23 januari 1992 - 4 - raad breed aanwezig is, maakt het juist des te vreemder dat u niet tot een verdere neerwaartse bijstelling wilt overgaan, want het zal duidelijk zijn dat de door u voorgestelde aantallen in volkshuisvestelijke zin ook niet meer dan druppels op een gloeiende plaat zijn, terwijl de schade aan natuur en landschap aanzienlijk is. Wat betreft uw visie ten aanzien van ruimtelijke ontwikkeling en woningvoorraad, voor zover uw opmerkingen in relatie staan tot de trendbreuk, hebben wij behoefte aan enige kritische aantekeningen. Waar u in de tekst zegt dat u zich niet wilt afzetten tegen in het verleden genomen beslissingen, omdat dat zou neerkomen op gemakkelijke wijsheid achteraf, maak ik u er toch op attent dat in Soest al zeer vroeg door natuurliefhebbers is gewezen op de unieke situatie van Soest. De vroegste kritieken op uitbreidingsplannen stammen al vanaf het begin van deze eeuw en hebben altijd de bouwplannen begeleid tot op heden. Veel mensen, waarvan ik de bioloog Rinke Tolman met name wil noemen, hebben al vanaf de jaren twintig aangegeven wat de gevolgen zouden zijn wanneer Soest mee zou gaan op de vleugels van de vaart der volkeren. Wanneer wij vandaag vergelijken wat zij in hun tijd en zelfs in de jaren zestig nog aan natuurlijke rijkdom in Soest konden inventariseren en wat ervan over is, dan kun je niet anders dan achteraf erkennen dat de critici gelijk hadden. Niet achteraf, maar van meet af aan. Wanneer we dan vandaag zien dat in het landschapsbeleidsplan deel één wordt gesteld dat Soest in potentie veel van de verloren natuurwaarden zou kunnen terugwinnen, mede vanwege de specifieke ecologische omstandigheden. Waar u de grenzen aan de groei legitimeert met verwerping van een eng lokaal denken volgens het motto: die binnen binnen, binnen binnen ën die buiten bennen, bennen buiten en vervolgens stelt dat u de beperking aangeeft vanuit het ecologisch scenario, willen wij u er wel op wijzen dat volgens de Landschapsvisie Soest 1991 de nul-optie in de praktijk voor natuur en landschap de beste oplossing is, met de aantekening dat er ook dan heel wat werk verricht zal moeten worden ten bate van herstel, herinrichting en beheer van natuur, landschap, landbouw en recreatie. Tevens blijkt zowel uit het nationale natuurbeleidsplan als het concept- beleidsplan natuur en landschap van de provincie Utrecht, dat Soest aan alle zijden is ingesloten door zogenaamde kerngebieden en daarbij deel uitmaakt van de verbindingszone vanaf het Eemmeer via de Eemvallei, zowel naar de Gelderse vallei als naar de Utrechtse heuvelrug. Wat dat betreft is duidelijk dat de brief van gedeputeerde Schapenk van 12 november duidelijk toch nog iets verder gaat dan alleen te zeggen dat er moet worden uitgegaan van de ruimtelijke mogelijkheden in plaats van een eigen behoefte model. Ik citeer: "met betrekking tot de scenario's constateren wij dat de zogenaamde nul-optie het meest aansluit op de in PSR en Overlegnota neergelegde gedachten en het suburbane scenario relatief het minst in strijd komt met de provinciale visie ten aanzien van natuur en landschap." Met andere woorden: wie niet eng lokaal wenst te denken, kiest voor de nul-optie, omdat bovenlokale belangen dat eisen Wat betreft de inbreng van de commissie milieubeheer moet het ons van het hart dat met te zeggen dat deze commissie bepleit zou hebben dat er aan de Koningsweg zou moeten worden gebouwd, voorbij wordt gegaan aan de toevoeging: indien er toch gebouwd moet worden in Soest. Dat is wat anders dan de suggestie dat de commissie milieubeheer woningbouw in Soest bepleit. Bovendien is het zo dat wij de mening zijn toegedaan dat de commissie haar taakgebied heeft liggen in het adviseren ten aanzien van milieuzaken en niet ten aanzien van woningbouw. De suggestie die u in dat verband in navolging van de commissie milieubeheer doet, namelijk dat bouwen langs de Koningsweg een bijdrage zou kunnen leveren aan de vermindering van de automobiliteit door meer dan nu bij de woonruimteverdeling rekening te houden met de economische binding dan met de sociale binding, is op niets anders gebaseerd dan een flauwe notie. Wij willen u daar vragenderwijs een andere voorlopig flauwe notie tegenover stellen, namelijk hoelang dat, met het oog op het verloop onder de werknemers in het industriegebied van Soest, een bijdrage kan leveren aan het mobiliteitsprobleem door hier te gaan bouwen? Wij menen dat het in een suburbane gemeenschap als Soest een illusie is de oplossing te vinden in gebruikmaking van dit soort middelen. Wij hebben wat betreft de vermindering van het woon/werkverkeer veel meer vertrouwen in de ontwikkeling van vervoerplannen zoals zowel door de rijksoverheid als door uw eigen college overigens ook wordt gestimuleerd.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 5