16 december 19 93 - 34 - althans dat u dat voorstel indient. Helaas is dat nodig, omdat in het kader van de Interimwet bodemsanering een financiering vanuit het rijk op grond van die wet niet mogelijk is, omdat het in de saneringsprioriteit erg laag staat. Ten aanzien van de verontreiniging kan ik me die lage prioriteitsstelling wel voorstellen, maar het is mij bekend -en u wellicht ook- dat ook andere prioriteiten en delen ten aanzien van prioriteiten wel eens in overweging worden genomen. Ik denk dan hier met name aan de noodzaak in verband met bouw en dergelijke. Eerder in de commissie hebben we gevraagd of er misschien nog aanvullend overleg plaats kan vinden met de provincie. De kans is natuurlijk klein, maar niet geschoten is altijd mis. Dat is mijn vraag: zijn er toch nog mogelijkheden, omdat u ten aanzien van prioriteitsstelling toch altijd nog andere argumenten ook zou willen hanteren. Punt twee betreft een opmerking. Onze fractie gaat ervan uit, voorzitter, te meer omdat u uitdrukkelijk hierbij vermeldt dat een overschrijding mogelijk is en het dein in de commissie terugkomt, dat wij de voorfinanciering met betrekking tot de 350.000,= uitsluitend en nadrukkelijk beperkt willen zien tot de noodzaak van de directe saneringskosten en geen aanvullende kosten die niet direct met de sanering te maken hebben. Dat betekent dat een eventuele overschrijding ook dan in overweging door ons zou worden genomen met betrek king tot die beperking. Dat is onze opmerking, voorzitter. Wethouder SWINKELSVoorzitter, terecht dat de heer Zwaanenburg een opmerking maakt, want per abuis is het in de raadscommissie milieu niet meer aan de orde geweest. De commissie waar de heer Zwaanenburg over sprak, was waar schijnlijk de commissie financiën, waarin wel iets hierover gezegd is. Ik kan toezeggen dat er geen aanvullende kosten komen en dat mogelijke overschrijdingen tijdig gemeld worden. Heer ZWAANENBURG (CDA) Heel kort voorzitter, omdat de wethouder zegt: "ik kan toezeggen dat er geen overschrijdingen komen", ik neem aan dat u daar voldoende reden voor hebt, dat stemt mij alleen maar gelukkig, maar ik wil er toch ten overvloede op wijzen dat onze beperking met name geldt tot die kosten ten aanzien van niet-directe saneringskosten, met andere woorden: aansprakelijkheid voor andere kosten, de uitsluiting daarvan. Wethouder SWINKELSVoorzitter, ik zei ook: geen aanvullende kosten", daarmee doelend op de kosten die u bedoelt. Ik heb gezegd van de sanering, omdat dat altijd -zoals u weet- wel eens hoger of lager is en helaas vaak hoger, dat we dat tijdig zullen melden. Het voorstel (RV 93-191) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 12. Voorstel met betrekking tot de uitvoering van de in 199 2 op grond van het Besluit Woninggebonden Subsidies afgegeven beschikkingen. 13Voorstel tot voorlopige vaststelling van de uitgaven en inkomsten ten behoeve van de personeelskosten en de materiële instandhouding van de openbare basisscholen over 1992. 14. Voorstel tot verkoop van grond aan de Belvédèreweg aan Busog BV. 15Voorstel tot verkoop van een strook grond gelegen nabij de Xsaacstraat aan Bouwbedrijf Schoonderbeek BV. 16. Voorstel tot verkoop van twee bouwkavels gelegen aan de Verlengde Talmalaan aan de heer en mevrouw G.J.H. Osnabrugge-Brak en de heer en mevrouw F. Snippen-Oechies 17. Voorstel tot verpachting van agrarische gronden voor het jaar 1994. 18Voorstel tot het vaststellen van een nieuw Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad en kennisneming van het Reglement voor de vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders. 19. Voorstel tot het vaststellen van de Regeling inzake het verstrekken van ambtelijke bijstand aan de leden van de gemeenteraad.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 471