14 oktober 199 2
- 23 -
beoogt
Er zijn opmerkingen gemaakt over de uit-de-boot-vallers, om het zo maar even
te omschrijven. Ik denk dat wij ons beperken tot degenen die we kennen. Dat
doen we bewust vanwege het gegeven dat het ons ook uit een oogpunt van
fraudegevoeligheid onverstandig lijkt om de mededeling te doen van: heeft u
misschien geïnformeerd of u in aanmerking zou kunnen komen en bent u
verhuisd, dan kunt u toch een nieuwe aanvraag indienen. Ik denk dat dat niet
echt eigenlijk is. Tenslotte is het altijd regeling geweest, gebruik maken
van de kennis die je hebt en daarop een aanvraag indienen. We kunnen alleen
maar ingaan op degenen die we kennen en waarvan we zeggen: die hebben een
aanvraag ingediend en zijn afgewezen. Daar komen we dan uiteindelijk op
terug. Het spreekt vanzelf, gegeven het feit dat de regeling dus neem ik aan
op enigerlei wijze doorgaat, dat daar op de normale wijze verspreiding aan
zal worden gegeven, zoals dat bijvoorbeeld ook al gebeurde bij het aanbieden
van woningen, dat de woningbouwverenigingen als het om ouderen ging de mensen
daarover informeerden over het feit dat de regeling er is. Dat was in ieder
geval de afspraak.
Daarmee denk ik dat ik alle opmerkingen heb beantwoord, voorzitter.
VOORZITTER: Wenst iemand in tweede termijn het woord? Mijnheer Jansen, kunt u
meteen meedelen of het amendement handhaaft of niet?
Heer JANSEN (D66)Dat zal ik doen, voorzitter. Ik wilde zeggen dat het
antwoord van de wethouder mij overtuigt dat er een groep is die niet geholpen
wordt, dat dat uit de praktijk blijkt, waarvan ik veronderstelde dat die niet
zo groot zou zijn. Maar als die er wel is, dan blokkeer je dus het
doorstromingsidee dat wij juist voorstaan. Dus dat argument moet ik erkennen,
dat je dan aanvaardt: het betekent in feite dat mensen, ouderen, die gaan
verhuizen en geen hoog inkomen hebben, kunnen kiezen uit twee regelingen. Als
ze wel naar een goedkoper huis gaan, kunnen ze een veel voordeliger regeling
kiezen. Dat moet hen dan ook wel helder en duidelijk gemaakt worden, want het
scheelt: dan krijgen ze twee keer zoveel. Als ze naar een duurdere woning
gaan, dan krijgen ze dus veel minder. Dat is dan het praktische resultaat.
Maar, gegeven uw argumentatie komt het er toch op neer dat als ik het
collegevoorstel verder volg op deze punten, dat dan de regeling voor mensen
met een hoger inkomen eigenlijk komt te vervallen, omdat het toch de
doorstroming niet dient. Daarvan uitgaande, moet ik dus zeggen dat ik de
punten 1 tot en met 4 onderschrijf en het amendement intrek.
Heer KROL (CDA)Voorzitter, in tweede termijn kort. De woorden van de
wethouder hebben mij absoluut niet overtuigd. Daar zal ik kort wat over
zeggen. Als hij aangeeft dat er op dit moment een te brede regeling bestaat
en dat die daarom beperkt moet worden, dan doet u twee dingen. U verlaagt de
verhuispremie, daarvan hebben wij gezegd -zij het met moeite- akkoord. Een
verdergaande begrenzing van die regeling zien we niet zitten en dat wil ik
ook best nog even cijfermatig onderbouwen. U suggereert hier dat de regeling
op grote schaal uiteindelijk toch niet goed terecht komt. Van de afgelopen
drie jaar, 1990, 1991 en 1992 tot het moment dat het potje leeg was, hebben
er 84 mensen gebruik gemaakt van deze regeling. Van die 84 mensen hebben er
56 een huurwoning voor wederverhuur achtergelaten, een gemeentelijke
huurwoning. Ongetwijfeld kent u de cijfers, maar ik wil ze hier toch graag in
het openbaar nog even gezegd hebben. 13 aanvragers lieten een huurwoning in
de particuliere sector achter, wat betekent dat wij hem als gemeente niet
konden verhuren, maar dat die toch op de markt in Soest wel weer beschikbaar
kwam. Dat betekent dat de huidige regeling zonder inkomenstoets op dit moment
al voor het overgrote deel die doorstroming realiseert die wij er eigenlijk
mee bedoeld hadden, namelijk huurwoningen die de gemeente weer kan verhuren,
komen vrij via de huidige regeling. Dat we het beperken in omvang -dus als u
praat over de financiën- is nog tot daaraan toe, maar het puntje van de
inkomenstoets, voorzitter, daar krijgt u het CDA echt niet achter.
Wethouder KINGMA: Het is jammer, voorzitter, maar de heer Krol hanteert
telkenmale de misvatting dat het per se om een inkomenstoets gaat. Dat is
alleen maar een middel dat je hanteert om een bepaalde regeling toe te
passen. Ik denk dat als hij zich niet wil laten overtuigen met zijn fractie,
voorzitter, dat het ophoudt. Ik denk dat ik duidelijk geweest ben in mijn