17 september 1992
- 6 -
de hulpverlenende instantie en het feit dat uit de politierapporten verder
geen nadere conclusies te trekken zijn. De WD richt zich nu op de adviezen
van de VNG en de standpunten zoals die verwoord zijn in de kamerstukken. Het
is natuurlijk een landelijke problematiek, waar we hierover praten, vandaar
dat wij ook die stukken erbij willen betrekken. Onze voorkeur gaat uit -het
is bekend- naar een proefconvenant voor één jaar, waarna het tot een betere
afweging van belangen kan komen en de verantwoordelijkheden van de betrokken
partijen beter tot hun recht kunnen komen en ook beter kunnen worden
getoetst
Resumerend en om kort te zijn, mijnheer de voorzitter, wij delen uw bezorgd
heid met betrekking tot de gokverslaving, wij zijn bereid om verdergaande
maatregelen te overwegen als de effecten van het door ons voorgestane
proefconvenant daartoe aanleiding geven. Wij zijn tegen dit voorstel.
Heer ZWAANENBURG (CDA)Voorzitter, ik denk dat -mede gezien de opmerkingen
van de kant van de WD- het toch juist is heel in het kort nog even terug te
komen op onze opmerkingen die we gemaakt hebben in de commissie. Natuurlijk
is het goed en juist om met belangstelling kennis te nemen onder meer van het
rapport van de VNG, maar wij vinden wel heel nadrukkelijk dat de belangen die
daarin aan de horeca worden toegekend niet onbelangrijk zijn, maar van
beduidend minder belang dan de zorgen die weergegeven worden. Waar geen
speelautomaten zijn of beduidend minder speelautomaten, kan minder gegokt
worden. Het argument: dan gaat men naar andere gelegenheden toe in andere
gemeenten, we hebben het ook de vorige keer al gezegd, dan dienen die
gemeenten ook weer hun eigen verantwoordelijkheid te dragen. De toename van
de verslaving bij het gokken is gewoon ontstaan met de toename van het aantal
speelautomaten. Wij steunen van harte het voorstel van het college.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik ben dankbaar dat we aan dit besluit
toe zijn. Enkele jaren geleden heb ik daartoe een voorstel gedaan tijdens de
algemene beschouwingen. Het is een goede zaak dat dit nu op deze praktische
wijze verwerkt wordt. Er heeft eerst een tijdje vertraging in gezeten, maar
ik ben blij dat na de vraagstelling een klein jaar terug, u er op deze wijze
mee om bent gegaan en dat nu dit voorstel voor ons ligt.
Voorzitter, ik ben vooral blij dat we nu in Soest in een stadium zijn van
terugdringing van het liberaliseren van veel ellende, dat we eraan toe zijn
dat we niet zeggen van: de burger moet dat zelf maar weten, de burger moet
dat maar naar eigen geweten invullen en dat we in sommige situaties, waarvan
we weten dat er burgers, dat er gezinnen in grote nood komen, weer
beslissingen durven te nemen waarmee we burgers in bescherming nemen. Dat is
niet een oneigenlijke taak van de overheid, om voor een deel burgers weer in
bescherming te nemen die soms daarvoor te zwak zijn.
Voorzitter, ik ben blij met dit voorstel.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, in onze fractie is de afgelopen tijd wisselend
gedacht over het voorstel van uw kant en aan de andere kant het voorstel van
de automatenhandel om een convenant te sluiten met de gemeente SoestIn
eerste instantie waren wij door informaties, zoals net ook genoemd, van het
VNG en de kaderstukken van het ministerie van economische zaken ook tot de
conclusie gekomen dat een convenant tot een zinvolle bijdrage zou kunnen
leiden om de gokverslaving terug te dringen. Echter, in de praktijk bekeken
meende toch de meerderheid van onze fractie dat handhaving daarvan toch wel
op grote problemen zou stuiten. Wanneer in een snackbar of dat soort
gelegenheden een gokkast staat, dan wordt de handhaving wel'heel moeilijk
wanneer je dat alleen wilt verbieden aan jongeren onder de 18 jaar. Wij
denken dat de handhaving van een verordening veel beter gebaat is bij dat er
dan in een bepaald soort gelegenheid geen aanwezig is, want dat kun je zien
of niet zien en dat maakt de taak van degene die moet controleren veel
eenvoudiger. Het had anders gelegen als de automatenhandel ook zo'n soort
convenant had willen sluiten. Dat is niet het geval, vandaar dat een
meerderheid van onze fractie voor uw voorstel zal stemmen en een minderheid
tegen.
Heer BOERKOEL (PvdA)Eens met uw motivatie. Voor.
Mevrouw TOMASSEN (PS)Wij stemmen ook voor.