17 juni 1993
7 -
raad kunnen komen tot een goed verkeersplan, dan zal op dat moment ook de
heer Witte het met ons eens zijn.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik wil een enkele opmerking plaatsen
naar aanleiding van termen over consistent beleid. Ik geloof inderdaad dat
bijna alle partijen die hier aanwezig zijn de bedoeling hebben consistent
beleid te voeren. Dat betekent in de praktijk dat bijna alle partijen hier
aanwezig altijd op tijd zeggen: aan die en die voorwaarden moeten de plannen
nauwkeurig voldoen, zodat ze ook altijd weten dat er voldoende ontsnappings
mogelijkheden zijn. En op die wijze komen er op dit moment plannen tot stand
waarin B&W voortdurend opdrachten krijgen om dingen uit te gaan voeren waar
altijd voldoende partijen de sluiproute aanwezig hebben dat als er voldoende
burgers zijn die fors teleurgesteld zijn over deze maatregelen, dat deze
partijen op tijd kunnen terugkrabbelen, op tijd kunnen zeggen dat ze toch een
andere kant op willen. Dan moeten, omdat er nu eenmaal meerderheden zijn, B&W
weer die andere kant op en als B&W die andere kant opgaan, dan krijgen ze van
de heer Witte op hun kop omdat ze zo'n inconsistent beleid voeren. Dat is
best wel ingewikkeld. Ik ben blij dat ik op dit moment geen wethouder ben.
Voorzitter, ik zou toch wel willen vragen aan de partijen hier aanwezig, dat
ze de ruimte willen geven aan het college van burgemeester en wethouders om
eenduidig en consistent beleid te kunnen voeren in een bepaalde richting.
Mijns inziens is er op het gebied van het verkeersbeleid en het busbeleid een
beleid gevoerd met een zeer duidelijk overtuigende richting. Ik heb daar
vooral in het begin opmerkingen over gehoord van: ja, ze willen die kant op
en in wezen willen ze niet eens luisteren naar de burgers, want ze willen zo
duidelijk die kant op, het moet gewoon gebeuren! Ik heb toen gehoord dat ze
dus wel heel consistent waren, eigenlijk te consistent, dat werd de wethouder
toen erg kwalijk genomen. En nu, op dit moment, als er dingen gebeuren die
stomvervelend zijn, dingen die teruggedraaid moeten worden, dan wordt hun
verweten niet consistent te zijn. Dat vind ik moeilijk, ingewikkeld en wat
pijnlijk in de huidige discussies. Ik kan er niet zoveel mee, ik vond het ook
erg jammer dat ik de laatste twee maanden niet aanwezig kon zijn bij deze
discussies
Voorzitter, even een kleine aardigheid. Ik was verrast over uw drempels. Ik
heb ze uitgeprobeerd na alle klachten en toen dacht ik: nou, dit is nu
eindelijk de drempel die we bedoelden. Van de echte klachtenmakers die er
dicht bij woonden kreeg ik ook een leuke opmerking. Hij was heel boos over
zo'n drempel en hij zei als slotopmerking van dat gesprekje: ja, en er is nu
haast geen sluipverkeer meer door onze wijk! Ik meen dat we bepaalde
doelstellingen hadden met ons beleid.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, een korte opmerking. Wij gaan niet zover
om nu wederom de vragen beantwoord te willen krijgen die we vorige maand
gesteld hebben. Wij zijn ontzettend benieuwd naar de antwoorden van het
college op de opmerkingen van de fractievoorzitter van D66Want dat is dacht
ik de bedoeling van een interpellatie, dat dan wordt aangegeven of er steun
voor het beleid is. De historische uiteenzettingen kloppen, de interpretatie
verschillen zullen er altijd wel blijven, dat hangt ook van je politieke
invalshoek af.
Ik heb nog slechts één kleine opmerking naar aanleiding van de jubelende
opmerking van de heer Meilof over de drempels. Ik vind een drempel waarbij
een bordje staat als je eraan komt 30 km en vijf meter na de drempel een
bordje 30 km met een streep erdoor, met andere woorden: ga maar weer racen,
geen drempel, dat vind ik een obstakel. Dat heeft onze fractie altijd al
gezegd en ik ben blij dat de wethouder uiteindelijk heeft besloten -op welke
wijze dat dan ook tot stand is gekomen- om ons de kans te geven de verkeers-
remmende maatregelen op een fatsoenlijke manier in te vullen.
Maar voorlopig zou ik het graag willen houden bij de inhoudelijke kant van
deze discussie, en zou ik willen horen in hoeverre er steun voor dit college
bestaat in deze raad.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, het aan de orde stellen van beleid,
eventueel zelfs de afwezigheid van beleid, zwabberend beleid, zoals mijn
fractievoorzitter dat net heeft genoemd, kan leiden tot bepaalde conclusies.
In het geval van interpellaties zal dat vaak de conclusie zijn zoals mevrouw
Blommers die net aan de orde stelt. Is er steun voor het beleid, ja of nee?