8 juli 1993 - 25 categorie I, II, of een categorie IV, V, dat het een heel groot verschil is en dat de tendens bij de provincie niet er een is om hier in de loop van de tijd nou veel grotere souplesse in te gaan tonen, maar dat er eerder sprake is van een tendens van verstrakking. Dus, ik denk dat de heer Plomp wel gelijk heeft met wat hij zegt, maar dat de intentie van wat de heer Visser zei, belangrijker was en dat die intentie overeind blijft. Ik steun B&W in het feit dat ik hoop dat zij de motie niet overnemen in het volledig meegaan met de gedachte dat alles open blijft. Evenzo als vanuit CDA-zijde benoemd werd, een variant zoals ik die toen beschreven heb, met nog wat variatiemogelijheden, dat is een ander verhaal, dat je binnen dat stuk kunt schuiven, dat daar misschien nog wat denkbaar is. Maar dat we door de motie van de WD zouden open houden dat we bij de Isselt terechtkomen of dat we in het arme bosgebied terechtkomen of dat we in een veenlandschap terechtkomen waar het gewoon landschappelijk simpelweg niet kan, waar het niet past, daar ben ik niet voor om dat open te houden. Ik vind de motivatie van de heer Visser ook duidelijk genoeg. Wethouder VISSER: Ik heb ook met de heer Meilof begrepen dat een meerderheid van de raad het zo ziet, dat er te praten is over de variatie Meilof en daarin kunnen dan een aantal opties nog veranderen en open blijven. Ik heb geen enkele moeite met het amendement -waar de heer Plomp dus om vraagt- om te doen wat daarin gevraagd wordt. Ik denk dat we zo dan ook het overleg op 14 juli in moeten gaan en dat we maar even moeten afwachten. Er is om een tijdplanning gevraagd, maar de vakantie staat voor de deur en we krijgen natuurlijk onherroepelijk -daar zal ik ook nadrukkelijk om vragen- van de provincie een mening. De heer Plomp zegt: ja, het is maar een concept en daarin kan nog van alles veranderen. Ja, natuurlijk, maar ik heb het ook niet op een andere manier gelezen dan vanuit het concept, de ideeën die nu leven. Ik heb ook gezegd dat er in de politiek veel mogelijk is, dus het kan allemaal nog veranderen. Maar toch, dat ben ik met de heer Meilof eens, het kan alleen maar strenger worden, niet soepeler. Dus, om nog even terug te komen op die tijdplanning, ik denk dat we gewoon het verhaal van de provincie, de reactie van de provincie moeten afwachten en dan met elkaar in de commissie ruimtelijke ordening moeten kijken wat zij vinden dat wij moeten doen op dit gebied. VOORZITTER: We komen tot een afsluiting van deze discussie. Het is zo dat ik even ruggespraak heb gehouden. Ik heb gemerkt dat het college verdeeld is ten aanzien van het amendement. Met name de twee wethouder te linker zijde van mij en wethouder Visser heeft net gezegd hoe hij over het amendement dacht, dus drie wethouders zijn tegen het amendement. Tegen deze passage, ja Dus zolang die erin blijft staan. Wethouder VISSER: Ik heb gezegd dat er zoveel positieve elementen in het amendement staan, dat ik daarmee uit de voeten kan. VOORZITTER: Maar dan had ik het dus toch goed dat de twee wethouders aan mijn linker zijde dus tegen het amendement zijn. Wenst de indiener van het amendement hoofdelijke stemming? Of kunt u met mij constateren dat er een meerderheid in de raad is die voor het amendement is? Heer PLOMP (WD)Ik denk te mogen constateren dat er een meerderheid in de raad is. Dan is geen hoofdelijke stemming nodig. VOORZITTER: Met de aantekening die mevrouw Tomassen heeft gevraagd en de heer Witte, dat zij geacht willen worden tegen het amendement te zijn. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ja, voorzitter, en met de aantekening erbij dat ik tegen de strekking van het amendement ben en voor de strekking zoals de heer Visser die uitlegt. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, mag ik een stemverklaring geven? Ik volg hierin volledig de heer Meilof. Als het de strekking heeft van een beetje bewegen in het gebied van de Meilof-baan, dan kan dat. Maar niet wanneer we gaan praten over het Berkenlaantje, Wieksloot enzovoorts.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 158