18 maart 1993
9
Heer BOERKOEL (PvdA)Ik deel de zorg van de heer Witte met betrekking tot
het Soester Natuurbad. Toen geen duidelijkheid kon komen in de vorige raad
met betrekking tot permanent wonen of niet permanent wonen op het Soester
Natuurbad, hebben wij daar ook vragen over gesteld. Het antwoord van het
college is niet in die mate geruststellend dat ik daar nu gerust op ben. Ik
zou dan ook met de heer Witte willen aandringen op wat meer, dat er minder
permanent gewoond zou kunnen worden.
Over het zorgcentrum aan de Dalweg heb ik niet begrepen dat de discussie
gegaan is zoals iedereen vond. Maar als een meerderheid vindt dat dit in r.o.
alsnog in discussie zou moeten zijn, dan heb ik daar geen problemen mee.
Met betrekking tot Albert Heijn hebt u gezegd: we komen daar in een volgende
commissievergadering op terug, hebt daarvan gezegd: r.o., u had ook milieu
kunnen kiezen, u had ook economische zaken kunnen kiezen. Ik heb daar geen
enkel probleem mee. In een volgende commissie komen we erop terug. Belangrijk
is wel dat het integraal zal moeten gebeuren, want naast ro-aspecten heeft
het natuurlijk verkeers- en economische aspecten. Ik zou u willen verzoeken
daar nog over na te denken.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, wat betreft het natuurbad wachten wij met
belangstelling af welke concrete methodes het college voor ogen staan. We
kunnen ons voorstellen dat ze toch nog eens goed kijken op welke wijze ze hun
inspectie gaan opzetten en verwachten daar een schriftelijk antwoord op. Wat
betreft het zorgcentrum aan de Dalweg. Wij hebben het zo gezien dat de
commissie op dat moment geïnformeerd was over de plannen zoals ze op dat
moment waren en dat de commissie, die daar helemaal geen stem over heeft op
dit moment.... Er is nog geen bouwvergunning gevraagd voor het hele complex,
het gaat eerst nog naar de welstandscommissie. Het was dus eigenlijk een
soort tussenstap. We zijn er ook van uitgegaan dat het hele college, alle
betrokken wethouders, deze stappen tot op de letter hebben gevolgd en zich
daar helemaal achter konden scharen, wat niet wegneemt dat het interessant is
op deze plaats om het heel goed te volgen. U hebt zelf ook stappen ondernomen
om de coördinatie wat in eigen hand te houden. Ik denk dat een goede
presentatie in de vorm van een tekening, waar je ook het aanzicht op kunt
zien, dat dat een goede zaak is, dat je een beetje een beeld krijgt van het
gebeuren. Aan de andere kant moeten we ons ook realiseren dat dit gebeurt met
budgetten van de rijksoverheid en die zijn verschrikkelijk krap. We moeten
niet terwille van onze eigen letterzucht ervoor zorgen dat er straks bepaalde
dingen niet gerealiseerd kunnen worden in het bouwplan. Dat zou te ver
doorslaan. Maar een beetje meer inzet om ons op de hoogte te houden, ik denk
dat dat een logische zaak is.
Wat betreft Albert Heijn. Gisteren was er een voorlichtingsavond waarop niets
werd verteld eigenlijk. Dus wat dat betreft kan ik mij nog wel voorstellen
dat de heer Witte heeft geprobeerd op alle mogelijk manieren die in het
reglement van orde staan, om vanavond het woord Albert Heijn te laten vallen.
Maar ik denk dat het college inderdaad na drie weken praten over de juiste
plaats nog niet veel verder is en ik verwacht dat het college de raad en de
burgers van Soest uitdrukkelijk op de hoogte houdt van elke stap die ze ze op
dit pad zal zetten.
Wethouder VISSER: De procedure ten aanzien van de controle is uitvoerig met
de provincie besproken. Wij gaan dit ook nauwkeurig uitvoeren, die controle.
Daar zullen wij u inzicht in geven, hoewel wij niet precies de finesses
willen vertellen hoe we gaan controleren, dat heb ik net ook gezegd, want dan
heeft het inderdaad geen zin. Dan krijg je misschien de toestanden die de
heer Witte net zo plastisch vertelde. Het heeft onze aandacht. Het is
natuurlijk wel goed dat de heer Taphoorn dit nog eens een keer hoort, maar
zoals het met hem afgesproken is, zoals het contract luidt, zoals de
afspraken vastliggen, dat liegt er niet om en daar houden we ons gewoon aan.
Verder zullen wij uw advies in deze ter harte nemen, ik zal het nog een keer
mee terugnemen in het college om te kijken hoe we straks die controle gaan
uitvoeren. Het heeft ons aller aandacht.
Wethouder KINGMA: Voorzitter, met name nog eens een keer naar de opmerkingen
reagerend omtrent de manier van behandelen denk ik dat het helder is. Dat kon
het zijn uit de stukken die ter inzage lagen en uit de wijze waarop het
besproken is in de commissie. Het gesprek in de raadscommissie is denk ik ook