17 januari 1991 - 4 - stemming aangenomen. Voorstel tot verkoop van grond gelegen nabij de Zandlaan aan de heer S.G.M. de Koning. Heer POTHUIZEN (D66)Voorzitter, mijn fractie heeft zich de vraag gesteld waarom het noodzakelijk zou zijn dit stuk grond te verkopen. We hebben geen noodzaak kunnen ontdekken. Toen hebben we ons afgevraagd of het wenselijk was om dit stuk grond te verkopen. Daarover zou je van mening kunnen verschillen. Er zijn planologische overwegingen om het niet te doen. Wij zijn vervolgens geconfronteerd met nogal wat verschillen van opvattingen tussen belanghebbenden en mogelijk ook belangstellenden voor het stuk grond. Onze overtuiging is dat het aanvaarden van het voorstel praktisch neerkomt op het kiezen van partij in wat ik voor mijn rekening dan even een burenruzie noem. Dat vind ik heel onverstandig. Bij afwezigheid van een noodzaak om te verkopen, bij afwezigheid van de wenselijkheid om te verkopen, zal mijn fractie tegen dit voorstel stemmen. Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA): Voorzitter, de mening van de CDA-fractie is in de afgelopen twee financiële commissievergaderingen heel duidelijk verwoord geweest. Ik wil dat nogmaals doen. Wij hebben de mening dat verkoop op dit moment niet juist zou zijn. Wij hebben recentelijk bij de aanvaarding van het plan Landelijk Gebied een integraal plan van de hele buurt, van een groot aantal partijen ingebracht gezien. Dat hebben we overgenomen als raad met de intentie om dat ook uit te gaan voeren. Dat was de bedoeling. Wij hebben gedacht dat het verstandig zou zijn om voor de uitvoering van dat integrale plan deze verkoop nu niet te laten doorgaan. Daarmee zeggen wij niet dat het op een ander moment niet zal gaan gebeuren aan dezelfde persoon, wij sluiten dat absoluut niet uit. Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, Progressief Soest heeft zijn standpunt niet veranderd. Wij waren tegen verkoop van dit stukje grond omdat duidelijk blijkt dat er problemen zijn onderling tussen de omwonenden. Om die problemen niet te laten escaleren vinden wij dat dat stukje in het bezit van de gemeente moet blijven. Voor ons zijn er geen nieuwe argumenten aangedragen, dus wij handhaven ons standpunt. Wij zijn tegen uw voorstel. Heer EBBERS (WD): Voorzitter, in mijn fractie heerst geen unanimiteit hierover. Een deel van mijn fractie is voor het voorstel en een deel is ertegen. Degenen die tegen zijn, waar ik mij dan toe reken, hebben de besluitvorming hieromtrent liever uitgesteld naar de definitieve uitvoering van het plan Haver Droeze, zoals ook verwoord is door de heer Van Logtenstein. Op grond daarvan zal een deel van mijn fractie tegen uw voorstel zijn. Heer BOERKOEL (PvdA): Mijnheer de voorzitter, in de raad van oktober hebben wij tegen het college gezegd: informeer nou eens bij omwonenden en kijk nou eens of je tot een vergelijk kunt komen. Vorige keer is ook gezegd dat er hier en daar wat discussie was over dat stukje grond. Vanavond in de commissie financiën bleek dat die discussie zelfs hoog oplaaide. Het lijkt derhalve niet verstandig om dit stukje grond nu aan een van de belanghebbenden te verkopen. Het lijkt mij veel verstandiger als het college zou zeggen: we houden het aan totdat besluitvorming rondom de bestemming van het totale gebied afgerond is om dan aan diegene die het meest belang heeft bij het stukje grond -als we het dan nog steeds willen verkopen- om het dan aan degene die het meest belang heeft te verkopen. Het lijkt me niet verstandig om dat nu te doen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 5