18 juni 1992 - 3 - discussie over een eerder project van huurwoningen in het bestemmingsplan Klein Engendaal aan de orde is geweest, namelijk het volgende. We moeten de huren altijd in relatie zien tot datgene wat er op dit moment aan huur woningen met de huurprijs op de markt is. Even twee veronderstellingen, twee voorbeelden voor wat betreft de betekenis van een huur van 650,= bij oplevering van de woning. Een eerste mogelijkheid is dat de woningen worden opgeleverd vóór 1 juli 1993, dan is de eerste huurverhoging 1 juli 1994. Dat zou een huurprijs opleveren heden ten dage -en zo kun je dus woningen met elkaar vergelijken- van 584,= Gaan we ervan uit dat dat niet gehaald wordt, maar dat pas na 1 juli de huurwoningen worden opgeleverd, dan zou dat een huurprijs van ongeveer 554,= opleveren, te vergelijken met woningen van vandaag. In dat licht bezien, vinden we 650,= redelijk. Kunt u aangeven wat de financiële consequenties zijn van het collegebesluit op de uiteindelijke huurprijs van de woningen in het GOS- project en wat die zou kunnen zijn bij een totaalrealisatie in één hand? Heeft u bij uw antwoord op deze vraag rekening gehouden met (extra) kosten van projectbegeleiding en coördinatie, toezicht op architectoni sche aspecten en stedebouwkundige aanpassing door een geknipte project uitvoering vanwege zogenaamde onderhandelingstechnische voordelen? Zoals gezegd, heeft een integrale aanpak voordelen. Deze zijn in de onderhandelingsresultaten tussen de woningbouwvereniging en bouwbedrijf Van der Grift maximaal benut. De gevolgen voor de huurprijs (van 64 0,= naar 650,=) hebben we hiervoor al in het antwoord aangegeven. Voor alle duidelijkheid nogmaals: het is een suggestie van de kant van de gemeente om het beperkte financiële gat in het project op te lossen, uiteindelijk is het de woningbouwvereniging die de huurprijs vaststelt. Zo hebben we het in de huidige subsidieregels met elkaar afgesproken. Dus, het uiteindelijke besluit daarvoor ligt bij de corporatie. VOORZITTERU weet dat u nu als raad aan de beurt komt om -in de eerste plaats degene die de vragen gesteld heeft, maar ook de overige leden van de raad kunnen dat- een vraag over het onderwerp ter nadere opheldering te stellen en deze op beknopte wijze toe te lichten. Ik geef daartoe graag het woord aan de heer Krijger. Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de antwoorden die het college heeft gegeven, langer zullen doorklinken dan deze raadsvergadering zal duren. Waarom? Allereerst spreek ik waardering uit. Je kunt het haast verwachten als er vragen komen, dat men meestal op een hele nette manier net langs de finesses heen kan lopen. Op het oog lijkt het allemaal zorgvuldig gedaan, en er zal ook wel naar gestreefd worden om een zorgvuldige indruk te geven, maar tussen de regels door merk je dus dat er een paar gekke dingen aan de hand zijn. Dat was ook de reden voor ons om een aantal vragen te stellen. Dat is niet in één keer gebeurd, dat is stapsgewijs opgebouwd. Nu willen wij exact weten -dat weten we nog niet- wat er aan de hand is. Want waar is het gereken uiteindelijk allemaal om begonnen? Niet omdat ik begrepen heb dat zo graag de woningbouwvereniging het GOS-project wil realiseren. Het GOS-project was meer een politiek project dan dat iemand zei: ik wil dat graag realiseren. Er is lang overleg over geweest, vooral door de wethouder die nu namens het college de vragen beantwoord heeft, er was ontevredenheid over, het is een heel Icing verhaal dat ik hier niet zal herhalen, de meesten kennen dat wel. Uiteindelijk komt de situatie dat het mogelijk is, een situatie dat een aantal woningbouwprojecten samen moet gaan, omdat -waar de WD niet tegen is, maar het gewoon constateert- projecten soms alleen maar haalbaar zijn als de vrije sector erbij gehaald wordt. Op wat onverwachte, soms ongelegen momenten gebeurt dat dan ook, om iets haalbaar te maken. Op dat moment komt ook dan een heel project mogelijk binnen bereik van een woningbouwvereniging. Niet dat ze dat graag willen hebben, maar ze zijn .nu eenmaal een van de twee toegelaten instellingen die de gemeente nodig heeft om de sociale sector te realiseren, voor zover dat dan vooral gebeurt in de huursector. Maar er zijn ook afspraken gemaakt. We hebben een tijd terug een convenant afgesloten, een convenant dat aangeeft wie wat gaat doen, een hele rolverdeling, een hele taakverdeling. De beantwoording namens het college loopt daar netjes langs de kant, aan de verkeerde kant. Want het is gewoon begonnen, heel simpel -wat ook gevraagd is: wat is nou de onderhandelings ruimte, de ruimte die nodig is- dat er acht kavels uit een heel project worden afgezonderd die als ze erin waren geweest het niet nódig hadden

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 154