18 november 1993 - 30 - Maar afgezien daarvan, heb ik toch wel grote moeite met zijn stellingname dat elke grondverwerving een zaak op zich is en dat elk contract een contract op zich is. Ik kan me niet voorstellen dat een wethouder, die zich al zoveel jaren heeft beziggehouden met grondverwerving in de gemeente, hier kan stellen dat een grondaankoop op zich staat. Natuurlijk bepaalt de waarde van een stuk grond, die blijkt uit de verkoopprijs die gemaakt wordt en eventueel aanvullende condities die daarbij komen kijken, de waarde van andere stukken grond daarna. Iedereen die op dit moment een stuk grond daar heeft, zal zitten kijken: wat wordt daar nou gemaakt? en zal zijn eisen daarop afstem men. U gelooft toch zeker niet dat ze lager zullen gaan zitten, of dat ze niet zullen proberen een dergelijke deal met u te maken, of met deze raad te maken in uiterste instantie, natuurlijk. Ik snap niet dat u kunt stellen -en een belangrijk deel van de raad overigens ook- dat er geen precedentwerking uitgaat van deze aankoop. Dat kan niet, dat is niet zo. De waarde van grond wordt bepaald door de transacties die op dit moment plaatsvinden. Dus u stellingname is volstrekt onjuist en lariekoek, om dat woord nog maar eens te gebruiken. Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, het verhaal van de wethouder bevestigt alleen maar dat we met z'n allen nee moeten zeggen. Ik ben het eens met de heer Van Wuijckhuijse dat het alleen maar precedentwerking kan geven. We kunnen de grond verkopen en daarna de artikel 19 procedure gewoon starten. Maar dat moeten we ontkoppelen, dan is het zuiver. Heer JANSEN (D66)Voorzitter, er wordt gepraat over het algemeen belang. Het meest merkwaardige wat ik vind in dit voorstel, is dat er inderdaad met het oog op het realiseren van wat we planologisch willen in het ene gebied, we offeren mogelijk in het andere gebied wat we daar willen bereiken. Dan kun je zeggen: ik vind het ene meer of minder belangrijk, maar het is nergens gewogen. Het zijn twee besluiten die je tegen elkaar schrapt in een contract met een burger en ik vind dat dat gewoon niet kan. Wethouder MENNEVoorzitter, ik wil toch beginnen met te zeggen dat er in het verleden ook contracten zijn gemaakt en door de raad zijn goedgekeurd, die ook extra prioriteiten hebben verleend. Ik heb ze voor me liggen, ik wil ze wel ter inzage leggen. Wij moeten -dat wil ik nog wel zeggen in tweede ronde- niet te ver gaan daarin. Dat ben ik met u eens. We moeten dat zorgvuldig afwegen. Maar u weet ook, in de buurgemeenten is het niet iets dat zo bijzonder is, wat hier voorligt. Als u het vergelijkt met wat er plaatsvindt op dit moment, dan wordt inderdaad de grond steeds schaarser. Dat is zo. Dus ik beloof ook niet dat, wanneer we straks weer met wat kunnen komen na moeizaam onderhandelen -want het gaat heel moeizaam-, tot een concessie, tot een overeenkomst, dan beloof ik u wel dat we daar natuurlijk uitdrukkelijk op zullen letten dat er niet extra voorkeuren, enzovoorts en gunsten uit voortvloeien, maar ik kan u niet beloven dat dat helemaal niet het geval is. Wat betreft de opmerking dat we dan dus via de onteigeningswet dienen te handelen, wij zitten natuurlijk in een bepaald tijdstramien. Wij menen dat ook dat eigenlijk ervoor pleit om toch hiertegen dan ja te zeggen. Het voorstel (RV 93-150) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met de aantekening dat de fracties van Gemeentebelangen Groen Soest, Progressief Soest, GPV/SGP/RPF en D66 geacht willen worden tegen te hebben gestemd. Voorstel tot aankoop van grond ten behoeve van ontsluiting Nieuwe Gracht II van de heer F. de Zoete. Mevrouw TOMASSEN (PS)Mijnheer de voorzitter, weer zo'n voorbeeld. Er is door Keune een stuk grond gekocht. Er is gezegd: de uitgang moet op de Dorresteinweg. Daar moet Keune zijn plan op aanpassen. Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA) Voorzitter, wij hebben in de commissie, begrip hebbende wel voor de situatie, maar toch ook het belang van de gemeente erkennende, hier nogal wat van gezegd. We hebben gezegd: wij gaan hier vooralsnog niet akkoord mee. Daar hebben we zo'n situatie dat het niet alleen een precedentwerking heeft, maar waarin het uitdrukkelijk ook geen enkel causaal verband heeft. Wij kopen een stukje bedrijfsterrein, daar betalen we

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 429