24 januari 19 9 2
- 15
met name gaat over een consumentenonderzoek, daar staat dan weliswaar dat er
minimaal 500 inwoners enzovoorts bij betrokken moeten worden, maar dat geeft
natuurlijk nog niet de garantie voor de kwaliteit. Want laten we nou eens
uitgaan van de theoretische veronderstelling dat je 500 mensen benadert -op
wat voor manier staat hier niet, maar goed, ze worden benaderd door een
erkend bureau, neem ik aan- en dat al die 500 mensen kiezen voor buiten
Nederland 1, 2 en 3, allemaal porno. Waar blijft dan de kwaliteit waar een
deel van de mensen misschien op zit te wachten? Dat vinden wij een beetje een
risico in deze manier, zoals het hier genoemd wordt. Je kunt namelijk, dat is
ook een beetje het probleem denk ik van die CAI, van één persoon afnemen, je
hebt geen keuzemogelijkheid. Je bent gedwongen, als je via de kabel iets wilt
ontvangen, om dat programma af te nemen en als het je niet zint, dan heb je
dus alleen maar de beperkte mogelijkheid van de drie Nederlandse zenders. Wij
zouden u dan ook willen meegeven om dat nog eens te bekijken of je naast zo'n
onderzoek toch niet ook nog een objectievere mening van een zekere selecte
groep moet hebben, die dan misschien ook nog een beetje let op de kwaliteit
van een en ander.
Daarnaast zitten we nog even met de concrete vraag van: hoe is in dit hele
plan meegenomen onze eigen kabel? Blijven we die houden? Want het is
natuurlijk een private overeenkomst die we hebben. In hoeverre blijft de
garantie dat die ook op termijn blijft?
VOORZITTERMijnheer Meilof, hartelijk welkom, u mag meteen het woord voeren.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ik begrijp dat dit agendapunt 15 is, het kan haast
niet anders
VOORZITTER: U bent geschrokken van de woorden van mevrouw Stekelenburg.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ja, ik schrok helemaal op. Voorzitter, ik ben blij
met dit voorstel. Het is een goede zaak dat we onder de verantwoordelijkheid
die we niet aankonden, uitkomen op dit moment en dat we dus de zaak laten
privatiseren. Als er een actief voorstel komt van de zijde van de PvdA dat er
een soort raad komt die dit beoordeelt, wie daar precies inkomen moet dan nog
bekeken worden, dan zal ik dat zonder meer steunen.
Wethouder VISSER: Voorzitter, om met de laatste spreker, de heer Meilof, te
beginnen, die dus eigenlijk een soort raad wil instellen. Eigenlijk zijn we
er een beetje vanaf, natuurlijk, als we gaan verkopen. Ik heb ook geluiden
gehoord van de heer Meilof in de commissievergadering dat hij blij was dat er
in de raad geen discussies meer zouden plaatsvinden over welke zenders we
moeten hebben. De heer Witte heeft er toen in de commissievergadering nog op
gewezen dat dat weliswaar een taak is voor deze raad, maar als we ervan af
zijn, dan waren de meesten in de commissievergadering daar toch niet
ongelukkig mee.
Om iedereen gerust te stellen over het crue misschien van dit voorstel, of
dat we het al binnen een week willen verkopen, of dat we allemaal zo staan te
juichen dat we het kwijt zijn, laten we inderdaad met elkaar goed afspreken
dat dit inderdaad een intentieverklaring is, dat we van plan zijn het te
verkopen, dat nog aan een heleboel voorwaarden voldaan moet worden om straks
te beslissen of we het doen. Ik kan mij voorstellen, de heer Blaauw
suggereert bijna alsof we er straks nog aan verliezen, dat dat natuurlijk
geenszins het geval moet zijn. Hij acht het tijdstip nog niet rijp. Ik denk
juist dat we op een goed moment met dit voorstel komen. Ik denk dan aan de
heer Jansen die het net had over de infrastructuur, wanneer we daar op dit
moment een heleboel aan moeten gaan doen, dan moeten we er straks op tijd
vanaf zijn. Het is een intentieverklaring. We gaan natuurlijk heel nauwkeurig
de voorwaarden bekijken en we komen uiteraard in de commissie daar uitvoerig
op terug. Het is geen blanco cheque, mijnheer Blaauw, het gaat er niet om het
zomaar hupsekadee van de hand te doen. Weliswaar herinner ik me die datum ook
nog goed, 14 oktober, waarop ik tegen de directeur gezegd heb: doet u maar
een bod. Dat zeggen we in dit voorstel eigenlijk tegen iedereen die een bod
wil doen. Het plan broedde destijds al, inderdaad. U was erbij, maar ik kan
mij niet herinneren dat u aan die kabels hebt lopen trekken. Dat kan ik mij
niet zo goed herinneren, mijnheer Blaauw.