J
nr04
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest
op donderdag 16 april 1992 te 19.30 uur.
Voorzitterde heer J. de Widt, burgemeester
Secretarisde heer W.P. de Kam.
Aanwezig de leden: W.A. Blaauw, mevr. A. Blommers-Biezeno, C. Boerkoel, A.W.
van den Breemer, J.J. Ebbers, mevr. G. van Eek-van Veelen, mevr. B.M. Gerrit-
se-van Ee, mevr. E. van Gorkum, F.L. Jansen, F. Kingma, A.F.M. Krijger, R.W.
Krol, R.A. van Logtenstein, J.P.J. Lokker, W.R. Meilof, J.L. Menne,
G.A.W.G.A. Plomp, mevr. E. Spijk-Hubertsmevr. W.A.A. Stekelenburg-Ruiten
burg, mevr. J.M. Swinkels, mevr. A.D. Tomassen-HolsheimerC. Verheus, J.
Visser, H.L. Witte, J.B. van Wuijckhuijse en J.A. Zwaanenburg.
Afwezig met kennisgeving het lid: G.L. van den Deijssel.
VOORZITTER: Ik open de raadsvergadering en heet u allen van harte welkom.
Op 18 maart jl. overleed mevrouw mr. J.M. Corver-van Haaften, oud burgemees
ter van Soest in haar woonplaats Zeist. Zij werd 74 jaar. Graag betuigen wij
onze hartelijke deelneming aan haar echtgenoot, de heer Corver en de andere
familieleden.
Na haar eindexamen gymnasium B in Tiel studeerde zij rechten aan de Rijksuni
versiteit in Utrecht; in 1940 slaagde zij voor het doctoraal examen. Vervol
gens was mevrouw Corver werkzaam in het Verzekeringswezen en de advocatuur.
Op 22 december 1955 deed ze voor de WD haar intrede in de Tweede Kamer. Tot
en met 22 februari 1967 is ze kamerlid gebleven. Van 1949 tot juni 1960 was
zij lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland.
In de Tweede Kamer was zij geruime tijd vice-voorzitter en in die functie
heeft zij - als eerste vrouw op de voorzittersstoel - zeer vaak een kamerzit
ting gepresideerd.
In de jaren 1957 en 1958 maakte zij deel uit van de Nederlandse delegatie van
de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York. Tijdens haar
kamerlidmaatschap was zij lid van de Raadgevende Vergadering van de Raad van
Europa en de West-Europese Unie. Tevens was zij lid van de Interparlementaire
Beneluxraad. De Benelux is altijd haar stokpaardje geweest.
In de periode 1 oktober 1968 tot 31 mei 1972 was zij burgemeester van Heiloo
(toen 19.000 inwoners). Op 1 juni 1972 werd zij de eerste vrouwelijke burge
meester van Soest (toen bijna 38.000 inwoners). Tot 31 december 1979 bleef
zij de eerste burger van Soest, waarna zij met pensioen ging.
Gedurende haar burgemeesterschapsperiode te Heiloo was zij ondermeer voorzit
ter van het college van regenten van het Centraal Ziekenhuis in Alkmaar,
beheerd via een gemeenschappelijke regeling waarin 22 gemeenten in de kop van
Noord-Holland deelnamen. Zij heeft toen ook de fusie tussen het Centraal
Ziekenhuis en het Katholieke Elisabeth Ziekenhuis voorbereid.
In de particuliere sfeer heeft zij tal van functies bekleed in de Nederlandse
Vrouwenverenigingen. Zo was zij presidente van het Nederlandse Vrouwencomité.
Ook was zij bestuurslid van de Bond Heemschut; bestuurslid van de Willem
Arntz Stichting; dagelijks bestuurslid van zowel het Prins Bernhardfonds
Genootschap Internationale Zaken en Unicef. In het jaar van de Vrouw (1975)
was zij vice-voorzitter van het Nationaal Comité en speciaal belast met het
organiseren van de Emancipade.
De notulen van de buitengewone raadsvergadering van 18 december 1979, waarin
afscheid werd genomen van mevrouw Corver als burgemeester van Soest, er op
nalezend, wil ik de toenmalige loco-burgemeester Plomp graag citeren, waar
hij in zijn afscheidstoespraak o.a. het volgende zei over mevrouw Corver:
"Plichtsbetrachting stond bij haar hoog in het vaandel" en "Haar filosofie -
door haarzelf in een interview uiteengezet - was dat zij mede vanuit een
politieke visie er steeds naar streefde verdraagzaam te zijn en ieder gelijke
kansen te geven. Haar betrokkenheid bij alles wat in Soest gebeurde, was zeer
groot. Hoogtepunt hierbij was ongetwijfeld de viering van het 950-jarig
bestaan van Soest". Afsluitend bood de heer Plomp namens de Raad de gemeente
lijke erepenning in goud aan.
Ook de toenmalige nestor van de raad, de heer Stam, sprak haar toe; aan zijn