8 juli 1993
- 16
vinden dat nu het voorstel zowel boven de streep als onder de streep samen
hangend is en wij staan ervoor dat zowel de A-tjes als de B-tjes weloverwogen
zijn, ze kunnen van ons blijven staan.
Mevrouw VAN GORKUM (GGS)Voorzitter, op een paar punten wil ik mij
aansluiten bij de heer Krijger. Dat gaat ten eerste ook om onze blijdschap
dat er uiteindelijk een totaalplaatje is tot stand gekomen. We waren bang dat
het bij één portefeuille zou blijven. We hadden er ook moeite mee dat het in
twee stukken moest worden doorgevoerd, dus we zijn blij dat nu ook het tweede
deel aan de beurt is.
Voor wat betreft het vervoer schoolzwemmen, sluiten wij ons eveneens aan bij
de heer Krijger. Het gaat ons erom dat het schoolzwemmen moet blijven en
eveneens het vervoer. Dat daar een eigen bijdrage van de ouders voor is,
verandert de zaak niet van de situatie zoals die nu is. Wat dat betreft is
waarschijnlijk de commotie ook meer wat onbegrip dan dat het echt zoveel
slechter zou zijn dan men dacht.
Voor wat betreft Trema is er misschien inderdaad een soort spraakverwarring
ontstaan. Dat is misschien gebeurd bij de keuzes voor de categorieën waarvan
dan inmiddels niet altijd meer duidelijk is of ze door Trema zijn aangeleverd
dan wel later door de commissie zijn ingevuld. Ik zal, door zaken iets meer
bij naam te noemen, toch proberen het iets meer te verduidelijken. Zoals de
heer Krijger al zei, het gaat niet zozeer om Trema maar om die instelling die
de basiseducatie het beste zou kunnen bieden. Heel grote kans dat dat in
Soest Trema is. Naar de mening van de totale commissie, als ik mij niet
vergis, kon het ingedeeld worden in twee delen, namelijk de zeer basale
cursussen zoals alfabetisatie en aanverwanten en andersoortige cursussen, die
vielen dan onder het kopje "voor hen die weinig kansen gehad hebben", maar
dan gaat het om zaken zoals Engels, introductie machineschrijven en kennis
maken met de computer. Dat waren zaken waarvan de commissie vond dat er een
duidelijk onderscheid gemaakt moest worden tussen dergelijke cursussen en de
cursus alfabetisatieDaarom wilde de commissie die zaken scheiden, aan de
eerste zaken een A-tje toekennen en aan die cursussen die dan onder dat kopje
zijn komen te vallen "voor hen die weinig kansen gehad hebben" een B-tje. Dit
is ook het voorstel dat is overgenomen in het gewijzigd raadsvoorstel, dat
wij dan ook kunnen steunen. We steunen daarmee dus ook de indeling zoals die
op 17 mei al door de commissie welzijn in voorlopige zin was voorgesteld.
VOORZITTER: Ik dacht dat ik alle fracties gehad had. Ik zal eerst zelf
reageren op de opmerking van de heer Krol, waarbij hij aan mij als voorzitter
vraagt, constaterend althans, dat de inspreekster geen nieuwe feiten heeft,
waarom ik dan toch toestemming heb gegeven voor inspraak. Dat is gebaseerd op
artikel 7, lid 7. Er is namelijk sprake van een gewijzigd voorstel en dat
biedt dus het recht om van het spreekrecht gebruik te maken, zij het dat wij,
op het moment dat een dergelijke aanvraag bij ons binnenkomt, door de
telefoon moeten beoordelen in hoeverre hetgeen gezegd gaat worden in de
raadsvergadering dus inderdaad een nieuw feit vormt. Uit het feit dat wij dit
inspreken hebben toegestaan kunt u afleiden dat wij ervan uitgegaan zijn dat
er inderdaad sprake is dat er hier vanavond in drie minuten tijd over nieuwe
feiten gesproken zou worden. Als dat achteraf niet zo is, dan is dat een
constatering die wij al dan niet gezamenlijk kunnen trekken.
Wethouder KINGMA: Voorzitter, ik denk dat uit-en-te-na ook over het
zogenaamde beleid onder de streep in de commissie bij verschillende
gelegenheden is gediscussieerd, laatstelijk nog in de allerlaatste
commissievergadering. Met name twee punten springen er dan toch uit, dat is
de discussie over Trema en dat is de discussie over het vervoer naar het
schoolzwemmen. Ik denk dat helder is, mevrouw Van Gorkum heeft daar een
voorbeeld van genoemd, hoe mogelijk bij nadere uitwerking en concretisering
dat uit zou kunnen pakken, dat in ieder geval in de discussie binnen de
commissie men een onderscheid zag tussen een aantal onderdelen die tot nog
toe allemaal in de basiseducatie zitten, dat men het terecht vond dat op
onderdelen een onderscheid werd gemaakt, met name in de sfeer van de eigen
bijdragen. Ik denk dat die principe-keuze nu aan de orde is en dat straks
iedereen ongetwijfeld nieuwsgierig zal zijn hoe we daar concreet invulling
aan geven, maar dat is op dit moment niet aan de orde. Straks, bij de
concrete invulling, zal daar ook naar gekeken moeten worden en zal ook