16 april 1992
De heer Van Logtenstein: Voorzitter, de fluormoties zijn duidelijk. Daar
hebben we uitdrukkelijk onze steun aan gegeven. Dat van het onderzoek voor
het eventueel mogelijk maken van het zwemmen en dergelijke. Ik heb begrepen
dat het onderzoek verder gaat. Dat wachten we graag af en op basis daarvan
kunnen we eventueel nadere beslissingen nemen. Dan de motie van de WD. Ik
kan me vanuit hun optiek deze motie heel goed voorstellen. Wij zien hem als
een aanmoediging tot voortvarend beleid en als u hem ook zo ziet, dan hebben
wij geen behoefte om deze motie in stemming te brengen of te steunen. Ik heb
nog wel behoefte om van de wethouder te horen wat de reactie is ten aanzien
van de verlichting van de Rademakerstraat
De heer Meilof; Ja voorzitter, ik wil ook even reageren op de moties. Ten
aanzien van de fluor. Ik kan er niet helemaal aan ontkomen dat ik het niet
een echte OOO-motie vind. Aan de andere kant is het een dringende zaak,
waarvan je zegt, het is wel erg goed dat het nu gebeurt, dus het is ook nog
zo'n klein bedrag dat ik er maar gewoon niet moeilijk over wil doen en het
ook weer al te onaangenaam vind om als enige partij daar niet voor te zijn.
Maar of het nu wel echt wijs is om zulke moties op dit moment in te dienen,
weet ik niet. Motie 3 ten aanzien van de zwemvoorziening voor degenen die nu
het moeilijk kunnen betalen. Heel realistisch, denk ik, dat het een ongeloof
lijk zware dobber is voor degenen die met het minimum rond moeten komen om ij
het zwembad binnen te komen. Het is werkelijk een echte last en tegelijker
tijd ben ik het toch ook helemaal met de heer Kingma eens dat je dit breed
moet bekijken. Ik vind wel dat we het ook serieus moeten bekijken wat de
mogelijkheden op dit gebied zijn. Niet nu, ik ben er op tegen om deze motie
op dit moment te behandelen. Ik vind wel dat bij een evaluatie, bij een
volgend punt, wij daarnaar moeten kijken of het mogelijk is om deze groep op
een beperkte wijze te ondersteunen, zodat er meer mogelijkheden komen. Ik
denk dat je hier kunt spreken van een zeer constructieve gezondheidsvoorzie
ning als het om een zwembad gaat en dat het in die zin ook een zeer brede
algemene waarde heeft, overigens net zo goed als de krant waar de heer Kingmi
het over heeft. En dat je best mag kijken wat je als Soester inwoners met
elkaar daarvoor over hebt, dat ook deze groep daar gebruik van kan maken. De
laatste motie, ja, ook die ondersteun ik eigenlijk heel positief, ik ben het
er helemaal mee eens dat we hier heel constructief naar moeten kijken. Ik
vind het ook een beetje jammer, dat hij op dit moment ingediend wordt. Ik zot
hem zelf willen zien als een motie, die aanhangig maakt dat dit niet uit
vizier mag raken. Ik vind dat de behandeling, zoals die geweest is in de
commissie milieu een beetje de tendens heeft gehad van nou daar hoeven we
bijna niet meer op terug te komen. Dat is toch bijna onmogelijk, je ziet wel
dat het financieel haast niet haalbaar is. En met deze motie even naar voren
halen dat er een aantal partijen is dat zegt van sorry financieel een zware
dobber, maar we vinden het geweldig belangrijk, dus dit mag niet vergeten
worden. Dit komt terug, hier gaan we weer mee door in een ander stadium, daa:
sta ik geheel achter. Maar dan in een stadium dat we ook meer weten over de
verkeersstructuurbeter weten hoe we op de openbaarvervoer-structuur kunnen
aansluiten enz. Dus nu wil ik hier geen beslissing over nemen, terwijl ik er
heel erg achter sta.
Mevrouw Blommers: Voorzitter, het feit dat we de motie nu hebben ingediend,
was omdat we inderdaad letterlijk teleurgesteld waren. Misschien lag dat ook
wel aan het feit, dat toen wij het in oktober in de raad voorstelden, de
wethouder ons, wellicht ongewild, de indruk gaf dat zij vrij snel met een
voorstel kon komen. Zij heeft toen gezegd bovendien is het een voorstel uit
het eigen verkeersbeleidsplan om te komen tot zo'n wijkbus, mits er gelden
genoeg zijn en mits het zin heeft. Samenvattend, is het college dus van plan
het zeker te onderzoeken, maar kan er op het ogenblik nog geen uitspraak ove:
doen. In ieder geval het was heel positief. Dus wij verwachtten ook heel
positief iets. En in november hebben we de raad ook bij de voorjaarsnota of
zoveel eerder als mogelijk was. Nou, dan is er bij de voorjaarsnota een ding
niet en dan zijn we teleurgesteld, want we voelden de steun in de raad
hiervoor. En ik voel hem vanavond weer, dat als u zegt van ja maar het heeft
voor ons prioriteit, we gaan het straks niet afwegen tegenover een uitbrei
ding van het personeel van C-drie of iets dergelijks, want we hebben in weze;
al een principe-uitgangspunt aangegeven. Wij vinden dit heel belangrijk en
wij gaan nu op een goed moment dan misschien niet in samenhang met de verbre'
9
t
d
t
u
d
m>
V'