17 december 1992 Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, ik wil graag van tevoren toch even stellen dat ik mijn vragen stel uit een betrokkenheid als gemeenteraadslid, vanuit een oprechte zorg voor de politietaken en de politiezorg zoals die in de nabije toekomst waarschijnlijk uitgevoerd gaan worden. Het spijt me heel erg dat we op deze manier moeten communiceren. Uit de beantwoording van de brief, die ik inmiddels heb ontvangen, dat was vraag 8, blijkt dus ook dat eigenlijk, vind ik, u de intentie van mijn vragen niet wilt begrijpen. Daarom geeft u weer, zoals ik al eerder heb ondervonden, nietszeggende antwoorden en vage antwoorden. De discussie dreigt te verzanden, als ik vandaag dan de kranten weer lees, in het open houden of sluiten van het politiebureau in de nachtelijke uren. De politie schiet tekort in de voorlichting in de commissie a.b.z. en wil niet ingaan op details. Men gaat gewoon door met de reorganisatie zoals het plan was. Veel zaken moeten we uit de krant, vanuit de bevolking, vanuit geruchten horen en die worden dan niet besproken in de commissie zoals het zou horen. Wij vinden dat op deze manier de democratie wordt uitgehold. We krijgen allerlei dikke rapporten, tot en met stukken uit de Tweede Kamer. Via artikelen "artikel zus en artikel zoveel" wordt de gemeenteraad gewezen op zijn verantwoordelijkheid en wordt gevraagd vooral betrokken te blijven bij de reorganisatie. Maar het zou ons als gemeenteraad sieren als wij naar Den Haag signalen uitzonden, waaruit blijkt dat wij ons zorgen maken en twijfels hebben over de uitkomst van de reorganisatie, vooral wat betreft meer mensen in de wijken, op de fiets of in de auto. Preventief werk heeft in Den Haag hoge prioriteit. Als ik al die stukken van u lees, als ik alle informatie lees, voor zover wij die krijgen, dan vind ik die heel vaag. Het gaat altijd over zoveel uren en zoveel tonnen, maar het is geen concrete informatie. Wat betekent het nou voor Soest? Zoveel mensen in de wijken op die en die uren, dat soort informatie heb ik tot nu toe gemist. Ik kan dus, met de informatie die we hebben gekregen, niet geloven dat er op deze manier meer politie op straat komt. Vandaar dat ik wederom vragen gesteld heb in het vragenhalfuurtje VOORZITTER: Dank u wel voor deze toelichting. Ik ga er voorshands toch van uit dat u ook aanneemt dat ik het met dezelfde instelling doe als u dat doet en dat u toch een antwoord van mij wilt hebben vanavond. Dan zal ik -tenzij u dat niet nodig vindt- eerst de vraag voorlezen en dan het antwoord geven. Vraag 1 luidt als volgt: Op 30 november jl. is de districts surveillance-situatie van start gegaan. Waarom wisten wij dat niet en wat voor consequenties heeft dit voor de politiebezetting in het bureau van Soest? Vanaf 30 november tot de invoering van de regiopolitie per 1 april 1993 wordt op verschillende momenten -dus er vinden ook onderbrekingen plaats, onder andere de komende week weer- ervaring opgedaan met de districts surveillance. Deze moet per 1 april 1993 een feit zijn. Het opdoen van ervaring en het inspelen op de nieuwe situatie behoren tot de normale aspecten van een reorganisatieproces. Ik beschouw dit te behoren tot de competentie van de korpschef, hij pleegt hierover overleg met de portefeuillehouder. Er zijn geen consequenties voor de bureaubezetting in Soest. Vraag 2: Hoeveel politiemensen "bemannen" het bureau in Soest thans van 17.00 uur tot 07.00 uur de volgende dag? De vraag hoeveel politiemensen het bureau tussen 17.00 uur en 07.00 uur bemannen is niet eenduidig te beantwoorden. Dat hangt van meerdere factoren af. Trouwens, dat was in het verleden ook al zo, dus dat is geen nieuwe situatie. Overigens zijn er geen consequenties voor de toegankelijkheid van het bureau voor het publiek. Zoals daar meerder malen door mij reeds is gezegd, blijft tot 1 april 1993 het bureau dag en nacht toegankelijk voor het publiek. Vraag 3. Is het juist dat op dit moment al in het district Eemland 's nachts maar acht mensen dienst doen en dat daarvan twee mensen in één auto door Soest en Soesterberg rijden? Zoals met de beantwoording van vraag 1 al door mij is aangegeven, wordt momenteel ervaring opgedaan met de districts surveillance. Daaruit volgt dat er zich verschillende situaties in de surveillance kunnen voordoen. Het antwoord op uw vraag is dan ook dat het als regel niet juist is. Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, mag ik bij interruptie u

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 385