17 december 1992 - 27 Wethouder MENNE: Ja, kijk, schadelijk zijn te achten, dat hangt af van de norm die je daartegen afzet. Er is een onderzoek, het rapport geeft weer in welke mate er schadelijke stoffen in de grond zitten. Dat is één. Vervolgens hebben we de norm van het ministerie van VROM en dat wordt dan op elkaar losgelaten. Indien de resultaten van het onderzoek zo zijn dat ze beneden de norm zijn en de grond is bijvoorbeeld geschikt voor wonen op die plek, dan is het zo dat dat akkoord is. Dan hebben we afgesproken, zo staat het in die notitie dat dan ook.... Daarmee wordt dan ook gewerkt. Indien later blijkt dat die norm bij eenzelfde onderzoek naar die grond, verhoogd zou zijn, dan is het zo dat men zegt, verwijzend naar het onderzoek van zoveel tijd geleden: de norm is intussen misschien verandert. Dat kan ook, maar we hebben als gemeenten in Nederland allemaal te maken met dezelfde norm. Dus als wij zeggen: iets is geschikt voor wonen, dan hebben we daarbij de norm op het oog die het ministerie van VROM geschikt acht. Dus daar hoeven we helemaal niet ingewikkeld over te doen. VOORZITTER: Ik ga er dus even van uit dat u het allemaal begrepen hebt. Heer JANSEN (D66)Voorzitter, deze discussie hebben we in de commissie gehad en toen hebben we besloten om toe te voegen wat ik net zei. Het is gewoon een kwestie van taal. Er staat nu: "..dat er geen reden is om aan te nemen dat zich in de grond dergelijke stoffen bevinden die naar de huidige maatstaven schadelijk zijn te achten voor het milieu.." Dat wil dus zeggen dat die stof er niet inzit. In de praktijk kan het makkelijk zo zijn dat die stof er wél in zit, maar in veel kleinere concentraties. Dan beweer je het iets zuiverder, dan zeg je niet: die stof zit er niet in, maar: hij zit er niet in in die concentraties die schadelijk zijn. Dan zeg je het preciezer en dat hadden we afgesproken om te doen. VOORZITTER: Mag ik het zo afspreken dat wij het morgen nog even taalkundig bekijken in de zin zoals de heer Jansen of de heer Menne dat bedoelt? Wethouder MENNE: Het is wel zo natuurlijk, dat ik me moet houden aan de afspraken in de commissie. De commissie Heer JANSEN (D66)Dat is precies wat ik van u vraag. Wethouder MENNENee, maar dan moet u naar de notulen, dan moet ik even formeel zijn, voorzitter, dan is wat in de notulen staat waar wij mee moeten werken. De notulen zijn vastgesteld. VOORZITTER: De wethouder heeft gelijk, maar de raad heeft ook gelijk, want de raad is hoofd van de gemeente en mag die eigen afspraak overrulen als de raadsleden dat willen. We zullen morgen even naar de tekst kijken en dan neem ik aan dat de raad nu met het besluit kan instemmen. Het voorstel (RV 92-168) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met de kanttekening dat het college zich nog over de tekst van artikel 16 van het contract zal buigen. Voorstel tot verkoop van grond gelegen aan de Koperwiek aan de Woningbouw vereniging "Soest" voor de bouw van 15 koopwoningen. Voorstel tot verkoop van grond gelegen aan de Koperwiek aan G.W. van der Grift Bouwbedrijf Soest BV voor de bouw van 12 woningen. De voorstellen 16 en 17 (RV 92-169 en RV 92-170) worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel tot verhuur van het visrecht in 12 vijvers en 2 watergangen gelegen in het Soesterveen aan de hengelsportvereniging "De Snoekbaars" Baarn-Soest te Baarn. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ik wil nog even de opmerking die de heer Van Arkel heeft gemaakt in de commissie, herhalen. U hebt daar een opmerking over geplaatst en antwoord op gegeven, maar ik vind het nog steeds een beetje

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 410