12 oktober 19 92
- 31 -
besluit
de stichting "Oud Soest" in 1993 en 1994 incidenteel 6.500,= extra
subsidie te geven, te betalen uit het overschot 1991,
en gaat over tot de orde van de dag.
De CDA-raadsfractie, R.W. Krol en J.P.J. Lokker.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, de wethouder van financiën heeft na een
lange inleiding, die naar onze mening niet geheel relevant was, zich
uiteindelijk toegespitst op de opmerkingen die wij hadden over de belastingen
in deze gemeente. Het was hem niet precies duidelijk hoe wij ons dat
voorstelden en ik hoop dat het na het voorlezen van de overwegingen bij onze
motie hem wel duidelijk is. Het is een motie over de onroerend goedbelasting.
Motie nummer 4
De raad van de gemeente Soest, in vergadering bijeen op 14 oktober 1992,
overwegende
dat in het beleidsprogramma overeen is gekomen dat belastingen niet
verhoogd mogen worden zonder dat daartoe de noodzaak overtuigend is
aangegeven,
dat er geen noodzaak is waarom van deze beleidsafspraak moet worden
afgeweken,
besluit
de onroerend goedbelasting dit jaar in het geheel niet te verhogen,
maar slechts de afgesproken verlaging -in samenhang met de
tariefstelling van de afvalstoffenheffing- door te voeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De WD-fractie, Neks Blommers, Joop Ebbers
Deze motie kunt u volgend jaar om deze tijd wederom verwachten, als u dan nog
steeds geen plannen hebt tenminste, die een belastingverhoging noodzakelijk
maken. Als u het jaar daarop nog steeds geen plannen hebt, dan kunt u zo'n
motie het jaar daarop weer verwachten. We zijn dan zuinig met papier, we
vragen gewoon of u de datum wilt aanpassen. Het lijkt ons de enige manier om
er werkelijk voor te zorgen dat u een afweging maakt of u nieuw beleid wilt
financieren met een lastenverzwaring voor de burgers. Dat wat betreft de OZB.
Motie nummer 5:
De raad van de gemeente Soest, in vergadering bijeen op 14 oktober 1992,
overwegende
dat rioolrecht een recht is en geen belasting,
dat het rioleringstelsel voor het overgrote deel noodzakelijk is
voor de afvoer van hemelwater,
dat er mogelijkheden zijn om de capaciteit voor deze opvang te
vergroten die aanmerkelijk minder kosten dan de voorstellen van het
college,
dat deze alternatieven ook beter zijn uit oogpunt van volks
gezondheid,
besluit
de burgers niet extra te belasten voor een gemeentelijke taak die
binnen de beschikbare middelen verricht kan worden en het rioolrecht
op het bedrag voor 199 2 vast te stellen.
De WD-fractie, Neks Blommers, Joop Ebbers.
Wat betreft het rioolrecht overwegen wij dat het een recht is en geen
belasting. Het is een bijdrage van de gebruikers in een groter geheel dat
gebruikt wordt voor het afvoeren van hemelwater. Daar we voor die taak helaas
niemand een rekening kunnen sturen, denken wij dat het niet logisch is om
daar de burgers extra mee te belasten. Daarnaast zijn er ook nog mogelijk
heden zijn om de capaciteit van deze opvang aan te passen aan de problematiek
wat betreft de overstort. Dat de alternatieven ook nog beter zijn uit een
oogpunt van volksgezondheid, daar zullen we bij de hoofdstuksgewijze
behandeling inhoudelijk op ingaan. Dat zijn de redenen waarom wij zeggen: het
rioolrecht hoeft niet verhoogd, niet nu en na een herberekening ook zeker
niet in de toekomst.
Motie nummer 6.