- 28 -
17 september 1992
- 29 -
geeft over het amendement.
Wethouder MENNEWat betreft de vraag van mevrouw Blommers is het zo,
natuurlijk, dat dit boekhoudkundig kan worden opgelost. Dat begrijpt u. Er
staat bij het vijfde streepje dat de gemeente geen financiële consequenties
zal hebben. Dat is de vraag. Bij wat voor belasting ook, overdrachts- of
omzet- dat kan van alles wezen, dus dat kan ik zo niet direct beantwoorden,
maar er is een mogelijkheid dat dat inderdaad ontstaat en die moeten we dan
als gemeente betalen. Dat zou dus daadwerkelijk financieel gevolg hebben voor
de gemeente. Dus daar moeten we voor waken, dat we dat niet doen. Ik ben het
anderzijds wel eens met u, dat heb ik ook in de commissie wel bespeurd, daar
hebt u wel gelijk in, dat wij, als wij instellingen ter wille zijn, dat ook
zoveel mogelijk moeten aangeven in de boeken. Soms is het niet mogelijk, soms
is het immaterieel. Maar als we het materieel kunnen aangeven in de boeken,
dan moeten we dat ook voor nu en voor later kunnen tonen. Dat is
verduidelijking.
Mag ik het zo met u afspreken, voorzitter, dat wij het doen indien het geen
financiële consequenties heeft voor de gemeente? Ik begrijp toch wel dat een
meerderheid in de raad dit wel wil ondersteunen. Is het zo dat het echt extra
materiële uitgaven betekent voor de gemeente, dan zal de methode zoals het
college heeft voorgesteld, doorgaan. Is dat goed?
VOORZITTER: Ik zal eerst vragen of de indiener van het amendement daarmee kan
instemmen, zoals de wethouder het verwoordt.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, hier sta ik geheel achter. Er is voor
ons een diepe overtuiging dat de overdrachtsbelasting wel degelijk geheven
wordt, ook op het moment dat wij het verkopen voor 1,= Met andere woorden:
dan wordt het getaxeerd en over het getaxeerde bedrag wordt toch overdrachts
belasting betaald. Dat betekent dat we uiteindelijk evenveel geld kwijt zijn.
Om die reden ben ik ervan overtuigd dat we verder gaan met de richting van
dit amendement
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, het voorstel klinkt sympathiek, maar ik
zou mij toch kunnen voorstellen dat het voor de duidelijkheid beter is om het
voorstel een maand aan te houden en dan even precies te weten wat we gaan
beslissen. Als ik nu iets beslis wat ik bij nader inzien toch niet heb
beslist... Of geeft dat onoverkomelijke moeilijkheden voor de instelling?
Mevrouw TOMASSEN (PS)Dat voorstel ondersteun ik.
VOORZITTER: Ik begrijp dat het geen problemen oplevert als we het een maand
aanhouden. Dat biedt het voordeel dat we het even van alle kanten kunnen
bekijken. Kunt u ermee instemmen?
Wethouder KINGMA: Ik kaïn me voorstellen dat het wel nodig is, want er moet
gebouwd worden en gebroken in een situatie waarin de betrokken instelling
geen eigenaar is. Dat betekent dat u bereid bent het voorstel aan te houden,
onder de afspraak dat of het nu dit voorstel is of het andere voorstel, dat u
bereid bent dat te accepteren, zodat de instelling daadwerkelijk aan het werk
kan.
VOORZITTER: Mogen we het zo besluiten, met deze kanttekening?
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)En de heer Menne weet dan alles van de sleutel-
verklaring en zo.
Wethouder MENNEJa, ik wil er wel grapjes over maken, maar nu is het zo dat
wij dit dus besluiten, dat de instelling al kan gaan breken, voordat u
definitief het raadsbesluit neemt.
VOORZITTER: De raad verleent machtiging dat dit mag.
Wethouder MENNEDus er mag geanticipeerd worden, eigenlijk.
Het voorstel (RV 92-111) wordt aangehouden, waarbij de raad de betrokken