11 oktober 1993
bevestigen dit alleen maar.
Voorzitter, door de zakelijke opstelling van de huidige regering dreigen de
zwakkeren en ons milieu de dupe te worden. Daarover maken wij ons zorgen en
daarom vinden wij het gerechtvaardigd de OZB met enkele procenten te
verhogen, om noodzakelijke uitgaven in de toekomst te kunnen garanderen, met
name voor die zwakkeren en voor het milieu.
Voorzitter, het milieu heeft bij Progressief Soest een hoge prioriteit. De
plannen om ecologisch te bouwen juichen wij toe. Wij vragen hier al jaren om.
Ons afvalprobleem is immens, dit is een voortdurende zorg voor ons. Te meer
als ik een hoge milieu-adviseur van president Nixon op een milieuconferentie
in 1971 mag citeren die de uitspraak deed: "Omdat we vandaag de dag over de
kennis en de mogelijkheid beschikken om onze hele wereld te overzien, moeten
we constateren dat we onszelf onbewust hebben verkocht aan de goden van
overvloed, winst en welvaart. Want we kunnen het niet nalaten om te zeggen:
dank voor al deze vooruitgang, moderne goden! We leggen aan uw voeten 100
biljoen lege cola- en bierblikjes, 60 miljoen plastic dozen, 90 biljoen ton
vuil en genoeg chemische verbindingen in lucht en water om niet alleen
duizenden dieren te doden, maar ook om onze eigen longen dodelijk te
vergiftigen. Goden van winst en welvaart, we betalen u dit alles met oceanen
vol olie, rivieren vol afval, met onafzienbare autokerkhoven in de lelijkste
steden ter wereld. Het wordt u betaald door een egoïstische, gedegenereerde,
meest goddeloze generatie, die we onder uw invloed zijn geworden. Dit hebt u,
moderne goden, met onze hulp gemaakt van de machtigste, grootste schoonheid
op aarde, die u gestolen hebt van de schepper van al het leven. Mogen we nu
proberen om zonder goden van zogenaamde vooruitgang het evenwicht in onszelf
en in het leven op aarde terug te vinden, als dat nog kan? Voordat het te
laat is?" Voorzitter, dit was in het jaar 1971 en deze woorden zijn helaas
nog steeds actueel. Duidelijk is dat milieu nog jarenlang hoog op de
politieke agenda moet blijven staan en dat bij afwegingen aan de zorg voor
het milieu de hoogste prioriteit gegeven moet worden, willen we het leven
weer in balans brengen.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik ben even onder de indruk van de
vorige spreekster. Ik vind het wel mooi, wat zij zegt, daar zitten heel veel
zuivere gedachten in dat je inderdaad datgene waarmee we ons land dreigen
kapot te maken, ook durft te benoemen als een afgod; een god, maar in dit
geval een afgod. Ik vind het een goede benadering en dat er ook bij helpen om
de zuivere benadering daarachter te vinden.
Voorzitter, ik wil enkele dingen zeggen. Globaal zijn wij gelukkig met de
begroting zoals die voor ons ligt. Wij vinden de financiële benadering een
goede benadering. U waarschuwt ons ook tijdig voor de zaken die komende zijn,
waarmee de financiële druk op de gemeente nog groter en ongunstiger wordt.
Ik wil een enkele zaak toelichten, een amendement dat wij indienen, waar in
de commissie financiën reeds over gesproken is. Dat is het amendement over de
differentiatie van de afvalstoffenheffing. Wij hopen nog steeds dat er een
aantal partijen is dat toch inziet dat het als een voorlopige regeling toch
eigenlijk wel een eerlijke zaak is dat we kijken naar het gegeven dat nu
iedereen evenveel betaalt, dat we, omdat Diftar opgeschoven is, we nu nog
niet tot een zuivere benadering kunnen komen van de burger op grond van
gewicht en dus een milieu-effect daarmee kunnen beogen. Dat we zolang beogen
het gevoel van rechtvaardigheid naar de burger enigszins te strelen, doordat
degene die vanwege het feit dat hij een zeer klein huishouden heeft, minder
vuil levert, ook minder hoeft te betalen. Wij zullen daar een amendement voor
indienen, waarin ook een berekening verwerkt is, waarin ook berekend is dat
we er niet van uit moeten gaan dat de ophaalkosten enig verschil maken, want
dat maakt niet uit of je een één- of meerpersoons huishouden vormt, maar
waarin het wél uitmaakt de afvoer en de verbranding. Wij hebben een reactie
gehoord tijdens de commissievergadering waarin gesteld werd: je kunt dat niet
meer zeggen dat een eenpersoons huishouden minder afval produceert dan andere
huishoudens en men hield het daardoor voor onbetrouwbaar. Wij denken toch dat
in onze huidige samenleving het zo is dat vooral de twee- drie- vierpersoons
huishoudens waarin man en vrouw werken -dat zijn dus haast altijd de iets
meerpersoons huishoudens- de huishoudens zijn waarin het meeste afval
geproduceerd wordt, omdat er meer geld is, omdat men veel wegwerpartikelen
moet gebruiken omdat men altijd in tijdnood is, en omdat men weinig
bezinningstijd heeft om zich bezig te houden met het lezen van brochures die