23 januari 1992
- 12 -
niet het geval was. En dat is winst en een compliment waard.
Heer VERHEUS (CDA)Mijnheer de voorzitter. Bij het opstellen van het
collegeprogramma voor deze raadsperiode waren alle partijen het erover eens
dat we door middel van een structuurvisie de grote lijnen zouden moeten
uitzetten voor het eind van deze en het begin van de volgende eeuw. Met
andere woorden, in deze raadsvergadering bepalen we de richting en in de
vergadering van juni a.s. hopen we de structuurvisie van handen en voeten te
voorzien. Daarbij dienen we natuurlijk niet uit het oog te verliezen dat we
met een structuurvisie, althans juridisch gezien, nog maar weinig grond onder
de voeten hebben. Uiteindelijk zullen de afgeleiden daarvan, namelijk de
goedgekeurde bestemmingsplannen, de juridische grondslag moeten vormen.
Het is, mijnheer de voorzitter, vandaag toch wel een min of meer historische
dag. Bij mijn weten is het nog niet eerder voorgekomen dat we als raad over
zo'n ingrijpend plan een beslissing moesten nemen. Eén ding is wel zeker,
tijdens de informatie- en inspraakbijeenkomsten was de publieke belang
stelling groot, evenzo vandaag. Uiteindelijk zal toch de raad een beslissing
moeten nemen. De meeste insprekers hebben ons duidelijk trachten te maken wat
men niet of wel wilde, meestal niet. En vanuit de optiek van de belang
hebbenden bezien is dat alleszins verklaarbaar. Een gekozen gemeenteraad
daarentegen moet het algemeen belang laten prevaleren boven het groepsbelang.
Dat is zeker in een zaak als deze geen eenvoudige taak. Daarvan is de CDA-
fractie zich terdege bewust. Maar we gaan de verantwoordelijkheid voor deze
zaak niet uit de weg. Trouwens, ook het voorliggende voorstel van B&W toont
aan dat het college diezelfde mening is toegedaan. Wij vinden het overigens
een normale zaak dat het college met een unaniem voorstel is gekomen. Een
minderheidsstandpunt van één of meer collegeleden in deze aangelegenheid zou
voor de CDA-fractie onaanvaardbaar zijn geweest.
Als ik vervolgens, mijnheer de voorzitter, namens mijn fractie een aantal
kanttekeningen plaats bij dit raadsvoorstel, dan begin ik met vast te stellen
dat onze denkbeelden voor wat betreft de ruimtelijke ontwikkelingen van Soest
in grote lijnen in het collegevoorstel voor ons herkenbaar zijn. De geplande
woningbouw past ons inziens heel wel bij dit afrondingsscenario. Dat de
voorkeur daarbij uitgaat naar sociale woningbouw kunnen wij onderschrijven.
De CDA-fractie, mijnheer de voorzitter, gaat er daarbij van uit dat er ook
ruimte moet zijn voor sociale woningbouw in de premiekoopsfeerOok vinden we
een jaarlijkse evaluatie c.q. bijstelling aan de hand van de volkshuis
vestingsnota zinvol. Dat bij de vijfjaarlijkse evaluatie niet alleen naar de
beschikbare bouwlokaties maar tevens naar het aantal echte woningzoekenden
wordt gekeken, ondersteunen wij van harte. Zonder dat ik me in details wil
begeven, vindt de CDA-fractie dat de bouw van seniorenwoningen een hoge
prioriteit moet krijgen. Want juist de bouw van dit type woningen heeft
bewezen dat dit de zonodige doorstroming bevordert.
De door het college gekozen bouwlokaties, zoals die op bladzijde 5 onder punt
1 tot en met 5 zijn vermeld, zijn voor de CDA-fractie alleszins aanvaardbaar.
Vervolgens, mijnheer de voorzitter, het hoofdstuk Soesterberg. Wij zijn blij
dat daaraan nu meer aandacht wordt besteed dan in alle voorgaande stukken.
Met alle respect voor het bureau Zandvoort, maar menig Soesterberger kreeg de
indruk dat dit bureau nauwelijks op de hoogte was van het bestaan van
Soesterberg. Laat ik dan beginnen met de opmerking over de zogenaamde KE-
lijnen. Als ik goed ben ingelicht, schijnen die geen enkele juridische grond
te hebben. Met andere woorden, het staat ons vrij dit gegeven te negeren. Zij
het, dat de provincie het bouwen binnen de lawaaizones afwijst. Maar via een
Kroonberoep zou de uitspraak nog wel eens in ons voordeel kunnen uitvallen.
Een heel andere situatie zou zich in Soesterberg kunnen voordoen, als de
vliegbasis een slapend bestaan zou krijgen. Ongetwijfeld komen er dan een
groot aantal woningen op de markt ten gevolge van de repatriëring van de
Amerikanen. Is er dienaangaande bij het college iets bekend dat in 1995
daarover zal worden beslist?
Hoewel de structuurvisie veel meer omvat dan woningbouw alleen, ligt het
accent thans grotendeels op dat terrein. We mogen echter onze ogen niet
sluiten voor de nevenactiviteiten en gevolgen die dit meebrengt. Want de
verkeersafwikkeling met name speelt daarbij een niet te onderschatten rol.
Dat er voor de twee grootste knelpunten, namelijk de Van Weedestraat en de
Ossendamweg oplossingen gezocht moeten worden die in feite geen langer
uitstel gedogen, vinden wij vanzelfsprekend. Dat er voor het geheel van de