19 december 1991
- 10 -
vast kunnen stellen. We zullen dat met genoegen doen.
Heer LOKKER (CDA)Voorzitter, in twee commissie is gesproken over dit
milieubeleidsplan. Er zijn door ons al hele mooie woorden gesproken over de
uitgangspunten, doelstellingen, beleidsvoornemens, concepten, intenties,
visies en noem verder maar op. De ambitie is groot, maar voorlopig gehuld
in een dik pak met woorden. De CDA vindt ook dat de overheid een duidelijke
verantwoordelijkheid heeft als het gaat om de bescherming van het milieu.
Wij zien het als een rechtstreekse opdracht van God om te werken aan de
heelheid van Zijn schepping. Dat zijn natuurlijk ook grote woorden. Maar
mooie en grote woorden zijn niet genoeg om natuur en milieu te beschermen.
In dat verband hebben wij in de commissie de vraag gesteld wat nu eigenlijk
de waarde van dit plan is. U hebt werkelijk alle moeite gedaan om duidelijk
te maken dat het weliswaar een toetsingskader is voor alle beleid, maar
geen wurgcontract voor bijvoorbeeld structuurvisie of verkeersbeleidsplan,
maar dat het richting aangeeft. Daarmee heeft u dit plan -is het eigenlijk
nog wel een plan?- tot het uiterste gerelativeerd. Dat wordt dan nog eens
beklemtoond door de uitspraak over het uitvoeringsgedeelte. Wijziging van
prioriteiten is mogelijk, jaarlijks moet worden geëvalueerd. Kortom, als we
dit plan vaststellen, stellen we vast dat we eigenlijk niets vaststellen,
althans, weinig concrete zaken. Als u ons vervolgens de vraag stelt of we
daar vrede mee hebben, dan zouden we op dit moment eigenlijk liever nee
zeggen, daar hebben we geen vrede mee. In het vervolg zal namelijk moeten
blijken of we bereid en in staat zijn om de kloof tussen woord en daad te
dichten en dat is het werkelijke dilemma.
Voorzitter, wij zijn benieuwd naar de concrete voorstellen. We zeggen ja
tegen dit plan, omdat we eigenlijk geen nee kunnen zeggen. U hebt
aangegeven dat niets in dit plan hard is, dat alles nog bespreken is. We
hebben dus vanavond een bundel goede bedoelingen vastgesteld. In eerste
instantie is onze vraag aan u of u het met deze zienswijze eens bent. Als
dat niet het geval is, dan willen we in tweede instantie opnieuw hierover
discussie voeren.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, het eerste gedeelte van wat de heer
Lokker uitsprak hoef ik niet te herhalen. Ik ben blij dat hij dat zo zegt.
Het is een waardevol plan dat hier voor ons ligt. Dat tweede gedeelte wil
ik dus ook niet herhalen, want ik denk dat de heer Lokker daar wat te
ongunstig tegenaan kijkt. Ik vind het een goed plan. Het is voor een groot
deel een technisch plan en als je op dit gebied dingen gaat formuleren waar
onze ambtenaren mee aan het werk moeten kunnen, waar wij zelf mee aan het
werk moeten kunnen, dan is het een plan dat niet meer altijd in
bewoordingen geschreven kan worden die voor iedereen even aantrekkelijk
zijn. In die zin is het niet meer allemaal heel mooi gezegd en heel wollig
gezegd, maar is het heel realistisch geformuleerd: dat en dat gaat gebeuren
en zus en zo moet het gebeuren.
Ik ben blij met het plan, er staan buitengewoon veel dingen in die ons
duidelijk richting geven en ik hoop dat B&W het ook heel duidelijk willen
aanvaarden als een stuk dat richting aangeeft. Dat moet ook de bedoeling
zijn van dit plan. Tegelijkertijd, omwille van de helderheid naar de
burgers vind ik dat wij hardop moeten zeggen dat dit plan dus voor een
stukje nog geen duidelijkheid kan geven en dat is het ene gedeelte rond
verkeer en uitbreiding van woonlokaties waar we op dit moment geen
uitspraak over doen. Het aantal andere zaken waar we wel uitspraken over
doen, is oneindig in dit plan en daarom zeg ik dat de heer Lokker iets te
zwaar gesproken heeft. Het is een plan dat over het brede terrein van het
milieu gaat en dat is veel breder dan we op dit moment in Soest met verkeer
en bouwterreinen te maken hebben. Tegelijkertijd, als wij die intentie