24 januari 19 9 2 13 - het wel gunstig is om de CAI te verkopen, met daaraan een tijdpad van wanneer. Als we nu gaan verkopen, dat staat ook in het stuk, dat is ook in de commissie verteld, maar ik wil er toch hier even op terugkomen, dan moeten we tot 1994 een groot bedrag aan desintegratieschade betalen, wat hoog kan oplopen, dat wordt met zes nullen en meer geschreven, geloof ik. Onze taak om een CAI te exploiteren kan -en ik denk ook in de toekomst dat die moet- worden beëindigd. Wij hebben dat zaakje opgezet en zover gebracht als het nu is. De WD is nooit een voorstander geweest om dat allemaal in overheids handen te houden. Alleen, voorzitter, het tijdstip achten wij nog niet rijp om het nu al te doen. In de commissie hebben alle fracties -zelfs twee fracties laaiend enthousiast- ingestemd. En dan maar zo snel mogelijk, als het kan nog deze week, geloof ik. Nou, waarom? Ja, de miljoenen lachen hen toe. Ze zaten al in de handen te wrijven: waar kunnen we het allemaal aan besteden? Ik weet niet of sinds de commissievergadering alle fracties nog wat huiswerk gedaan hebben. Wij hebben dat wel gedaan via onze financiële mensen en als je bij de afdeling je oor te luisteren legt, dan denk ik dat je heel voorzichtig moet zijn om te staan te joelen met wat voor grote sommen geld je jezelf zou kunnen verrijken. Het zou wel eens anders uit kunnen pakken, dat het helemaal niet zoveel blijkt te zijn als wij hopen. We zijn daarom ook alleen maar bang dat het negatief uit gaat werken uiteindelijk voor de burgers van Soest. Want dat zijn de gebruikers en daar is de CAI voor. Zoals gezegd, wij staan helemaal niet te dringen om een CAI zelf te blijven exploiteren. Alleen, de tijd achten we er nog niet rijp voor. We hebben nog voldoende tijd, ook gezien die desintegratieschade, om een onderzoek in te stellen naar de voor- en nadelen. Niet nu al beslissen tot verkoop. Het lijkt wel een blanco cheque. We staren ons zeker niet blind op die miljoenen, omdat het netto/netto gezien wel eens heel anders kan uitpakken. Voorzitter, ik wil even teruggaan naar vorig jaar. Misschien weet u nog wel dat wij als raad een uitnodiging kregen om in letterlijke zin de laatste kabel mee te trekken voor de onrendabele gebieden in Overhees. Daar waren mevrouw Tomassen en ik als enigen van de raad aanwezig, dus we moesten wel hard trekken. Ik vind het jammer dat ze er vanavond niet is, want dan zou zij zich nog weten te herinneren dat, nadat we die kabel in de geul hadden gelegd, wij uitgenodigd werden door de directie van de RNE -nu REMU- om in hun gebouw nog even na te praten. Het was op een heel belangrijke dag, want de wethouder die de CAI beheert, was toen jarig, dus we kunnen precies nagaan welke dag het was. Toen heeft ook de wethouder daar gezegd hoe belangrijk het was dat de onrendabele gebieden aangesloten werden. Daar waren we het allemaal mee eens. Vandaar dat wij ook zeggen dat het goed is om de CAI nog steeds in eigen handen te hebben. Maar de wethouder heeft daar ook gezegd -en daar begon mij al te dagen dat de CAI in de verkoop kwam- :beste directeur, binnenkort moeten we maar eens praten om van de CAI af te komen. Daar kwam het eigenlijk op neer. Ik heb mijn fractie toen al gewaarschuwd. Hier ligt het dan. Ik denk, voorzitter, als wij het willen doen, dat we eerst een onderzoek moeten instellen en daarna moeten beslissen of we wel of niet willen verkopen. Het is heel belangrijk onder welke voorwaarden je de CAI zou willen verkopen. Niet alleen onder welke voorwaarden, maar ook aan wie. Want uiteindelijk draait het allemaal om de mensen die een abonnement op de CAI hebben en die het moeten gaan betalen. Dan kunnen we wel makkelijk zeggen, zoals ook in de commissie gebleken is, dat er in de eerste drie jaar niets verandert, maar daarna kan het wel explosief veranderen. Ik weet ook niet waarom het college of misschien de wethouder die de CAI beheert, zo staat te trappelen om hier vanaf te komen. Het zou iets van een commissariaat kunnen zijn, ik weet het niet, dat denk ik dan soms. We kunnen best akkoord gaan met een voorstel om een onderzoek in te stellen of we het eventueel moeten verkopen. We hebben er nog onze grote twijfels over. Dan is vervolgens de vraag aan wie je het zou moeten verkopen. Want als ik nu bij de stukken zie dat er al een firma is die al een heel groot aantal zaken op papier heeft gezet, dan zeg ik: ja, daar staan hele belangrijke dingen in. Ik denk dat u aan de gegadigden die interesse hebben in de CAI niet alleen de prijs op papier moet vragen, maar ook wat hun voorwaarden zijn en wat zij voor de CAI willen doen en voor de abonnees willen doen en wat ze laten. Ik krijg uit dit stuk stellig de indruk dat het gewoon al besloten is. Ik noemde u die dag van de bepaalde verjaardag, van de kabellegging, dat er toen eigenlijk al gesuggereerd is: jongens, we verkopen het RNE nu aan jullie, maar binnenkort

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 56