANSEN (D66)Als u het zo stelt, kan punt d. vervallen, want dat is de normale gang van zaken.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 433