16 december 1993
- 16 -
winkel- en verblijfsklimaat
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Dat is zeker niet inhoudelijk, hè, mijnheer de
voorzitter?
Mevrouw TOMASSEN (PS)Dat is toch niks nieuws? Dat hebben we al besloten bij
de structuurvisie.
VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Swinkels, u krijgt in tweede termijn
allemaal weer de kans
Wethouder SWINKELSEerst wellicht een opheldering, mijnheer Krol, over de
uitspraak onafhankelijk van het besluit RV 93-185". Daar wordt mee
bedoeld, dat als dat besluit vanavond niet genomen zou worden, dat dan toch
de bedoeling is -althans ik neem dat aan, ik kijk even naar de heer Jansen-
dat dit besluit over de herinrichting genomen zou worden.
Dan, mijnheer Krol, omdat u zo duidelijk in punt 1, 2 en 3 hebt gesproken
antwoordt dat ook makkelijk. Het onderbouwen van de resterende ambtelijke
capaciteit. Ik moet u zeggen dat in de commissie milieu, verkeer en onderwijs
nog niet zo lang geleden -ongeveer anderhalf jaar geleden- een uitvoerig
overzicht gegeven is van de ambtelijke capaciteit in uren uitgedrukt, om te
bewijzen dat we een tijdelijke kracht voor ongeveer een jaar nodig hadden.
Dat onderbouwen van die capaciteit ging overigens gepaard met een uitslag van
een doorlichting die ook ongeveer tweeënhalf jaar geleden heeft plaats
gevonden. Verder hebben we bij de structuurvisie, bij de projecten die we op
een rij gezet hebben, aangegeven wat allemaal wel en niet kon, gezien de
huidige ambtelijke capaciteit. Voorzitter, ik zou het college toch niet weer
opnieuw op willen zadelen met zo'n overzicht.
Dan moet ik wel zeggen dat het college nadrukkelijk het erin gezet heeft, in
het commentaar, dat wanneer zou blijken dat er geen uitbesteding plaatsvindt,
dat net zoveel betekent als dit voorstel niet geschreven is. Het college is
er duidelijk van overtuigd, ook aan de hand van gesprekken met de ambtenaren,
dat de resterende ambtelijke, dus niet de enige ambtelijke, maar de resteren
de ambtelijke capaciteit, wanneer je alle dagelijks voorkomende en verplichte
werkzaamheden daarvan aftrekt, besteed moet worden aan Soestdijk-noord. Dat
betekent: geen plaats voor een volumineus project als de herinrichting. U
moet zich realiseren dat een herinrichting van de toch al niet mooiste straat
van Nederland, zoals de heer Witte zegt, inhoudt dat je niet alleen verkeers
technisch een oplossing vindt, maar dat je dan wel degelijk geïntegreerd ook,
voor zover mogelijk, de stedebouwkundige randvoorwaarden daarbij betrekt.
Alles bij elkaar menen wij dat -ook om de moeilijke situatie waarin we daar
zitten, dat weten we allemaal- een uitbesteding op zijn plaats is.
Dan de grondverwerving. Natuurlijk, als er grond verworven wordt -u vraagt
naar de bekende weg, mijnheer Krol- gaat dat via de heer Menne, de ijzeren
wethouder van financiën. De commissie financiën krijgt natuurlijk voorstellen
voor die grondverwerving. De nadruk die er hier op ligt is wel -in dit
voorstel, neem ik aan- dat D66 zegt: als je daar niet actief mee bezig bent,
komt er niks van.
Mevrouw Stekelenburg, de ambtelijke capaciteit, daar heb ik u inzicht in
gegeven. Een eenrichtingsvariant, daar kan ik op dit moment geen uitspraak
over doen. Dat hangt af van de diverse modellen die u voorgelegd krijgt. Er
is door D66 -u doelde daarop- in het initiatiefvoorstel aangegeven dat D66
wenste, ik lees even letterlijk voor: dat er in de geest van het 12
januari jl. genomen B&W-besluit (ten aanzien van de ambtelijke nota van
december 1992 Herinrichting Van Weedestraat, drie globale alternatieven
ideeën)dat er in die geest een voorstel zou komen. Er staat dus niet dat
er per se alleen maar op die drie globale alternatieve ideeën moet worden
voortgebouwd. Ik meen dat het college dat ook niet herhaald heeft in het
commentaar, het college laat dat in het midden.
Mevrouw Blommers, drie bomen, daar ben ik altijd wel blij mee, maar ik moet u
zeggen dat er toch wel degelijk, gezien de structuurvisiebeslissingen, een
veel breder plan wordt bedoeld. Dus een plan waarbij inderdaad, zo het nog
mogelijk is, ook de beeldkwaliteit meegenomen wordt. Dan komen er niet alleen
maar bomen, bankjes of fietsenstallingen. Het zal een geïntegreerde
herinrichting moeten zijn, waarbij ook de voetganger -die zelfs als hij goed
kan lopen op dit moment struikelt- zijn weg kan vinden en waarbij er dus meer