19 maart 1992 3 VOORZITTERIk zou u hierbij willen noemen de brief van De Groot Partners, advocaten, over het adres Veenzoom 8a. Ik stel u voor dit te behandelen bij agendapunt 7. De brief waar ik het over heb ligt bij u op tafel. Vragenhalfuurtj e VOORZITTERWe hebben te maken met twee onderwerpen, twee vragen. Ik wilde beginnen met de kwestie van de kiosk, die is aangekaart door Gemeentebelangen Groen Soest, Partij van de Arbeid, en WD. Wij hebben afgesproken -dat geldt ook voor de vragen over De Lindenhof straks- dat wij voor de duidelijkheid van degenen die in deze zaal aanwezig zijn, de vraag zullen voorlezen als wij als college reageren en dan het antwoord zullen geven. Ik denk dat dat de duidelijkheid ten goede komt. Dan is eerst, als daar behoefte aan is, het woord aan degenen die de vragen hebben ingediend. Ik weet niet of de partijen één woordvoerder hebben. Heer KRIJGER (WD)De vragen zijn zó gesteld dat ze waarschijnlijk bij het voorlezen iedereen duidelijk zijn. Toelichting is niet nodig, lijkt ons. VOORZITTERKunnen de andere indieners ermee instemmen dat we het zo doen? Dan geef ik het woord aan wethouder Swinkels. Wethouder SWINKELSVoorzitter, vraag 1: Is het college in staat en ook bereid een raadsvoorstel aan de raad voor te leggen waarmee de raad kan beslissen tot herbouw van de kiosk? Het antwoord: tijdens de vergadering van de commissie milieu op 12 maart heeft het college reeds toegezegd de kiosk aan de Foekenlaan op de agenda te plaatsen van de raadscommissie milieu. Dat is de eerstvolgende vergadering van deze commissie op 2 april. Vraag 2: Wil het college dit raadsvoorstel voor advies in de gebruikelijke functionele commissie(s) voorleggen? Voorzitter, vraag 2 kan ik beantwoorden door te verwijzen naar het antwoord op vraag 1Vraag 3 Kan bij de voorgestelde behandeling het college aangeven of er nog meer kleinschalige recreatieve voorzieningen zijn die na brand niet meer herbouwd behoeven te worden? Voorzitter, indien de omstandigheden geen aanleiding geven tot andere oplossingen, dan worden recreatieve voorzieningen door de beugel heen als principe wel hersteld na schade. Vraag 4: Heeft het voor velen nog nieuwe college ook nog de beschikking over actuelere rapporten betreffende veel voorkomende kleine criminaliteit dan het tussenrapport A.D. 1984 met een eindrapportage A.D. 1986? Zijn die actuelere gegevens te baseren op het plaatselijk beleid om kleine, veel voorkomende criminaliteit te voorkomen? Voorzitter, het antwoord moet als volgt luiden: natuurlijk heeft dit college ook rapporten van latere datum. Maar u begrijpt dat wij speciaal naar de WD toe uit overwegingen van tactische aard die rapporten uit april/mei 1990 niet in eerste instantie vermeld hebben. Heer BOERKOEL (PvdA)Wilt u zo vriendelijk zijn, mijnheer de voorzitter, de antwoorden die gegeven worden duidelijk te laten zijn? De zinnen worden zodanig wollig gemaakt, dat waarschijnlijk het publiek op de tribune er helemaal niets meer van begrijpt. Een antwoord op vraag 3 had bijvoorbeeld simpel "ja" kunnen zijn. Wilt u het antwoord op vraag 4 nog een keer herhalen, opdat iedereen begrijpt wat u als onderwijzeres bedoelt? VOORZITTER: Ik ben geen onderwijzeres, mijnheer Boerkoel. Wethouder SWINKELSMijnheer de voorzitter, misschien kan ik voor alle duidelijkheid zeggen dat ik het ook niet ben. Ik heb gezegd, mijnheer Boerkoel: natuurlijk heeft dit college -de vraag herhaal ik niet, ik neem aan dat u die onthouden heeft- VOORZITTERNog even voor de duidelijkheid, het geldt ook voor degenen die op de tribune zitten en die de vragen niet hebben. Dus, even kort herhalen en dan het antwoord.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 74