- 30 -
18 november 1993
- 31 -
name dat
ract op
veel
n
.rde van
ventueel
stukken
al
talen we
een redelijke prijs voor, de normale vergoeding die je voor bedrijfsterrein
doet, even los van speculatie. Daarnaast gaan wij iets overeenkomen dat naar
onze mening totaal geen verband houdt met de zaak. Dan gaan we toch onze
wenkbrauwen fronsen en zeggen: nou, dit kan toch eigenlijk niet. Dat is ook
wat ik toch blijf zeggen: dit kan toch eigenlijk niet. Wij denken dat wij u
dus vragen om in voorkomende gevallen, situaties die zich nu gaan voordoen,
daar uitdrukkelijk rekening mee te houden, dat we het "dit kan toch eigenlijk
niet" gaan omzetten in "dit kan niet"Waarom hebben wij nu gezegd dat het
wel door moet gaan -wij gaan dat namelijk wel zeggen-? Omdat in principe
Mevrouw TOMASSEN (PS)Het kan eigenlijk niet, maar het moet toch doorgaan!
Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA)Ja, ik zal u dat proberen uit te leggen, mevrouw
Tomassen. In principe zijn de onderhandelingen zo afgerond, en in de tweede
plaats weet u net zo goed als ik dat de werkzaamheden daar allang aangevangen
zijn. Ik denk dat als je nu nee zou zeggen, dat je daar een enorme verstoring
van de activiteiten en een eventuele schadepost voor de gemeente zou kunnen
laten ontstaan. Dat willen wij u meegeven. Dus, in de toekomst mag dit niet
meer voorkomen.
Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, maar waarom zegt het CDA steeds: het mag
niet, het kan niet, in de toekomst mag het niet meer, maar waarom dan nu wel?
Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA)Mevrouw Tomassen, er zijn zaken van algemeen
belang, die soms een afwijkend standpunt wettigen. Ik denk dat we hier praten
over zo'n situatie. We hebben er uitvoerig over gesproken, we hebben ons
uitdrukkelijk laten informeren en u mag van mij aannemen dat we dat heel
serieus hebben gedaan.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, er ontstaat bij mij een onduidelijk
heid door wat de vorige spreker heeft gezegd. Hij zegt dat dit punt verder
gaat dan het vorige agendapunt. Wat ik lees in dit verhaal is dat wij zelf
tot afspraken met bepaalde instellingen zijn gekomen waardoor er grond
verschuivingen plaatsvinden, waardoor wij dus ook grond kopen en weer
doorverkopen, een ander stuk graag willen hebben, waar wij betrokken bij
zijn, bij het geheel van bouwen enzovoorts. Dus allemaal dingen waar wij
belang bij hebben in dezelfde planvormingDat speelt hier. Het vorige plan
ging om het kopen van grond in een gebied waar wij grond willen hebben en het
toezeggen van een zaak die buiten alles ligt wat ook maar iets met dit plan
te maken heeft. Wat u hier motiveert, geldt specifiek bij het vorige
voorstel. Dat snap ik niet. Misschien kan de wethouder het voor mij
uitleggen, of misschien kunt u vragen aan het desbetreffende CDA-lid of hij
het nog kan uitleggen, want dit gaat wel heel ver. Wat hij zegt, zou
betekenen dat ik tegen moet zijn. Alleen, ik lees dat niet.
Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA) Ik wil wel gelijk een poging wagen om het uit te
leggen. Er zit een aanmerkelijk verschil tussen de twee zaken. Als je
agendapunt 13 neemt, dan zijn de planologische aspecten die daaraan gekoppeld
zijn, besproken geweest in de commissie r.o. Daar heeft men overeenstemming
bereikt
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, dit is compleet bezijden wat er gebeurd is. Ik
heb nog nooit in de commissie r.o. in de afgelopen vier jaar een gesprek
gevoerd over uitbreiding van een tuincentrum op die plek. Dat is absoluut
niet aan de orde geweest
Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA)Mijn informatie is dat het in de commissie r.o.
besproken zou zijn. Ik heb dat nu nog geverifieerd. Ik vind, als dat
behandeld is geweest, is er nauwelijks nog reden om dat in de raad plenair te
gaan afwijzen. De tweede zaak, agendapunt 14, daar is geen enkel overleg over
geweest. Maar hetgeen ons het meest heeft gestoken en wat ons het meest zou
dwingen om er niet mee akkoord te gaan, is het gebrek aan causaal verband.
Dat is het hoofdpunt.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, ik ga het maar kort houden, want ik
zit hier eigenlijk van pure ellende bijna de haren uit mijn hoofd te trekken.
.f stem-
it ze
raad te
len -en
rerking
i grond
i u
eens te
itigt
iet de
We
irten
.ang. Het
iet het
id, we
in kun je
is
;ontract
»r in het
1, die
wil ze
le ronde -
Ldig
5
lts vindt
zoDus
ia
sie, tot
celijk op
;val is.
1 te
sn dat
i, met de
ssief
nd.
icht II
Sr is
ie
oegrrp
ite
er
=t alleen
tikel