11 oktober 1993
- 36
11
zou ik graag een uitleg van willen. Het kan toch niet zijn vanwege dat
pierenbadje dat daar moet komen. Ik begrijp er helemaal niets van.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik wil wel even, als u dat toestaat, de heer
Boerkoel via u antwoord geven. Het is zo dat je moet constateren dat de
gemeenteraad in zijn onnoemelijke wijsheid indertijd het Soester natuurbad
heeft verkocht en hier aan de overkant een nieuw zwembad heeft gebouwd. Wij
hebben ook in onze algemene beschouwingen meegedeeld dat het naar ons idee te
klein is, dat is niet de eerste keer geweest dat wij dat gezegd hebben, dat
hebben wij al gezegd voordat het gebouwd werd, toen we het programma van
eisen hadden gezien. Wat wij op dit moment missen, is een openluchtbad in
Soest. Dan mag je zeggen: een openluchtbadje van 550 m2, maar om te kunnen
bepalen wat je verder doet aan openluchtzwemmen in Soest, is het natuurlijk
wel verrekte belangrijk om te weten of de heer Taphoorn daar nu wel iets gaat
doen of niet iets gaat doen. Dan kun je namelijk gaan bepalen of je misschien
op een andere plek iets moet gaan realiseren. Zolang je dat niet weet, is het
hoogst onverstandig om maar ook iets te investeren op openluchtzwemgebied.
Dus ik snap helemaal niet waarom de heer Boerkoel dat niet snapt.
Heer BOERKOEL (PvdA)Nee, nee, ik begreep het niet, maar nu begrijp ik het.
En dan kan ik niet anders, mijnheer de voorzitter, dan het antwoord van de
heer Witte omhelzen. Want daarmee zegt hij impliciet datgene wat in onze
motie stond toen het natuurbad verkocht werd, namelijk: als het verkocht
wordt, dan zullen we hier aan de overkant een overdekt én een open bad moeten
bouwen. Dat betekent dus ook, in de woorden van de heer Witte, als Taphoorn
niet een openbaar zwembadje gaat bouwen op de plek van het Soester natuurbad,
dat de discussie open is om aan de overkant eventueel de mogelijkheid te
hebben een open bad erbij te bouwen. Dat zou ons zeer welkom zijn! Maar dan
begrijp ik dus ook de opmerkingen beter.
VOORZITTER: Goed, dan is die duidelijkheid er bij u.
namens het college mag reageren?
Als ik dan als laatste
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, de heer Visser heeft een vraag vergeten.
Althans, ik had graag een reactie willen hebben op onze opmerkingen over het
fonds beeldende kunst.
Wethouder VISSER: Nee, de moties gaan wij morgenochtend behandelen.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Niet over de motie, maar gewoon een reactie, om op
deze wijze met het fonds beeldende kunst om te gaan.
Wethouder VISSER: Ja, dat kan natuurlijk niet. Kijk, een poosje geleden
hebben wij het masterplan.ja, sorry, hoor, dat ik het woord nog één keer
uitspreek. Ik zal het nooit meer zeggen, want we hebben het al omgebouwd in
werkplan, dat klinkt wat beter denk ik. Een idee van de afdelingen WVC en
ROB, zoals u weet. We zijn met dat werkplan naar de commissie beeldende kunst
gegaan. We zijn rond, zij hebben het enthousiast begroet, nog wat bijgesteld,
teksten aangevuld. Dat staat 2 november zit niet te lachen, mijnheer De
Kam!
VOORZITTER: Hij heeft plezier in zijn werk.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Gaat u nou door met dat beeldende verhaal
Wethouder VISSER: Dat staat 2 november op de agenda van de commissie
ruimtelijke ordening. Het zou toch een slag in het gezicht zijn van zo'n
commissie beeldende kunst om dan nu een duik in die pot te nemen, voordat het
hele plan dat we hebben ter discussie is gesteld. Kijk, als er dan later bij
de voorjaarsnota misschien nog een bedrag over blijft, dan zou ik zeggen: nou
ja, laten we kijken of we er iets mee kunnen doen. Maar om voor de discussie
over dit werkplan, dat er zo fantastisch uitziet
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, mag ik even aan de heer Visser
vragen of dat masterplan
ze
ee
Da
ve
So
di
ik
oo
da
in
ve
be
So
Da
al
al
ha
in
ve
de
a
Da
He
fr
zo
he
VO
ge
1
z'
za
po
re