20 januari 1994
11
beslissing in overeenstemming met het voorstel, wethouder Swinkels is tegen.
Voorzitter, dan wat de heer Blaauw zegt. Inderdaad, mijnheer Blaauw, u hebt
gelijk, evenals de heer Meilof, dat de bedoeling aanvankelijk was: het
verkeer over het terrein van het zwembad. Dat is dus in deze adviesnota van
20 oktober 1993 aangemeld, dat daar geen overeenstemming te bereiken was.
Toen is er tegelijkertijd een ander voorstel gedaan. Daar is bij mijn weten
de commissie mee akkoord gegaan, maar nu geef ik het woord aan de heer
Visser, als hij het nog beter weet.
Wethouder VISSER: Hoe kan ik het nou beter weten dan u, mevrouw Swinkels? Ik
heb deze vragen zojuist op mijn tafel gevonden. Ik heb vanmiddag wel
gehoord -want de vragen zijn gistermiddag pas ingediend, heb ik begrepen- dat
het vragen waren over kappen, dus ik heb niet begrepen van de secretaris dat
het op het gebied van ruimtelijke ordening lag. Zo simpel is het.
VOORZITTER: Goed, het woord is aan de raad in tweede termijn, indien daar
behoefte aan is. Zo niet, dan sluit ik hiermee deze discussie af.
Voorstel tot herziening van de nota financieel beleid.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, zoals u weet hebben we in de afgelopen
commissie financiën een aanzet gegeven tot een wat uitgebreidere discussie
over dit punt. Wij hebben als fractie een aantal zaken aan de orde gesteld.
Daar is een reactie van het college op gevraagd. Die reactie hebben we nog
niet gekregen. U schrijft in uw toelichting, uw reactie op de commissie
adviezen dat wij weliswaar een aantal voorstellen hebben gedaan die uws
inziens een afzonderlijke discussie vergen en u wil daar ook van alles bij
betrekken. Wij denken dat dat juist is, maar wij denken dat het dan ook
onjuist zou zijn om nu deze nota te behandelen. Als je van een echt grote
integrale aanpak van dit probleem wilt spreken, dan is het niet erg handig
als je er een heel klein puntje uithaalt en nu een paar, niet eens zulke
ingrijpende zaken voorlopig vast te stellen. Het zou heel wel kunnen zijn dat
de discussie in de tweede behandeling, de uitgebreide behandeling, aanleiding
geeft om het weer terug te draaien. We willen u dus voorstellen om dit
voorstel aan te houden tot de volgende maand.
VOORZITTER: Dat is een ordevoorstel. Daar gaan we het dus nu eerst over
hebben. We gaan niet inhoudelijk spreken, maar over het ordevoorstel. Dat
gebeurt in één termijn, zoals u bekend is. Aanvaardt u het ordevoorstel of
niet?
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik vind dat we dit ordevoorstel
positief moeten behandelen, aanvaarden.
Heer KROL (CDA)Idem.
Heer JANSEN (D6G)Ik zou het niet nodig vinden, maar het is niet meer zo
belangrijk wat ik zeg.
VOORZITTERDat zou ik niet durven zeggen.
Mevrouw TOMASSEN (PS)Tot volgende maand dan, hè?
Heer BOERKOEL (PvdA)Ik begreep al niet dat college dit voorstel gebracht
had, gezien de discussie in de commissie financiën, waarin nadrukkelijk
gezegd is: laten we in de volgende commissie financiën daarover nog eens van
gedachten wisselen. Dus ik vind het helemaal in lijn van wat de commissie
gezegd heeft, het voorstel dat mevrouw Blommers nu doet. Ik begreep het
college al niet.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Ik zat te overwegen van: zal ik er ook wat van
zeggen? Het ordevoorstel was al gedaan in de commissie en volgens mij was er
commissiebreed tegen de wethouder gezegd: neemt u het voorstel mee naar de
volgende commissie financiën, dan kunnen we er nog eens over peinzen. Per
slot van rekening, als je ziet wat voor slakkegang sommige voorstellen hier
hebben. Hier moeten we ineens een vaart maken