11 oktober 1993 - 33 - De heer Boerkoel, voorzitter, blijft zorgen houden -het CDA zei dat ook nog- bij het tijdschema ten aanzien van het werkprogramma welzijn. Die zorgen zijn op zich begrijpelijk, maar ik hoop dat we binnen afzienbare tijd daar wat gedetailleerder met elkaar over kunnen praten. Dat zal leiden tot praktische conclusies, hoop ik. Daar hebben we meer aan dan aan algemene bezorgdheid. Daar zat iedereen ook op te wachten, denk ik, op die concretisering. Concreet naar de heer Meilof, voorzitter, over het christelijk maatschappe lijk werk. Het is in ieder geval duidelijk dat op de vragen van de commissie bij de begroting al geantwoord is dat er daadwerkelijk een vacature van 26 uur is. De raad moet duidelijkheid geven wat hij wil. Of hij wil, in de eerste plaats, inhoud geven aan deze vorm van maatschappelijk werk. Als de raad daarop nee zegt, is het helder. Als hij je zegt, is het ook helder. In de tweede plaats moet de raad aangeven of hij vindt dat het binnen de huidige formatie moet, zoals het college voorstelt, of dat hij vindt dat er aanvul lend gefinancierd moet worden. Die helderheid moet de raad woensdag geven. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)En is de CMD daar duidelijk in, of zij dus op die plek ook die persoon voor dit speciale Wethouder KINGMA: Ik denk dat in dat opzicht het helder moet zijn, mijnheer Meilof, dat wij degenen zijn die subsidiëren. Als wij vinden dat een bepaalde werkvorm voor een specifieke doelgroep er hoort te zijn, dan vinden wij blijkbaar dat het een randvoorwaarde moet zijn voor het totale maatschappe lijk werk om te kunnen functioneren en dan doen wij dat op die wijze. Dan is dat een kwestie die de instelling wordt meegedeeld. Mevrouw TOMASSEN (PS)En dat kan voor de instelling de consequentie hebben dat er een lange wachtlijst komt. Dat moet gewoon even duidelijk zijn. Wethouder KINGMA: Ik weet niet waar u op doelt, als ik dat zo mag zeggen, voorzitter, naar mevrouw Tomassen toe. Wat zij bedoelt met die wachtlijst is mij niet duidelijk. Maar misschien kan zij dat nog een keer nader toelichten. Misschien toch nog een opmerking die de heer Meilof heeft gemaakt richting gokverslaving en drugverslaving en hoe dat in onze plaats zou moeten. Ik zou willen benadrukken dat er in de sfeer van de volksgezondheid, als het om de CMD gaat in deze provincie en als het om allerlei andere gezamenlijke activiteiten gaat, er al het een en ander gebeurt en gefinancierd wordt aan verslavingszorg: We moeten uitermate voorzichtig zijn met die aanvullende activiteiten vast te leggen in onze eigen gemeente, want we lopen aan alle kanten het risico dat de dingen dubbelop zijn. Dus ik vind een discussie daarover prima, maar trek niet op voorhand, voordat je dat gesprek met elkaar goed inhoudelijk hebt gevoerd, al een conclusie. Ga eerst de zaak eens even zakelijk, op een zorgvuldige manier, op een rijtje zetten. Wethouder SWINKELSVoorzitter, ik heb hier even een kleine opmerking voor de heer Krol, waar het gaat over de cijfers met betrekking tot het bussysteem. Mijn antwoord was gericht in eerste instantie aan de heer Witte. De heer Witte schreef in zijn algemene beschouwingen dat de indruk bestond van een gunstige ontwikkeling wat de deelname betreft. Ik heb er zelf op geantwoord: "het zou kunnen zijn" door het voorbeeld te geven van extra materieel voor de lijn Soest/Amersfoort ofwel door weer te geven wat ik van de NS hoorde. Maar u hebt het college niet horen zeggen dat het zo is. Ik heb zelfs gezegd, mijnheer Krol, de cijfers feitelijk, met prognose, staan pas in januari ter beschikking Heer KROL (CDA)Voorzitter, via u richting wethouder Swinkels. In onze algemene beschouwingen hebben wij gedoeld op twee zaken. Enerzijds heeft een vervanger van u -maar goed, het is collegebeleid- in de commissie milieu gezegd dat het uitstekend liep en daarbij heeft hij gerefereerd aan gesprekken die hij had gehad met chauffeurs. Dat is één opmerking die wij in de algemene beschouwingen hebben gemaakt, dat was daaraan, daar staat ook de wethouder, maar dat wil ik best even nader specificeren, dat was gericht aan de wethouder die u op dat moment verving. Het tweede is dat u, al suggererend in uw tweede termijn, toch de suggestie wekte dat het allemaal goed liep en daar tegelijkertijd aan toevoegde: maar echt zeker weten we dat pas in januari. Dat heb ik even willen signaleren.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 216