nr01
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest
op donderdag 21 januari 1993 te 19.30 uur.
Voorzitter: de heer J. de Widt, burgemeester;
Secretarisde heer W.P. de Kam.
Aanwezig de leden: W.A. Blaauw, mevr. A. Blommers - Biezeno, C. Boerkoel,
A.W. van den Breemer, G.L. van den Deijssel, J.J. Ebbers, mevr. G. van Eek
- van Veelen, mevr. B.M. Gerritse - van Ee, mevr. E. van Gorkum, F.L.
Jansen, F. Kingma, A.F.M. Krijger, R.W. Krol, R.A. van Logtenstein,
J.P.J. Lokker, J.L. Menne, G.A.VJ.G.A. Plomp, mevr. E. Spijk - Huberts,
mevr. W.A.A. Stekelenburg -Ruitenburg, mevr. J.M. Swinkels, mevr. A.D.
Tomassen - Holsheimer, C. Verheus, J. Visser, H.L. Witte, J.B. van
Wuijckhuijse en J.A. Zwaanenburg.
Afwezig met kennisgeving: W.R. Meilof.
VOORZITTER: Ik open de raadsvergadering en heet u allen van harte welkom.
Bericht van verhindering heb ik ontvangen wegens ziekte van de heer Meilöf.
Spreekrecht.
Er heeft zich niemand voor het spreekrecht aangemeld.
Vaststelling van de notulen van de openbare vergaderingen van 14 oktober 1992
en 19 november 1992.
De notulen van beide vergaderingen worden ongewijzigd vastgesteld.
Ingekomen stukken.
Geen.
Vragenhalfuurtje.
VOORZITTER: De fractie van de WD heeft gevraagd hiervan gebruik te mogen
maken. Als het goed is heeft u een kopie van de vragen op uw tafel. De vraag
is aan de WD: wilt u dat nog toelichten, of kunt u ermee instemmen dat er
met de beantwoording wordt begonnen?
Heer KRIJGER (WD)Ik wil het graag toelichten, mijnheer de voorzitter, want
als men de stukken er niet bij heeft, alleen maar de vragen van de WD-
fractie heeft gezien, dan lijkt het een heel technisch stuk. Dat is het dus
helemaal niet, het is een stuk dat een reactie betekent op, zoals wij dat
hebben ervaren, een volstrekt integere behandeling van initiatieven uit deze
raad, gedaan bij de begrotingsbehandeling 1992. Die hielden wij op tijd, in
oktober 1991. Daarna is een aantal ambtenaren in hun vrije tijd met een
aantal raadsleden -maar die zijn daarvoor- zeer indringend hebben gesproken
over wat welzijnsbeleid moet gaan betekenen. Toen is in februari aangegeven
in de commissie dat als we daarover gaan praten, het niet beperkt blijft tot
het praten met de portefeuillehouder. Als je praat over welzijnsbeleid, dan
praat je over welzijnsbeleid in de ruime zin. Vandaar ook dat bij alle
discussies, zoals wij dat hebben ervaren, de raadsleden in de commissie
welzijn steeds terugkoppelden naar de raadsfracties, waardoor dus elke
discussie eigenlijk een discussie is die namens de raad wordt gevoerd.
Daar komt bij dat de gemeente zelf in de laatste Op t Hoogt een aantal