8 juli 1993
28 -
door het gesprek dat er een aantal malen over heeft plaatsgevonden, in
laatste instantie door ons gezegd in de commissie: wij vinden dat het
uitonderhandeld moet worden. Dat is dus de strekking van de brief van het
college: eerst een sterke uitonderhandeling van de begroting zoals die
voorligt. Er staan een heleboel posten in, waarvan ik zeg: nou, het is maar
de vraag of dat nu aan de orde is en het is zeker maar de vraag of dat voor
gemeentelijke lasten moet opdraven. In principe zeggen wijals vanuit die
uitonderhandeling een redelijke benadering kan worden gevonden, dan zijn wij
in beginsel bereid om mee te werken aan een deeloplossing van die redelijke
benadering. Want ik vind nog steeds -en dat vindt mijn fractie- dat het niet
alleen de gemeente is, het is de gemeente, het is ANW en het is ANWB. Dat
betekent, er zijn drie instanties die uiteindelijk die verplichting tot zich
kunnen trekken en ik vind dat we in de onderhandelingen daar ook het accent
op moeten blijven leggen. Mocht er dan, na dat overleg, zoals u dat in de
brief verwoord hebt, tot een redelijke benadering zijn gekomen en dat legt u
aan ons voor, dan zeggen wij daar onze mening over. Dus, enige tegemoetkoming
hebt u wel bemerkt, maar het is zeer sterk afhankelijk van het uiteindelijke
onderhandelingsresultaat
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, ik sluit mij niet helemaal aan bij
diegenen die zeggen: dat had toch allemaal wel wat eerder gekund Het is toch
echt bekend dat er in ieder geval informeel al heel lang contacten zijn. Ik
sluit mij echter wel aan bij diegenen die zeggen dat de Soester WV een
belangrijke rol in deze gemeente speelt en dat wij ons niet kunnen
permitteren om CAO-verplichtingen niet te honoreren. Als zodanig ben ik zeer
tevreden over dit amendement van de Partij van de Arbeid. Mijn fractie zal
het graag steunen.
Wethouder MENNEVoorzitter, wij hebben in de brief gezegd: wij willen
overleggen. We hebben ook gezegd: er is een positieve grondhouding. Wij
hebben natuurlijk het dan over de ANWB, in welke mate die beslag legt op
huisvesting en personeel. Tevens hebben wij het over de verdeling van de
lasten over degenen die daar profijt van hebben. Nu wordt er door een deel
van de raad voorgesteld om eerst te beginnen bij het eind, namelijk om eerst
een subsidie te verstrekken en dan te overleggen. Dat zou ik echt verkeerd
vinden. Wat dat betreft sta ik dus achter de woorden van degene, met name de
heer Van Logtenstein, die gezegd heeft: je moet eerst onderhandelen,
overleggen in de commissie en daarna adviseren welk bedrag dan redelijk is.
Dan kun je de subsidie vaststellen. Het zou dus een andere volgorde zijn als
we achteraan zouden beginnen en dat zou ik toch echt niet op prijs stellen.
Ik wil het u ook ontraden.
VOORZITTER: Met het oog op de tijd: is er nog behoefte aan een tweede
termijn, of mag ik constateren dat het amendement zoals wij dat hebben
gehoord en in tekst hebben uitgereikt gekregen, voldoende steun vindt in deze
raad? Ik constateer dat dat zo is. Dan is hiermee het amendement aanvaard.
Heer VERHEUS (CDA): Pardon, voorzitter, ik denk dat u zich vertelt. Het heeft
ons aller sympathie, maar er zijn wel wat nuances aangebracht.
VOORZITTER: Goed, dan vraag ik wie het woord wil in tweede termijn.
Heer JANSEN (D66)Voorzitter, ik had ook gesteld dat we het met de strekking
wel eens zijn, maar dat ik inderdaad mis dat de aanzet tot een dialoog met de
WV moet uitmonden in een onderhandeling om te kijken wat het bedrag moet
zijn. Om nu een bedrag te geven dat daarna lijkt op de helft van de salaris
kosten, dat is mogelijk teveel als je kijkt naar de verschillende
participanten. Ik denk dus dat er absoluut onderhandeld moet worden nog.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, als ik even mag interrumperen?
Bedoelt de heer Jansen te zeggen namens D66 dat er eigenlijk zou moeten
staan: tot een maximum van 4 0.000,=?
Heer JANSEN (DS6)Dat zou er kunnen staan, maar er staat niet bij dat dat
bedrag vastgesteld moet worden na onderhandeling