- 18 - die ik zullen i is unnen vanuit ie hier orde Ik zij de denk unt u og over nstemmen kendan en die 1 r toch orstel van sport en len op een jn t en wij dat er een maar ials wij onze ilijk zo iraat -j de >ok al imissie aar je iventueel liet dat en i wijze rogramma- ïllen om ian ook Lgde 21 maart 1991 - 19 Heer WITTE (GGS)Voorzitter, dit voorstel van de WD kunnen wij van harte steunen. Wij denken dat het gewoon een goede zaak zal zijn om commissies waarvan we denken dat we die nodig hebben, voor onbepaalde tijd vast te stellen. Dat zijn de commissies die hier voorgesteld worden. En dan inderdaad een evaluatie inbouwen. Dat is alleen maar goed. Het blijkt nu ook bij dreigende opheffing, dat alle commissies er zelf ook grote behoefte aan hebben om te evalueren. Dus ik denk dat we dat maar als principe moeten gaan invoeren. Heer BOERKOEL (PvdA): Een korte opmerking. Het wordt een beetje uitgelokt door enerzijds de commissie maar langdurig te laten voortbestaan en anderzijds te evalueren. Er staat ook nog zoiets in als een datum van 1 mei. Als je op dat moment gaat evalueren VOORZITTERU bedoelt de dag van de arbeid? Heer BOERKOEL (PvdA): Misschien kent u uw eigen notitie niet, maar op bladzijde 4, bijvoorbeeld? VOORZITTER: Ik was nog op bladzijde 1. Heer BOERKOEL (PvdA): Ah. Nee, maar even in het algemeen: 1 mei wordt als datum genoemd om commissies op te heffen dan wel voort te laten bestaan en dat voorrecht te laten aan een nieuwe raad. Het zou wel aardig zijn voor de duidelijkheid als u de datum van 1 mei zou veranderen in een iets eerder stadium. Daarmee zouden in ieder geval burgers duidelijkheid hebben vóór de verkiezingen waar de verschillende fracties voor staan. En het zou de verschillende fracties de gelegenheid geven om aan te geven wat ze bij de verschillende commissies belangrijk vinden. Daarnaast is het natuurlijk zo dat wat mevrouw Blommers zegt altijd noodzakelijk is. Commissies moeten zelf die evaluatie doen om aan te geven waar eventueel hun taak en samenstelling gewijzigd zouden moeten worden. Het verschuiven van de datum zou in ieder geval een groot stuk duidelijkheid geven. En de besluitvorming daaromtrent, dat de nieuwe raad die doet, dat ben ik met u eens. Heer VERHEUS (CDA): Mijnheer de voorzitter, het is zo langzamerhand gewoonte dat bijna aan het eind bij elke raadsperiode er door alle fracties ijverig wordt geprobeerd het aantal commissies te verminderen. Er zijn er altijd teveel. Op het moment dat je dat zegt, is dat niet zo moeilijk. Maar het probleem komt als je dat ten uitvoer wilt gaan leggen. Dat zien we hier nu ook voor ons. Er is een stuk verbeterd hoor, daar gaat het niet om. Maar ik denk toch dat het goed is om die gewoonte -want dat is het onderhand geworden- te handhaven dat er tegen het eind van de raadsperiode toch weer eens kritisch gekeken gaat worden of alle commissies nog noodzakelijk zijn. Dan zegt de heer Boerkoel denk ik toch terecht: dan niet op 1 mei. Dat is voor zijn partij een speciale dag, maar los daarvan is het een heel laat tijdstip natuurlijk om dan de nieuwe raad, die dan inmiddels in functie is, te laten beslissen. Een eerder tijdstip is beter. Wat mevrouw Blommers naar voren brengt stond eigenlijk 180 graden haaks op wat mevrouw Tomassen wilde. Ik denk toch dat het wel goed is dat je na een raadsperiode, bijna aan het eind ervan, toch weer eens als raad in de commissie a.b.z. bijvoorbeeld kritisch gaat bekijken of we de commissies die we nu nog hebben allemaal nog wel nodig hebben. Daarbij zullen de leden van de commissies zelf natuurlijk ook gehoord moeten worden. Ik denk dat we niet tot opheffing van commissies moeten overgaan zonder dat de leden van zo'n commissie daar invloed op hebben.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 64