12 oktober 1992
- 34
geweest
Heer JANSEN (D66)Voorzitter, is het de bedoeling van de WD met deze
aanhaling om te zeggen dat zij voorlichting overbodig vinden in het vervolg?
Mevrouw BLOMMERS (WD)Nee, als ik direct mag antwoorden, voorzitter? Het is
niet onze bedoeling om te zeggen dat voorlichting overbodig is. Het is wel
onze bedoeling om aan te tonen dat voorlichtingssaus niet voldoende is om
ergens een eetbaar gerecht van te maken.
Wethouder VISSER: Maar dat heb ik niet gezegd!
Mevrouw BLOMMERS (WD) Nee, dat zeg ik.
Heer JANSEN (D66)We moeten ons blijven inspannen om het beter te doen, daar
zijn we het dus over eens.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Daar hebt u ons nooit aan horen twijfelen.
Wethouder VISSER: Dus blijft van uw hele verhaal niets over en gaan we gewoon
door zoals we gewend zijn voorlichtingsavonden te geven.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Dat is nu precies die arrogantie waar ik vanavond
over begon. Het zou prettiger zijn als u wél in overleg met mensen over deze
zaken zou willen praten en niet zou willen zeggen tegen een vertegenwoordiger
van een politieke partij dat hun vragen van het niveau zijn van de
klachtentelefoon. Want als u zo serieus met die burgers om zou gaan, dan zou
u die klachtentelefoon ook serieus nemen, dan zou u uw eigen instrumenten
serieus nemen. Ik verwacht dat ook van het college.
Wethouder VISSER: Als u de burgers serieus had genomen, dan had u net zo'n
verhaal gemaakt als de andere partijen hadden gedaan en niet met zo'n
schertsvertoning van die drie plaatjes.
VOORZITTER: Goed, einde discussie.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, ik wil graag dat de wethouder deze
woorden terugneemt. Ik ben niet geïnteresseerd in dit soort kwalificaties,
waar ik niet eens volgens het reglement van orde eigenlijk zinnig op kan
reageren.
VOORZITTER: U bent over en weer met interrupties bezig en ik heb deze
discussie nu beëindigd. Ik constateer dat de WD drie moties heeft ingediend.
Dan geef ik nu het woord aan Gemeentebelangen Groen Soest, de heer Witte.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, in reactie op uw reacties op onze verhalen het
volgende. De wethouder van financiën heeft terecht geconstateerd dat wij
zeggen dat wat betreft de belastingen pas op de plaats moet worden gemaakt.
Dat klopt. Wij vinden dat er dit jaar alle aanleiding is, gezien de
financiële positie van de gemeente Soest, om af te zien van een verhoging.
Het is duidelijk dat door de verhoging van de afvalstoffenheffing de
belastingdruk voor de burgers van Soest meer dan het inflatiepercentage
stijgt. De gemeente Soest is daarmee een van de inflatie-aanjagers van
Nederland, zoals de Consumentengids duidelijk maakt en ook via het dubbeltjes
verhaal van de heer Jansen duidelijk werd. Gemeentebelangen Groen Soest stelt
voor om dit tij voor een deel te keren, in ieder geval voor dit jaar, door de
onroerend goedbelasting en het rioolrecht niet te laten stijgen. Wij stellen
meteen voor dat op een bepaalde manier te dekken. Dat wordt ons altijd
gevraagd als we "een gat schieten in de begroting" van: zeg dan maar eens hoe
het gedekt moet worden. Allereerst willen wij de taakstelling personeel
volledig handhaven. We gaan dus niet akkoord met de vermindering hiervan met
één ton voor de I&A-coördinator en de 40.000,= voor de historisch-
topografische atlas. Daarnaast blijkt uw besteding in het kader van
incidenteel beschikbaar 1991 ter grootte van een ton voor de netwerken en
dergelijke, aan de ruime kant. Uit informatie blijkt hier volstaan te kunnen
worden met maximaal 60.000,=. Via genoemde drie posten hebt u 180.000,=