17 december 1992 - 32 - gestemd. 22. Voorstel tot het garanderen van een geldlening ten behoeve van de Woningbouw vereniging St. Joseph. Heer JANSEN (D66)Voorzitter, anders dan de opstelling die ik in de commissie had, ben ik van mening dat we het voorstel moeten ondersteunen. Het argument is dat ik van de heer Beerdsen heb begrepen dat waar wij over gepraat hebben in de commissie, namelijk dat het toch de voorkeur verdient om het Waarborgfonds in te schakelen, niet kan, omdat het Waarborgfonds niet beschikbaar is voor herfinanciering, maar alleen in geval van nieuwbouw. Dat is een gegeven dat ons niet is verstrekt, het is niet ter inzage geweest, ik heb het niet gezien. Dat is het punt dat ik bedoel als ik zeg dat ik het jammer vind, want het verandert voor mij 100% waar we het over hebben. We zouden toch niet de woningbouwvereniging willen schaden. Het komt toch neer op zo'n 180.000,= per jaar als we garantie verlenen; als we het niet doen krijgen ze het niet. Het is dus de enige mogelijkheid en ik vind dan dat je in alle gevallen waar het kan, toch gebruik moet maken van het Waarborgfonds, maar hier kan het nu eenmaal nietIk denk dat we daarom het raadsvoorstel wel moeten steunen. Ik heb ook begrepen dat er een waarborgfonds voor dit soort zaken in oprichting mogelijk is. Zodra we daarvan gebruik kunnen maken, zou ik ervoor willen pleiten om dat in de toekomst te doen. Maar dat kan dus op dit moment niet. Gegeven deze zaken hebben we nog over een ander punt te besluiten, wat mij betreft dan, de ruim 48.000,= risicovergoeding. Daarvan is gesteld: dat dekt toch geen enkel risico, dat kun je daarmee niet dekken, dat is inherent aan dat kleine gebeuren. Maar ik kan mij erin vinden wanneer we afspreken met elkaar dat we dat geld dan storten in het stads- en dorpsvernieuwingsfonds, zodat het toch weer in deze sfeer besteed wordt. Dan kan ik geheel met het voorstel instemmen, voorzitter. Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA)Voorzitter, wij zullen dit voorstel ook steunen. Inderdaad, een nieuw feit is dat deze lening niet kon worden ondergebracht bij het Waarborgfonds. Dat was in wezen in de commissiediscussie nog niet bekend, dat was niet zo duidelijk. Maar er blijven een aantal feiten overeind. Het is ook toegezegd -en ik denk dat het ook wel gehonoreerd wordt in januari- dat wij in de financiële commissie opnieuw de discussie zullen hebben over garantiestellingen en de condities. Er zitten namelijk, meer dan menigeen zal vermoeden, nogal wat financiële maar ook politieke consequenties aan vast. Dan praat je onder andere over: tot welke hoogte wil een gemeente in zijn totaliteit garant staan. Als we het totale pakket van de woningbouw verenigingen langzaam naar ons toe zouden krijgen, dan praten we toch over een 100, 150 miljoen op die basis en daarnaast hebben we natuurlijk de normale gemeentegaranties al afgegeven. We zijn maar een kleine gemeente, het risico is natuurlijk klein, maar op zulke grote bedragen kan het wel eens ondraaglijk worden op een bepaald moment. Wij willen die discussie absoluut terug hebben in de commissie financiën om eens te kijken onder welke condities, welke leningen wel en welke leningen niet, waarom geen waarborgfonds -want eigenlijk is dat er toch landelijk voor ingesteld en zou je dus uit mate van solidariteit daar toch gezamenlijk je rug onder moeten zetten- kortom, al die aspecten moeten terugkomen in die discussie. Deze lening sluiten wij daar uitdrukkelijk van uit, maar wij bepleiten wel om die risicovergoeding, die ik nauwelijks risicovergoeding durf te noemen, want we zijn maar een kleine verzekeraar, dus ons risico zou relatief hoog moeten liggen en dan zou ook het percentage veel hoger moeten zijn, maar 0,75 is het minimum, het absolute minimum, laten we daar duidelijk over zijn. Het is meer een goodwillvergoeding dan een risicovergoeding, want wij bouwen in twintig jaar nog geen vijfde van het gegarandeerde bedrag op. Deze lening kan door gaan onder de conditie dat de discussie terugkomt, dat wij de goodwill vergoeding ook voor deze lening hanteren en met nog de opmerking dat het misschien wel verstandig zou zijn om bij deze langlopende lening voor toch bijna 13 miljoen te kijken of we daar niet een mate van zekerheid kunnen inbouwen in de zin van executie op het moment dat het wel misgaat. Want wij bepalen alleen maar de lening op het moment dat het goed gaat bij een relatief hoog percentage -zeg maar- eigen kapitaal en dat kan altijd in de toekomst veranderen. Maar dat wij dus een vorm van executie voor de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 415